In 2010 werd het 800 jarige bestaan van de parochie Onze-Lieve-Vrouw ter Kapellekerk gevierd. Ter gelegenheid van deze verjaardag schreef de Belgische componist Jean-Pierre Deleuze ‘Tota Pulchra Es, Amica Mea’ (U bent zeer mooi, mijn vriendin), een werk voor zes zangers, cornet, orgel en elektronisch gemanipuleerde klokken.

In het eerste en veruit het langste deel beperkt hij zich grotendeels tot een gregoriaanse zetting van de vespers voor de hemelvaart van Maria, zoals die hoogstwaarschijnlijk in de dertiende eeuw in de Onze-Lieve-Vrouw ter Kapellekerk gezongen werden. Deleuzes eigen inbreng zit hier in het voorzichtig meerstemmig uitwerken van de gezangen, waarbij hij dicht bij de traditie blijft. Met holle parallellismen, pedaalnoten of net iets vrijer bewegende tegenstemmen, blijft in de muziek de prosodie voorop staan, waardoor die klinkt alsof die zo eeuwen geleden gezongen had kunnen worden.

De verschillende gezangen worden aan elkaar gelinkt door elektroakoestische tussenstukken waarvoor het geluid van de grote klok van de Onze-Lieve-Vrouw ter Kapellekerk gebruikt wordt. De natuurlijke klank van de klok wordt vermengd met elektronische manipulaties (gerealiseerd door het Luikse Centre Henri Pousseur), waardoor het klankspectrum van de klok uitgebreid wordt en er een infadend effect ontstaat, dat de luisteraar in de muziek trekt.

Ondanks de secure uitvoering van de zangers van Psallentes, valt dit eerst deel wat te lang uit. Het duurt meer dan een half uur voor Deleuze met de tekst van het ‘Magnificat’ in “zijn” muziek belandt. De zes zangers worden nu individueel aan het werk gezet en het gebruik van het orgel van de Onze-Lieve-Vrouw ter Kapellekerk en de cornet trekken de mogelijkheden verder open. Met d middentoonstemming (met noten die afwijken van wat in Westen gangbaar is) van deze instrumenten bewaart de muziek wel een zweem archaïsme dat wonderwel samengaat met de hedendaagse toonspraak van Deleuze.

De benevelde harmonisatie doet bij momenten aan Messiaen denken, al trekt de Deleuze de dissonante nog wat verder door. Het fraaist is echter de variatie die hij aanbrengt in het gebruik van stemmen en instrumenten. Ter illustratie van de tekst worden die op contrasterende manieren aangewend. Het statische begin moet niet toevallig in het ‘Et Exultavit Spiritus Meus’ (Mijn geest heeft zich verheugd) plaats maken voor meer beweeglijke polyfonie. Voor de zin ‘Quia respexit’ wordt het falsetregister van de tenoren aangesproken, uitgerekend in de enige zin die “verraadt” dat de tekst uit de mond van Maria komt. Bij het verheffen van de nederigen bouwt Deleuze in verschillende stappen de harmonie steeds hoger op, zoals hij de muziek op de tekst “Hongerigen heeft Hij met gaven vervuld, en rijken heeft Hij leeg weggezonden” laat versoberen en uitlopen op een gerekte s-klank.

De grotere variatie en de beperktere duur van de verschillende delen jagen het tempo van het werk in dit tweede deel de hoogte in, wat de muzikale beleving ten goede komt. Het einde is echter opnieuw voor de dreunende parallellismen, waarmee de muziek lijkt terug te plooien op haar rituele karakter.

In het derde deel ‘Tota Pulchra Es, Amica Mea’, laat Deleuze het werk tenslotte buiten het kerkgebouw treden. In plaats van de zangers nemen nu vrouwelijke spreekstemmen het heft in handen. De centrale zin tekst “Nigra sum, sed formosa” (Donker van huid ben ik, maar ik ben mooi) is op zich al een mooie referentie naar de kleurrijke Marollenwijk waar de Onze-Lieve-Vrouw ter Kapellekerk staat. Het is voor Deleuze echter maar een eerst stap, want hij kiest er voor om de tekst in verschillende talen te laten zeggen: Aramees, Grieks, Frans, Italiaans, Nederlands en nog een handvol andere talen die op een doordeweekse dag rond de kerk te horen zijn. Het einde is echter terug voor de instrumenten en de zangers die als in een naderende processie steeds luider worden, om vervolgens zacht uitdovend zich opnieuw te verwijderen van de luisteraar.

Inhoudelijk zit Deleuzes ‘Tota Pulchra Es, Amica Mea’ stevig in elkaar. Hij heeft zijn liturgische teksten goed gekozen en behandeld, zowel vanuit historisch als vanuit het hedendaagse sociale perspectief. Louter muzikaal komt het werk echter traag op gang en lijkt het laatste deel wat los te staan van de andere. Deleuze probeert dit euvel op te vangen door de gemanipuleerde klokgeluiden als bindmiddel te blijven hanteren, maar of dit voor alle luisteraars overtuigend zal werken, is nog maar de vraag.

Meer over Jean-Pierre Deleuze


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.