Kwadratuur interview

Zijn naam doet het al vermoeden: geen hart dat hij niet in vuur en vlam kan zetten. Als niet door zijn sympathieke verschijning of zijn generositeit jegens het publiek, dan moet men wel gewonnen zijn voor de manier waarop hij de toetsen beroert: Jean-Efflam Bavouzet is een van de grootste Debussy-vertolkers van dit moment, en ook op Beethoven en Haydn lijkt hij momenteel definitief zijn stempel te drukken. Later deze maand te gast in de Gentse Handelsbeurs, maar nu al bereid tot een dialoog over zijn muzikale doen en laten.

Het is duidelijk dat je frequent opnames maakt. Zie je cd's als belangrijke mijlpalen, of ligt de kern van een muzikant altijd bij de live-uitvoering?

Jean-Efflam Bavouzet (foto: Paul Mitchell)
Jean-Efflam Bavouzet (foto: Paul Mitchell)
Cd's opnemen en live uitvoeren zijn twee complementaire zaken, zoals een munt twee zijden heeft. Ik kan op heden eigenlijk niet zeggen of ik een van beide verkies. Ik waardeer het nauwgezette werk in de studio, waar ik zo veel mogelijk de spontaniteit van een live-ervaring probeer op te wekken, evenveel als het spelen van concerten, waarin ik dan weer streef naar eenzelfde nauwkeurigheid als in de studio.

Je werkt klaarblijkelijk graag in cycli: je nam de volledige werken van Debussy en Ravel op en beweegt je nu in eenzelfde richting voor Haydn en Beethoven. Interesseert het benaderen van een volledig oeuvre van een componist jou meer dan het maken van geïsoleerde opnames?

Wanneer ik aan bepaalde stukken werk die mij mateloos boeien, wil ik zo altijd weten waar de ideeën vandaan komen en waar ze naartoe gaan. Dit verbreden van het spectrum rondom bepaalde vertrekpunten wordt dan logischerwijs een "complete cyclus". Ik kan daar trouwens aan toevoegen dat ik niet geloof in cd-opnames rondom een bepaald thema. Dergelijke ondernemingen zou ik bewaren voor live concerten.

Zie je je eigen opnames tot nog toe als jouw "definitieve" interpretaties op het repertoire, of is het mogelijk dat je Debussy binnen 30 jaar opnieuw en op een totaal andere manier zal spelen en bekijken?

Jean-Efflam Bavouzet (foto: Benjamin Ealovega)
Jean-Efflam Bavouzet (foto: Benjamin Ealovega)
Ervaring leert dat wij mensen allemaal ingrijpend veranderen, misschien zelfs meerdere keren, doorheen de tijd. Ongeveer twee decennia geleden had ik me niet kunnen voorstellen dat ik alles van Debussy zou opnemen, omdat mijn interesses toen elders lagen. Als mijn visie op Debussy en op alles wat ik tot nu toe heb opgenomen doorheen de jaren niet wijzigt, dan zou ik mijn lezing op zijn mist kunnen verfijnen of herdefiniëren, gezien ik steeds meer ervaring en inzicht verkrijg in het repertoire. Of ik daarom een nieuwe zienswijze ook op cd zou uitbrengen, kan ik momenteel niet zeggen: dat hangt van zoveel omstandigheden af!

Zowel de Debussy-cd's voor Chandos als de opname van de Ravel-concerti gingen gepaard met enkele minder bekende stukken van Massenet en De Falla. Waarom neem je die werken op?

In het geval van Massenet kwamen de stukken mij voor als een aangenaam dessert na de hoofdmaaltijd: bij dezelfde smaken blijvend, zij het in iets lichter verteerbare vorm. De keuze voor De Falla was een veel meer substantiële aanvulling, waarmee ik een contrast wilde toevoegen en een ander gezicht van de gevoeligheden van die periode wilde openbaren. Voor mij is dat de blik verruimen naar repertoire "rondom" de werken die centraal staan.

Een heel aantal vooraanstaande Franse pianisten van dit moment, zoals Roger Muraro en Pierre-Laurent Aimard, zeggen geïnspireerd te zijn door Olivier Messiaen wanneer ze Debussy spelen. Heeft u hetzelfde gevoel?

In tegenstelling tot de twee muzikanten die je opnoemt, ben ik zelf geen student van Messiaen geweest. Mijn beïnvloeding is beperkt gebleven tot af en toe spelen voor Yvonne Loriod en het mogen aanhoren van haar gewaardeerd commentaar. Ik herinner me anderzijds ook Messiaen lang geleden op televisie te hebben gezien, waarbij hij uitlegde waarom de toren-scène uit 'Pelléas et Mélisande' voor hem zo belangrijk was. Dat heeft toen een diepe indruk op mij nagelaten. Misschien is het zelfs geen toeval dat ik sedertdien een echte Debussy-verslaving heb ontwikkeld!

De prachtige Haydn- en Debussy-opnames van Alain Planès indachtig: u werkt helemaal anders en kiest niet voor historische instrumenten. Ligt het voor de hand dat u speelt op een moderne vleugel?

Jean-Efflam Bavouzet (foto: Paul Mitchell)
Jean-Efflam Bavouzet (foto: Paul Mitchell)
De Debussy-cyclus werd ingespeeld op een Steinway, mijn Haydn-opnames op een Yamaha. Ik probeer mijn klankideaal in verschillend repertoire zoveel mogelijk te matchen met de geluidsmogelijkheden van diverse instrumenten. Daar hangt immers veel van af! Specifiek daarom heb ik bijvoorbeeld mijn Liszt-recital (verschenen bij label MDG) ingespeeld op een prachtige Steinway die 100 jaar geleden werd gebouwd. Het instrument had precies de klank waar ik gelukkig mee was. Daarenboven ben ik niet bepaald verzot op historische instrumenten. We leven in de tegenwoordige tijd, we hebben een instrumentarium ter beschikking met alle verbeteringen en innovaties die over eeuwen heen hebben plaats gegrepen. We weten dat componisten van alle tijden altijd op zoek waren naar het verbeteren van de technische en mechanische mogelijkheden van de piano. En terwijl de vernieuwingen van de laatste 150 jaar inderdaad verschillende aspecten van de uitvoering, zoals pedaalgebruik, een bredere legato-techniek en de mogelijkheid met grotere dynamische contrasten uit te pakken, hebben gewijzigd, ligt de essentie van de stijl van alle componisten elders. Luister bijvoorbeeld naar hoe Andràs Schiff Bach speelt op een moderne Steinway, en het zal duidelijk worden wat ik bedoel.

De stijl van jouw recente Haydn- en Beethoven-interpretaties is erg sensitief en meticuleus. Voelde je je geïnspireerd door grote voorgangers, of luister je niet veel naar anderen opdat de eigenlijke partituur het enige referentiemateriaal zou worden?

Eerst is er de partituur: de Urtext en, in geval van bijvoorbeeld de Haydnvariaties, zelfs het manuscript van de componist zelf. Anderzijds ben ik nieuwsgierig naar wat anderen meer dan wel minder belangrijk hebben geacht. Inspiratie en beïnvloeding zijn, in mijn beleving, twee pijlers die in een delicate balans moeten worden gewogen, zo veel mogelijk georiënteerd naar de geschreven tekst zelf. Voor Beethoven kan ik zeggen dat ik op live concerten intens heb genoten van Gulda, Richter, Pollini, Badura-Skoda en Kocsis.

Je hebt Franse muziek opgenomen, en profileert je nu met het Austro-Germaanse repertoire. Wat brengt de toekomst: meer van hetzelfde, of iets anders? En kan je die keuze in alle vrijheid maken?

Ik bevind me in de wonderlijke situatie dat mijn label Chandos mij volledig vrij laat in de repertoirekeuze. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Ze hebben mij gevolgd voor de Bartok-concerto's onmiddellijk nadat ik met de Franse reeks was gestart. Beethoven was voor mij een logische stap omdat ik al jaren lang met die muziek bezig ben, nog voor ik de eerste prijs behaalde op de Beethoven Competition in Keulen. En ook met Haydn heb ik een lang lopende verwantschap: mijn eerste cd-opname, 20 jaar geleden, was aan die componist gewijd. Momenteel begeef ik me richting het Oosten, met de Prokofiev-concerti. Zoals ik het nu aanvoel, ben ik veel affiniteit aan het opbouwen met het Russische repertoire.

Het heeft er helaas alle schijn van dat klassieke muziek tegenwoordig vooral een aangelegenheid is voor oudere mensen. Probeer je jongere generaties aan te spreken, of is dat niet mogelijk als uitvoerder? En hoe belangrijk is een publiek voor u als muzikant?

Jean-Efflam Bavouzet (foto: Paul Mitchell)
Jean-Efflam Bavouzet (foto: Paul Mitchell)
Over die vragen kan men ver uitweiden. Eigenlijk geloof ik dat klassieke muziek, althans sedert de eerste helft van de 20e eeuw, mensen bereikt, interesseert en ontroert na hun eerste jeugd. Het publiek wordt niet ouder, maar blijft altijd voornamelijk bestaan uit mensen van middelbare leeftijd en ouderen. Dit moet sociologische, professionele of persoonlijke redenen hebben. Tegelijk is het zeker een verlies geweest dat het muziekonderwijs zich in de meeste landen heeft afgescheurd van het traditioneel educatief systeem en de nauwgezette pogingen om jonge mensen naar concerten te brengen, meestal onvoorbereid en dus totaal verloren op voorhand, hebben volgens mij vaak een effect tegengesteld aan wat men probeert te bereiken. In navolging van deze constatering probeer ik geen jonger publiek te bereiken, want ik denk dat de interesse al eerder moet zijn opgewekt en gevoed. Misschien moeten we echter wel onze kledingsstijl wat aanpassen, zodat de jeugd ons niet meer bekijkt als pinguïns! Maar ik kan er ook met tevredenheid op toezien hoe sommige jonge mensen oprecht ontroerd worden door wat drie eeuwen muzikanten ons vandaag nog te bieden hebben.

Het publiek is essentieel voor de kunsten en de grote meerderheid van de artiesten hebben uiteraard een dergelijk platform nodig. Ik geloof ook dat memorabele uitvoeringen voortkomen uit zowel geïnspireerd spelen als aandachtig luisteren, beiden verbonden in een spiraal die kan leiden tot een onvergetelijk concert. Hoe dat precies in zijn werk gaat is een mysterie waarin alle schoonheid ervan schuilgaat. Men kan er dan ook niet veel "aan doen". Dit gezegd zijnde weiger ik een slaaf te zijn van de smaak van het publiek. Ik zou de rol van de muzikant eerder omschrijven als die van een gids. Ik spreek het publiek graag toe met enkele persoonlijke bedenkingen bij het programma, maar dit gebruik heeft uiteraard zijn beperkingen.

Je hebt recent meer Debussy opgenomen met het Brodsky Quartet. Is kamermuziek een cruciaal aspect van het muzikant zijn? Of was dit project eerder een toevalstreffer?

Voor mij was die opname een manier om mijn Debussy-project af te ronden. Er zijn nog veel kamermuziekwerken die mij interesseren, dus misschien komt dat nog.

Meer over Jean-Efflam Bavouzet


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.