Wie de cover van een cd als deze ziet, is misschien niet meteen geneigd om hem te kopen: dirigent Fabio Luisi, waarvan de handtekening in het groot boven zijn hoofd prijkt, en die welwillend glimlachend de luisteraar aankijkt, laat vermoeden dat dit een plaat is met 'Johann Strauss' beste walsen' of dergelijke... Om maar te zeggen dat de cd niet bijzonder goed vorm is gegeven, maar daarmee is het meest negatieve erover meteen gezegd. Deze uitvoering van Beethovens nauwelijks uitgevoerde mis in C groot is namelijk een ongelooflijk aangename verrassing, want zowel de muziek, die voor velen onbekend zal zijn, als de uitvoering zijn van een uitzonderlijk hoog niveau.
Beethoven schreef slechts twee missen tijdens zijn leven. Deze eerste werd in 1807 geschreven, vijftien jaar voor de bekendere Missa Solemnis. Het werk is sindsdien een beetje in de vergetelheid geraakt.Ten onrechte, want het is een prachtig muziekstuk, dat niets van het hemelbestormende van Beethovens andere werken voor koor en orkest heeft. Schubert rekende het tot zijn favoriete werken.
Beethoven slaat met deze mis een totaal andere richting in als zijn voorgangers, met name Haydn. In plaats van te kiezen voor een polyfone, contrapuntische 'kerkstijl', met talloze imitaties en een dicht geweven muzikale textuur, schrijft hij in een eenvoudigere stijl, die, in de geest van de romantiek, erg letterlijk de tekst probeert uit te beelden. Zo bevat deze mis nauwelijks fuga's, niet weg te denken uit de muziek van Bach en Händel, en de enkele die erin voorkomen, zijn uiterst beperkt.
Het orkest van de Mittel Deutsche Rundfunk uit Leipzig begeleidt koor en solisten met een eindeloos gamma aan kleurschakeringen en nuances. Zij volgen de Latijnse tekst van de mis erg getrouw in hun frasering en overstemmen de solisten op geen enkele plaats. Hiermee wordt een potentieel bombastische Beethoven meteen herleidt tot menselijke proporties, erg aangenaam om naar te luisteren. Ook individuele prestaties, in het bijzonder van de klarinetten, zijn verzorgd en spreken de luisteraar meteen aan. Het koor zingt erg soepel en zacht maar natuurlijk waar nodig ook overweldigend (dit is echter zelden, zoals aan het begin van het Gloria of het Credo). De tekst is altijd goed verstaanbaar, al laten de zangers op het gebied van tekstuitspraak hier en daar wel eens steekjes vallen. De nauwkeurige uitvoering van orkest en koor, en het spelen op soepelheid in plaats van op kracht zorgt dat deze uitvoering iets weg heeft van een Herreweghe-opname.
Als solisten werd niet de grootste namen gekozen, maar voor degelijke zangers die al vaak genoeg hun sporen hebben verdiend, vooral dan in de oude muziek. Ze vallen alle vier op door hun bescheiden manier van zingen, waarbij niemand echt op de voorgrond treedt. Bas Franz-Josef Selig en de jonge alt Claudia Mahnke blinken uit door hun zuivere stemmen en het zorgvuldige gebruik van vibrato. Het is echter vooral in de vocale kwartetten dat de vier solisten tot hun recht komen, door tot een mooie, heel muzikale samenklank te komen, die van alle overbodige last (vibrato!) ontdaan is en heel licht en gemakkelijk klinkt. Het korte maar mooie Benedictus is hier een goed voorbeeld van. Ook als het koor wat later binnenkomt, gebeurt dit heel smaakvol in dezelfde intieme nuance van de solisten.
Zelfs van de grootste componisten bestaan werken die in een vergeten hoekje zijn gesukkeld. Deze mis van Beethoven is er zo eentje, maar het is een prachtig werk, als kerkmuziek niet even toegankelijk als een symfonie of een sonate, maar zeker even diepzinnig en muzikaal even rijk. Met een uitvoering als deze hoef je als luisteraar weinig meer te wensen.
Meer over Ludwig van Beethoven
Verder bij Kwadratuur
Interessante links