Van alle componisten is Johann Sebastian Bach iemand waarvan de muziek zich met meest gemakkelijk leent tot transcripties. Geen wonder dan dat velen na hem zijn instrumentale muziek hebben bewerkt. Hélène Grimaud koos voor haar eerste Bach-opname transcripties van Bach door Ferruccio Busoni, Franz Liszt en Sergei Rachmaninov en liet die telkens vooraf gaan door de prelude en fuga uit 'Das Wohltemperierte Klavier' in de overeenstemmende toonaard. Bachs concerto in d mineur maakt het plaatje af want ook dit werk is eigenlijk een arrangement, zij het dan van Bach zelf, van zijn eerdere en verloren gegane concerto voor viool

Grimauds kijk op Bachs originele werken is vrij droog en zelfs wat intellectualistisch. Ze volgt secuur Bachs partituur en permitteert zich weinig vrijheid in tempo of interpretatie. Waar die nadruk op structuur en transparantie zich het sterkst laat horen, is in de manier waarop Grimaud nagenoeg geen pedaal gebruikt in deze Bach en haar bassen duidelijk neerzet, wat droogjes maar heel goed verstaanbaar. Die droge aanpak toont zich ook het concerto, waar een strikt afgelijnde pianopartij voor een uiterst transparante uitvoering zorgt. De hoekdelen moeten het dan ook vooral hebben van Bachs perpetuum mobile figuraties, die Hélène Grimaud met een karakteristieke strengheid neerzet. Meer van zulke aanpak in de prelude in c mineur, die dan ook zo weer voorbij is: met een razendsnelle hamerende motoriek worden zowel prelude als fuga zuiver en accuraat neergezet. Ook geen spoor van sentimentaliteit in de chromatische fuga in d mineur: Grimaud geeft Bachs muziek zuiver weer en laat elke noot enkel voor zich spreken. Maar dat wil niet zeggen dat ze op deze plaat ongevoelig is voor de kwaliteiten van een moderne concertvleugel. Zo is het een plezier om ze fluisterend stil te horen gaan in de prelude en fuga in cis mineur, een van de meest intieme momenten van het hele recital.

In de transcripties laat Grimaud dan weer wat meer inbreng horen. Busoni's kijk op de 'Chaconne' uit Bachs tweede partita voor viool bezit een bedreigende dramatische geladenheid in zijn openingsmaten die op deze uitvoering niet verloren gaat. Deze muziek bezit een zekere onrust die ze niet toelaat in Bachs originele composities. Liszts transcriptie van Bachs prelude en fuga in a klein voor orgel BWV 543 belooft spectaculair vuurwerk en levert het ook af maar hoewel ze in deze werken haar piano overweldigend kan laten klinken, wijkt ze weinig af van het transparante idioom waarin al deze Bachs uitgevoerd worden. Elk afzonderlijk nootje en elke middenstem blijven zo perfect verstaanbaar. Haar lezing van Bachs (of Liszts) fuga hier blijft zowel muzikaal als intellectueel een hoogstandje dat door weinig pianisten geëvenaard kan worden.

Hélène Grimaud benadert Bach op een originele en zelfs bescheiden manier op deze cd: door niet het kernrepertoire voor klavier aan te pakken, waarvan, op klavecimbel, orgel of moderne piano trouwens toch al vele schitterende opnames bestaan maar door Bachs originele composities te confronteren met de manier waarop latere generaties componisten zijn muziek zagen. Dat, en een uitvoering die de precisie van een Zwitsers uurwerk bezit zijn twee grote argumenten om deze cd in huis te halen.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.