Op deze twee cd's staan werken van Tsjechische componisten die hun inspiratie zochten in de Verenigde Staten. Zowel Dvorak als Martinu kwamen, laat in hun leven, in Amerika terecht en de muziek die ze daar schreven vormt een synthese van oud en nieuw, van Amerikaanse enerzijds en Oost-Europese volksmuziek anderzijds. Op deze cd staan de negende symfonie van Dvorak en de tweede van Martinu, gebracht door het Cincinnati Symphony Orchestra, onder leiding van de Est Paavo Järvi, (jawel, zoon van...)

Dvorak kwam in 1892 naar New York, als docent aan het conservatorium. Qua opzet en vorm zit zijn negende symfonie, (die dan ook toepasselijk 'Nieuwe Wereld' werd gedoopt), diep in de Europese traditie geworteld. Maar Dvoraks interesse voor negro sprituals en Amerikaanse volksmuziek in het algemeen vertaalt zich in enkele typisch Amerikaanse trekjes en melodiewendingen. Martinu vluchtte in 1940 uit Frankrijk en kwam een jaar later in de Verenigde Staten aan. Daar ontpopte hij zich tot een uiterst productieve componist van symfonieën: hij schreef er één per jaar tussen 1942 en 1946. De tweede symfonie blijft trouw aan Martinu's overzichtelijke, neo- klassieke compositiestijl. Duidelijke Amerikaanse invloeden verraden zich zelden, tenzij misschien in de luchtige, lichtjes naar Jazz toe leunende stijl van het werk, en in zijn, over het algemeen, vrolijk karakter. Zelfs het trage deel, met zijn brede spectrum van klankkleuren en zijn transparante orkestratie heeft niets van de tragiek die een traditioneel langzaam symfonisch deel met zich mee kreeg.

Op deze opname valt Martinu's symfonie beter mee dan die van Dvorak, en het feit dat er van Dvoraks negende genoeg andere klasse- opnames bestaan zal daar zeker niet vreemd aan zijn. In de veel minder delicate muziek van Martinu vallen kleine intonatiefoutjes of ietwat zwakkere blazers van het orkest minder op. Bovendien is het een minder moeilijke opgave om Martinu's luchtige muziek een hechte structuur mee te geven, iets waar dirigent en muzikanten dan ook goed in slagen. Niet dat de Dvorak slecht is; integendeel: de strijkers van dit orkest kunnen heel mooi sfeer maken, in het trage deel bijvoorbeeld. En de bekende althobosolo, (dit is ook een aangename verrassing), wordt heel ingetogen en fijn gebracht. Maar het heeft ook al overtuigender geklonken, en de kleine persoonlijke touches die Järvi in tempo en frasering aanbrengt klinken niet altijd even natuurlijk. Wat dan wel heel mooi is, is dat de snelle delen extra power krijgen door de harde klank van de pauken, die erg goed doorkomen, en de trombonesectie, die heel direct en als één man speelt.

Toch is dit geen topper als cd. De Dvorak heeft al beter geklonken en de symfonie van Martinu, die wel heel charmant gespeeld wordt, is eigenlijk een lichtgewichtje, die de balans niet helemaal kan rechttrekken.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.