Tegenwoordig staat ze onder contract bij Decca, maar dat was kort geleden nog anders. Toen nam Julia Fischer op voor PentaTone Classics, een label in de marge van de grotere, financieel aantrekkelijker platenmaatschappijen, maar een waarin de muzikant zelf meer bewegingsvrijheid heeft wat keuze van het repertoire of selectie van de opnamepartner betreft. Tegenover die artistieke vrijheden, staat echter een vermindering in vormelijke kwaliteit naar de consument toe. Zo klinkt deze opname, ondanks de grote zorg die men bij PentaTone aan de interpretatie besteed heeft, soms nogal mat. Pas in het laatste 'Rondo for Violin and Piano in B minor D. 895' ('Ronde Brillant, opus 70') wordt dat euvel verholpen, met een mooie, ronde klank tot gevolg. Ook qua uitgave zijn de nieuwere cd's van Julia Fischer aantrekkelijker. Bij Decca is ze met opmerkelijk veel zorg gekleed, terwijl ze er op deze cover minder vitaal en zelfs een beetje ziekjes uitziet.
Voor wie "het oog wil ook wat" hoog in het vaandel draagt, is dit eerste van twee delen met de volledige muziek van Schubert voor viool en piano dus geen verplichte kost. Wie vooral geïnteresseerd is in het auditieve aspect, zal zich met de interpretaties van Fischer en Martin Helmchen echter in de zevende hemel wanen. Het duo kiest duidelijk voor een integere aanpak: weinig grote accenten en al helemaal geen opzichtige keuzes, echt álles staat ten dienste van de partituur. De drie sonates opus 137 vragen ook om een discrete benadering, gezien ze nog met een half been in de klassiek van Mozart en Haydn staan. Bij tragische interpretaties van het werk krijgt de muziek al snel iets grotesk, waardoor puristen deze drie sonates tot Schuberts mindere werk begonnen te rekenen. Diegenen die de verstilde pracht horen, met een lyrische Fischer en Helmchen die dromerig (zonder ooit zeemzoeterig te worden!) een diepere laag legt via melancholische akkoorden, is het de componist echter verplicht een dergelijke stelling met hart en ziel tegen te spreken.
Het siert Fischer en Helmchen dat ze, ondanks hun status van wonderkinderen, toch deze opname wilden maken bij een kleiner label. Net als voor cellist Daniel Müller-Schott, was PentaTone lange tijd Fischers uitvalsbasis om fundamenteel repertoire op te nemen. Voorlopig lijkt de overstap naar Decca niet voor problemen te zorgen, met drie topregistraties (telkens met interessante muziek) in amper een jaar tijd. Deze 'Complete Works for Violin and Piano, Volume 1' zijn echter een laatste mijlpaal voor Fischer definitief de stap zette richting het commerciële circuit. Dat een dergelijke opname van de allergrootste hoeveelheid artistieke bescheidenheid getuigt, is dan ook een tot op het bot ontroerende ontdekking.