10 Days Off zou te mainstream geworden zijn. Het was een veelgehoorde uitspraak de voorbije editie van dit meerdaags dancefestival. Was 10 Days Off niet meer het feest van verrassende dance en elektronica in een open sfeer van peace, love and music?
Er werd de voorbije TenDaysOff al eens een sigaret naar iemand gekield, een bekertje vloog al eens van het balkon op iemands hoofd, er werd al eens getrokken en geduwd, de security kwam al eens tussenbeide om twee patsers uit elkaar houden, de ziekenwagen moest al eens langskomen... . Enfin, er is effectief wel wat veranderd op 10 Days Off ten opzichte van vorige edities.
De programmatie liet verstaan dat men vooral voor publiekstrekkers koos, waarvan sommigen van betrekkelijk allooi. Mason of de housefransozen Martin Solveig, Phillippe Zdar en Etienne de Crécy rijgen de radiohitjes aan elkaar. Als men wat wil ontdekken op 10 Days Off kan men deze alvast mijden. Twee nachten 10 Days Off minder dus op het programma. Hoe zat het met de andere negen nachten muziekplezier?

De eerste avond konden de dj's nauwelijks boeien en was het wachten op de liveset van Booka Shade. Op plaat klinkt Booka Shade heel sterk, denk maar aan het aanstekelijke album 'Movements'. Live kunnen ze de subtiliteiten die hun producties zo interessant maken amper overbrengen. Maar dat is ook niet hun intentie. Een feestje bouwen, dat is wat het tweetal wil doen en dat doen ze met brio. Een uitverkochte Vooruit ging volledig loos op uitgesponnen versies van hun hits 'Mandarine Girl', 'Darko' of 'Night Falls'. Het meezinggehalte lag hoog en na een klein half uurtje begonnen de hitjes verdacht veel op elkaar te lijken. Na de bezwete liveset mocht Dj T. wat verkoeling brengen in de zaal. Dat deed hij ook: de concertzaal liep massaal leeg bij zijn, letterlijk, monotone beats. De platenbaas van Get Physical draaide zonder passie of begeestering wat plaatjes na elkaar.

In de andere zaal begon Agoria aan zijn liveset. Het begon leuk met een ijle soundscape, een weerbarstige beat en hypnotiserend ravegeluid. Maar de beat haalde de melodie in en verwerd tot een ordinaire vier-vier-beat. Weg soundscapes en melodieën en het ging richting stampende Detroittechno. Nadien werd er nog wel vermakelijk gespeeld met vocalen en zweverige melodietjes, maar de fut was er al uit. Wat mager dus voor iets wat aangekondigd werd door de organisatoren als 'een van de boeiendste live-acts uit Frankrijk'.

Die eer is nog steeds weggelegd voor Laurent Garnier. De Franse oergod van de techno kwam in Gent eerst een live spelen om nadien het feestje draaiende te houden met een dj-set. Op Sónar vorig jaar gaf hij al een aanstekelijk performance samen met pianist, blazers en drumsectie. Terwijl hij zich toen onzichtbaar maakt achter zijn batterij elektronica, profileerde Garnier zich op 10 Days Off duidelijk als de leider van het gezelschap. Als een echte dirigent gaf hij gaf hij zijn muzikanten aanwijzingen, pepte hen op en zorgde voor een perfect georchestreerd geluid dat de Vooruit wat dichter bij de hemel bracht. Na zijn energieke live ging Garnier meteen door achter de draaitafels. Ondanks zijn leeftijd was hij de meeste energieke performer die de voorbije Ten Days te zien was. Ook als dj moet Garnier natuurlijk geen les krijgen. Niet alleen zijn unieke platenkeuze, maar vooral zijn perfect aanvoelen van de zaal maken van hem een ongekroonde superstar-dj. Bij elke plaat die hij oplegt, neemt hij de dansvloer geleidelijk aan mee in zijn universum. Ook leuk om zien is hoe Garnier zichzelf constant corrigeert en dirigeert, zelfs als dj. Op 10 Days Off begon hij met progressieve minimal om over te schakelen naar funky techno of vuile acidhouse. Het ravegevoel was nooit veraf. En wanneer de zaal helemaal op ontploffen stond, schotelde hij de menigte een scheut stevige rock voor. De Vooruit laafde zich graag.

De Duitsers scoren

Een ander absoluut hoogtepunt was de liveset van Modeselektor. Deze twee ruigerds begonnen met een kwartier vertraging, maar maakten dat met hun spetterende show ruimschoots goed. Het interessante aan Modeselektor is hun unieke sound en het feit dat genre-indelingen hen gestolen kunnen worden. Zij hebben hun eigen sound en die gaat voorbij aan de geijkte genres. Op 10 Days Off begonnen de twee bij hiphop om geniepig richting house te gaan. Even later stond de zaal te dansen op vuile elektro en voor de zaal het besefte, was het weer hiphop. De enige constante is de kwalitatieve sound die Modeselektor produceert door middel van hun zelf ontworpen apparatuur. Jammer dat net die apparatuur het twee keer compleet begaf, waardoor er een wat lompe stilte viel. Maar zonder meer was deze Modeselektor live een grand cru van deze 10 Days Off.

Zondagavond is traditioneel een wat rustigere avond tijdens de Gentse Feesten met een beperktere opkomst. De komst van de Berlijnse Bpitch-crew rond Ellen Allien en haar hippe label konden daar geen verandering in brengen. Allien moest in laatste instantie verstek laten gaan. Haar draaishift werd ingenomen door Djuma Soundsystem.

Zander TV mocht als eerste Bpitch-artiest aantreden. Hun dj-set gaf een mooie staalkaart van de unieke sound van het Berlijnse label: melodieus, stevig, soms vuil, soms minimaal, maar altijd intens dansbaar. Djuma Soundsystem, die eerder al op de openingsavond hadden gespeeld, lieten horen dat ze een tweede passage verdienden door het publiek met fijne, kwalitatieve dansplaten in te pakken. Het duo draaide met veel toewijding en zat er niet om verlegen om een plaat eens wat langer te laten uitspelen. Met eindelijk voldoende plaats om te dansen en (eindelijk) goede muziek was deze Bpitch label-night één van de hoogtepunten van deze 10 Days Off.

Minimale verandering

Op de M_nus label-night was het echter heel andere koek. Men kan de avond van het minimallabel rond superster Richie Hawtin samenvatten als: te veel volk, te veel beats. Magda mocht de dans openen maar kon niet tippen aan het niveau van passage in 2006. Haar minimale geluiden toen mochten nu nog slechts een ondergeschikte rol spelen in de climax, in afwachting van de beat. Op zich geen slechte set, maar van het immens de hemel in geprezen M_nus-label mag men meer verwachten. Gaiser leverde een puike prestatie door zichzelf te profileren als de laatste bezieler van de minimal-hype: zijn beat veranderde in het hele uur welgeteld één keer, minimal in de zin van minimale verandering dus.

Leuker was het in de andere zaal waar de twee Britten van Addictive TV het tegendeel deden en gingen voor de volle sound. Maar belangrijker was het beeld. Zij mixten niet alleen geluiden en plaatjes, maar ook nog eens beelden door elkaar. Zo ging het geluid van vingergeknip samen met het beeld van de vingers van Antonio Banderas. Samen met handengeklap, enkele filmquotes en een swingende beat ging Addictive TV aan de slag en bouwde er een sensationeel dansje mee. Toch kon de gimmick niet boeien voor de volle twee uur. Nadien was het aan the fucKINGFUCKS. Dit beloofde 'een prikkelende sensatie' te worden volgens het programmaboekje. Deze samensmelting van een oud-lid van Front 242 en de visueel kunstenaar Patrick Codenys was echter zo arrogant dat het niet meer leuk was om zien. De zangeres die ze voor dit project hadden uitgenodigd, hadden ze beter achterwege kunnen laten, net als de beelden die wel een gemeenschappelijk thema hadden, maar geen gemeenschappelijk doel. De muziek deed verdacht veel aan Praga Khan denken. Helaas, zonder de energie van een Maurice Engelen.

Beneden in de Concertzaal was False a.k.a. Audion begonnen aan zijn live. Audion is het danceproject van wonderkind Matthew Dear. Onder de naam False maakt hij meer experimentele zaken. Het experiment was zeker aanwezig, maar vertaalde zich niet in een subtiel knutselen met geluiden om een unieke sfeer te creëren. Dear hield het bij een verknippen en invoegen van geluiden zoals hij er op dat moment zin in had. Geluiden kwamen en gingen weer zonder enig gevolg voor de structuur van de set.

Dit in tegenstelling tot Richie Hawtin die in zijn dj-sets steeds subliem geluiden kan doen opkomen en verdwijnen om ze een uurtje later weer als een motief in de set te verwerken. Richie Hawtin is niet alleen een oude rot in het vak, hij is ook een pionier. Hij verbrak de grens tussen live-optredens en dj-sets. Hij weet het publiek tijdens zijn memorabele sets soms zo te bespelen dat de hele zaal uit de bol gaat op het geluid van een sirene. Maar van al deze genialiteit was op deze editie van 10 Days Off weinig te merken. Het begin van zijn set deed al nattigheid vermoeden. De mooie, sferische opbouw sloeg hij over en hij begon gewoon aan de beats, jammer genoeg niet van het opzwepende, maar van het afstompende soort. Soms haalde hij nog eens zijn oude niveau, maar voor de rest was het op automatische piloot. En die liet het blijkbaar ook afweten, want de mixstijl was bij momenten erbarmelijk.

Diepe bassen als hoogtepunt

Het leek trouwens bijna een trend te zijn op deze editie van 10 Days Off, dj's die er faliekant naast mixten. Richie Hawtin, Dj T., Konrad Black, Slam, Cosy Mozzy, Tommie Sunshine, ... allemaal gingen hun beats wel eens verschillende kanten op. Doe dan liever zoals Mary Anne Hobbs: mix niet. De bevallige Engelse radio-dj moest het vooral hebben van haar onberispelijke platenkeuze. Ze speelde dubstep, maar dan de meest stevige soort die er te vinden was. Eigenlijk speelde ze van alles door elkaar, maar het mocht duidelijk zijn dat ze op een dubstep avond stond geprogrammeerd.

Deze was trouwens wijselijk veranderd van locatie. De cleane Mine White Room had allerminst een gepaste locatie kunnen zijn voor een van de meest donkere elektronische genres. Daarom waren de dubstep-dj's verhuisd naar de prachtige Ball room met zijn intieme belichting en decadente sfeer. Het kwam vooral de set van Plastician ten goede. Deze jonge snaak verkende met het publiek alle soorten van dubstep. Hij begon met een heel soulvolle variant, met percussie en saxofonen in de verte. De zwoele sfeer mocht nog even blijven om dan wat donkerder te worden en uiteindelijk om te slagen in een extatische ravevariant. Toen hij zijn set na anderhalf uur richting hiphop stuurde, verloor hij echter van velen de aandacht. Beneden waren op dat zelfde ogenblik Fabio & Grooverider aan het bewijzen dat drum 'n bass helemaal nog niet dood is. De zaal was niet echt overtuigd.

Niet voor durvers

Het afsluitende weekend werd er eentje van de heersende middelmaat. Er waren degelijke sets, maar geen uitschieters te horen. Tiefschwarz kwamen er hun tienjarig bestaan vieren samen met een volgelopen concertzaal. Ze draaiden naadloos leuke dancetunes in elkaar, maar zonder verrassingen, unieke sfeer of positieve uitschieters. Starski & Tonic gaven op dat moment een soort kruisbestuiving tussen een dj-set en hun live alter ego The Subs. Vette geluiden, eightiesbeats en samples werden op een uitgelaten balzaal afgevuurd. De twee Gentenaars speelden een thuismatch wat een schare fans vooraan opleverde die elke bliep en bas fantastisch vonden. Achteraan in de zaal echter lag de circulatie hoog. De gimmick met de oude foute samples kon blijkbaar niet iedereen boeien waardoor de meeste luisteraars er hoogstens een half uurtje de beentjes kwamen strekken en weer andere oorden gingen opzoeken.

Zaterdag mocht progressivegod John Digweed drie uur lang zijn kunsten komen tonen. Digweed leek helemaal in zijn sas en speelde grand cru progressive. Zijn platenkeuze was perfect, alleen verviel hij snel in een automatisme. Hierdoor werden climaxen voorspelbaar en de melodieën na een uurtje belegen. Helemaal in de bovenste zaal van de Vooruit was de Leuvense crew rond dj en producer Raoul een housefeestje aan het bouwen. Niet echt de meest boeiende house, maar wel onderhoudend. Nadien was het uitkijken voor Innervisions-labelbaas Dixon. Hij speelde wat lome house waarover hij zweverige klanken mixte die het publiek vrijelijk deden dansen. Maar die subtiele mix kon hij niet lang volhouden en na een half uurtje verviel hij in slappe Chicagohouse inclusief vrolijke vocals.

De tweede zondag was technodag. Stanny Franssen en Monika Kruse spelen techno, techno en nog eens techno. Kruse is een publiekslieveling. Het ex-model pakte met haar verschijning alleen al de concertzaal in. Ook haar opzwepende beats waren welkom bij het technovolkje. Maar echt boeien deed het allemaal niet, laat staan verrassen. Hopelijk deed Slam dit wel. Hun producties worden soms valselijk onder 'techno' gecatalogiseerd, want hun geluidsspectrum is heel wat breder. Hun laatste mix-cd 'Nightdrivin' liet horen dat het Schotse duo alle stijlen moeiteloos aan elkaar mixte. Ook op Ten Days lieten ze zich in het eerste uurtje van hun set van hun meest veelzijdig kant horen. Ze brachten een soort mix van housebeats met daarover heel wat psychedelische geluiden die de afstompende techno van voordien snel deden vergeten. Nadien werd er dan weer wel overgegaan naar het meer stevige pomp- en beukwerk.

Knock-out in laatste ronde?

Misschien bracht de laatste avond 10 Days Off dan toch nog de verrassing? De verwachtingen waren hoog voor de live-sets van The Presets en onze eigenste Spirit Catcher. Maar ook hier dubbele teleurstelling: The Presets klonken als een kruising tussen Chromeo en Front 242, maar dan zonder het charisma en de vindingrijke arrangementen. Spirit Catcher deed alsof ze de French House weer hadden uitgevonden. In de concertzaal mocht Tiga de programmatie bepalen voor die avond. Konrad Black begon zijn eerste uurtje met intrigerende minimal vol sfeervolle melodieën. Toch was de zaal vooral voor Tiga en zijn variaties op popmuziek gekomen, waardoor Black het laatste uurtje ook meer elektro ging spelen en al eens een remix van een oud eightiesnummer durfde opleggen. Daarna mocht Tiga zelf het mengpaneel overnemen, wat hij deed met een mash-up van Roman Flügel's 'Geht's Noch' en de vocalen van 'Never Be Alone Again' van Justice. Zonder discussie twee feestplaten, maar die helaas niet bij elkaar pasten in zijn slordige mix. Het was dus tijd om de zaal te verlaten, maar waar naartoe? Drie zalen en nothing on.

Later op de avond combineerde Jori Hulkkonnen het zweverige van Konrad Black en de poppy elektro van Tiga. Hij wisselde beide genres in een mooie mix af. Toch was het niet echt de meug van het jonge Tiga-volkje en liep de concertzaal langzaam leeg. Hulkkonnen gaf niet op en bracht iedereen, die nu voldoende plaats had om te dansen, toch nog een mooie afsluiter van deze 10 Days Off.

10 Days Off is dus niet meer het toonaangevende evenement dat het vroeger was. De namen die ze programmeren zijn nog altijd dezelfde als enkele jaren terug. Alleen zijn de artiesten nu geen rijzende sterren meer, maar gewoon sterren die kiezen voor zekerheid in plaats van uitdaging. De kans dat 10 Days Off nog wordt wat het vroeger was, is klein. Met de aantrekking van grote sponsors en een volle kassa op het einde van de rit, lijkt het onwaarschijnlijk dat er nog naar jong talent zal worden gespeurd. Door deze nieuwe koers van wordt er in Gent een vacuüm gecreëerd voor optredens en dj-sets van jong talent en vernieuwende namen. Op 10 Days Off 2007 viel er alleszins, op een Modeselektor en Plastician na, weinig te ontdekken.

Meer over 10 Days Off 2007


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.