Hij heeft pas een integrale opname achter de rug met de volledige pianosonates en concerti van Ludwig van Beethoven, maar verpozing is niet aan de Britse pianist Paul Lewis besteed: inmiddels komt hij immers alweer met een album op de proppen dat hem terugvoert naar zijn oorspronkelijke passie, Franz Schubert. Zijn eerste opnames voor Harmonia Mundi waren immers aan het latere werk van die componist gewijd en sedert 2009 nam Lewis de drie grote, late liedcycli ('Winterreise', 'Die Schöne Müllerin' en 'Schwanengesang') op aan de zijde van de gereputeerde tenor Mark Padmore.

Zijn jongste opname bij Harmonia Mundi is meteen een dubbel-cd, waarop naast drie sonates van Schubert ook de vier beroemde 'Impromptus D899' prijken, alsook drie fantastische 'Klavierstücke D946'. Wie Lewis' Schubert naast de referentie-opnames in het repertoire legt, zoals de onlangs heruitgegeven opname van Radu Lupu bij Decca, merkt dat hij net als in zijn Beethoven-integrale behoorlijk drastische keuzes heeft gemaakt. Dat Schubert dromerig en zeemzoeterig kan gespeeld worden, staat vast, maar op een dergelijke piste waagt Lewis zich niet. Op deze cd klinkt hij juist erg aards en menselijk, een gegeven waarvan het ter discussie staat of dat al dan niet een goede zaak is. De aanpak is Beethoveniaans in die zin dat Lewis eigentijdse keuzes maakt, door de muziek sterk te benaderen vanuit een gevoel dat vandaag onder de mensen zou kunnen leven. Bepaalde zaken uit de partituur worden daardoor uitvergroot, zoals akkoorden in de bas, kleine motieven (elders speels, hier plots gewichtig), lange noten of rusten. Het blijkt een zwaard dat een twee zijden snijdt: enerzijds zijn de vertolkingen erg emotioneel en meeslepend, maar anderzijds gaat Lewis soms toch te ver en is het aangenamer om de meer traditionele interpreten in dit repertoire aan het werk te horen.

Met Schubert bevindt Lewis zich hoe dan ook op totaal ander gebied dan dat van Beethoven; terrein dat, hoewel de componist Beethovens sonates bewonderde, toch totaal anders geënt is. Schubert was namelijk geen groot structuralist, vandaar ook dat hij expliciet de niet-rigide vormen zoals de impromptu of het klavierstuk omarmde. Lewis, die een intuïtief en explosief musicus blijft, kan daar gelukkig vrij goed mee overweg. In de laatste van de impromptu's (het 'Allegretto') is hij niet zeer geloofwaardig omdat hij niet voluit voor een bepaald (bijvoorbeeld dartel) karakter lijkt te kiezen en in het eerste stuk ('Allegro molto moderato') neigt zijn aanpak naar het pathetische. De opnametechnische zuchten en andere geluiden die de "strijd met de partituur" duidelijk maken, zijn overigens overbodigheden en hadden beter achterwege kunnen blijven. In de 'Klavierstücke D946' grijpt Lewis alweer naar de zwaardere registers, waarin hij het 'Allegro assai' evenzeer gretig laat galmen. Qua virtuositeit is er niet zoveel af te dingen op zijn lezing, hoewel de algehele indruk ontstaat dat Lewis teveel zoekt naar karakters in plaats van de muziek gewoon zichzelf te laten zijn. Tussen beide werken werd, op de tweede cd, overigens de onafgewerkte 'Relique'-sonate gevoegd. In het eerste deel heeft Lewis alweer de neiging grote keuzes te maken, maar deze keer komen ze het door de traditie gemystificeerde karakter van de partituur ten goede. In het tweede deel kan Lewis, vooral in de meer trage passages, te weinig echt een eigen verhaal vertellen. De eerste cd bevat gelukkig de twee langere sonates D850 en D894, waar Lewis zich van zijn meest geaffecteerde kant laat zijn, echter met gepassioneerd resultaat. Bepaalde keuzes zijn te overdreven en voor standaarduitvoeringen zal men elders te rade moeten gaan, maar de pianist bouwt met Schubert wel een zeer hedendaags verhaal uit waarin men continu verrast wordt.

Harmonia Mundi zorgde bovendien voor een uitstekende opnamekwaliteit, waarin helaas de bassen (bij Lewis sowieso sterk vertegenwoordigd) extra waarde kregen. Het lijkt er echter op dat het label de pianist steeds meer bevestigt in de clichés die rond hem aan het groeien zijn, met name die van half sympathieke, half boosaardige krachtpatser die de romantiek naar een hedendaagse context vertaalt, hetgeen om bepaalde uitvergrotingen vraagt. De manier waarop Lewis op het cd-boekje (binnenin) staat afgebeeld, met een gevaarlijke grimas, zet dat extra in de verf. Het is dus vooral hopen dat de pianist binnenkort nog eens uitpakt met een pareltje zoals zijn Diabelli-variaties of de Beethoven-concerti, waarin de pianist aangaf moeiteloos en natuurlijk met enorme contrasten overweg te kunnen.

Meer over Franz Schubert


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.