Zelfs in zijn glimlach zit er een zekere tragiek verscholen. Is de Canadese violist James Ehnes ooit onbekommerd? Zelden allicht, of het moet op de momenten zijn waarop het applaus losbreekt nadat hij weer een fenomenale interpretatie van een of andere vioolpartij uit zijn omvangrijke repertoire heeft afgeleverd, keurig maar losbandig, technisch grandioos doch zonder franjes. Ja, een eerlijk violist zoals Ehnes is vandaag de dag een uitzondering in het solistenlandschap. Door marketingmachines noch platenreuzen laat de man zich oppeuzelen. Hij heeft immers een gezonde appetijt naar nieuwe uitdagingen en gaat de ene na de andere aan. Steeds regelmatiger leent hij zijn naam aan nieuwe projecten: hetzij solo-opnames, hetzij aan de zijde van zijn actuele begeleider Andrew Armstrong, hetzij als solist bij een orkest. De hoeveelheid opdrachten die hij accepteert, hebben overigens geen weerslag op de kwaliteit van zijn discografie. Waren het eens concerti van Barber, Walton en Korngold die hij op een album onder de loep nam, dan pakte Ehnes even later uit met Tchaikovsky, Shostakovich en Prokofiev. Ook Bartók, Paganini en Mendelssohn ontbreken echter niet op wat een indrukwekkende lijst is met relatief recente verwezenlijkingen. Als Ehnes ergens van wakker ligt, dan is het allicht of de toekomst genoeg nieuwe partituren in petto heeft om de virtuoos, die in 2016 pas de kaap van veertig zal overschrijden, werk te blijven geven.

Kenmerkend voor Ehnes is dat hij zich nergens half voor engageert. Evident? Toch niet helemaal voor een violist met een aanhang zo groot als die van deze Canadees. Het publiek zal immers niet unaniem opgezet zijn met de manier waarop het scherzo van het eerste vioolconcerto hier wordt vertolkt. De rabiate stuursheid waarmee Ehnes zijn snaren te lijf gaat, heeft nog weinig met de traditie van een schertsend stukje muziek van doen. De tot de tanden gewapende aanpak van Ehnes, die in ongeveer vier ratelende minuten de spanning geen moment laat inzakken, loont echter wanneer het om Prokofiev gaat. Diens partituren situeren zich zo vaak op een mysterieuze scheidingslijn tussen leven en dood, tussen helder en duister, tussen schaterlach en tranenvloed. Niet per se via het schone, maar via uitgebeende lyriek en soms bijna drammerige melodievoering beschermt de componist zich tegen het lijden waaraan hijzelf als mens ten prooi viel en waar hij via zijn muziek afstand van nam. Via die abstractie opent zich echter een zeer broze schriftuur, waarbij onder haar demonische en technisch veeleisende oppervlak een ontroerend raffinement schuilgaat. Dat blijkt zowel uit de twee vioolconcerto's als uit de weergaloze sonates.

De beide concerti staan op de eerste cd, met de sonate voor twee violen tussen hen beiden in. Zijn de beide concerti zeer broeierig en organisch opgebouwd, dan is de sonate opus 56 beduidend kaler geconcipieerd. Orkest en solist botsen en versmelten, kreunen onder elkaars gewicht en verheffen elkaar. In hun strijdend element lijkt Prokofiev de schoonheid van het contrast te verkondigen, zonder hetwelke de weg naar ontroering veel lastiger is. In de sonate is verluchting verder verwijderd: met twee gelijke wapens laat Prokofiev Ehnes en Amy Schwartz Moretti een duel opvoeren, dat ze allebei tot het uiterste willen doordrijven. In de sonates (op de tweede cd) opus 80 en opus 94bis (oorspronkelijk voor fluit) tonen Ehnes en pianist Armstrong zich minder poëtisch dan pakweg hun collega's van Keulen en Brautigam, die vorig jaar nog een uitstekende interpretatie opnamen voor Challenge Classics. Ehnes klinkt droger en zakelijker en hengelt minder naar een expliciete muzikaliteit, waarin het andere duo juist excelleerde. In de vijf melodieën opus 35bis (origineel voor stem en klavier) werpt Ehnes' nuchtere aanpak echter zeker zijn vruchten af: ze klinken immers weinig sentimenteel en des te meer doorleefd. En het orkest? Onder leiding van Gianandrea Noseda valt daar hoegenaamd niets negatief over te zeggen, wel integendeel. De hoeveelheid sidderingen en stuiptrekkingen die door het BBC Philharmonic trekken, zijn niet te tellen. De dirigent meet de muzikanten de best passende karakters aan: onnavolgbaar, zoals het alleen Prokofiev-specialisten gegeven is. Dat Noseda inmiddels met Jean-Efflam Bavouzet voor Chandos de studio is ingedoken om de vijf pianoconcerti van Prokofiev in te blikken, is dus bijzonder heugelijk nieuws.

Meer over Sergey Prokofiev


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.