Julia Fischer maakte heel recent de overstap naar het grotere label Decca. Daarbij bracht ze tot op heden drie mooie cd's uit met muziek van Bach, Paganini en Saint-Saëns, alsook debuteerde ze op dvd als pianiste in het pianoconcerto van Grieg. Met veel bravoure poseert Fischer op de cover en haar kledij is duidelijk door de platenmaatschappij samengesteld. De bescheidenheid die ze bij kleinere labels zoals PentaTone Classics nog uitstraalde, is dus niet meer. Zolang de muzikale kwaliteit daar niet onder lijdt hoeft niemand zich dat te beklagen, maar het is spijtig dat interessante cd-boekjes en pretentieloze uitgaven steeds meer plaats ruimen voor holle frasen in hopeloos aangedikte cd-bijlages waar de luisteraar eigenlijk niets aan heeft.
Als afscheid bij PentaTone Classics besloot Fischer om samen met pianist Martin Helmchen de volledige muziek voor piano en viool van Franz Schubert op te nemen. Deze integrale verscheen in twee delen, het eerste eind 2009 en het volgende begin 2010, maar eigenlijk is het een onafscheidelijk duo. Op het tweede volume staat de meest beroemde vioolsonate op het programma, alsook twee prachtige fantasieën. Van de vioolsonate is vooral het eerste deel prachtig, met de slepende piano-introductie en de schitterende vioollijn erboven. Schubert lijkt een soort slaapliedje geschreven te hebben, maar het thema zelf ontwikkelt de componist in die mate dat eerdergenoemde term verkeerd gekozen is. Het tweede motief is overigens iets levendiger en meer onbezonnen. Gebruikelijk voeren violisten dit met extra veel pathos uit, maar Fischer en Helmchen behouden een schitterende lichtheid en koppelen die tegelijk aan een milde zin voor dramatiek. Dat overdaad schaadt, daar zijn Helmchen en Fischer absoluut van overtuigd en de zeer bedachtzame, rationele aanpak kenmerkt al hun Schubert-uitvoeringen. In de doorwerking wordt Schubert nog stoutmoediger, maar langzaam maar zeker neemt de lyrische viool het heft weer in eigen handen. De terugkeer naar het melancholische beginthema is een heerlijke vervolmaking van dit briljante eerste deel uit de 'Duo'-sonate D. 754.
