Als een echte freejazzlegende werd Arthur Doyle aanvankelijk aangekondigd. De oude man in de schreeuwerige zwerversoutfit en met knalgele zonnebril op de neus, beklemtoonde met zijn passage in de Hnita-hoeve echter alleen maar dat zijn gloriedagen reeds lang zijn vervlogen.

In het verleden is meermaals gebleken dat het programmeren van oude (freejazz)musici risico’s inhoudt. Verhalen van belabberde muzikale prestaties als gevolg van leeftijd of (in een zeldzaam geval) misbruik van stimulerende middelen duiken links en rechts wel eens op. Tommy Denys van Kraak (de organisatie die Doyle naar België haalde voor een festivaloptreden en tevens voor hem een Europese mini-tour organiseerde) gaf in een interview op Kwadratuur ook toe dat hij zijn hart vasthield voor de komst van de in 1944 geboren tenorsaxofonist, van wie geweten is dat hij een wisselvallig karakter heeft. Die verhalen hielden de organisatoren van Noir de Noir en Hnita vzw echter niet tegen om Doyle te strikken tijdens diens uitzonderlijke passage op het Europese vasteland. De dag nadat hij op het Kraak Festival had gespeeld, staat Doyle bijgevolg op het podium in Heist-op-den-Berg. Deze keer niet met Steve Noble, zoals een dag eerder in Aalst, maar wel met de flamboyante drummer Giovanni Barcella.

De inmiddels 66-jarige Doyle kan bogen op een indrukwekkend palmares. Hij speelde aan de zijde van Milford Graves, Sun Ra en Noah Howard (onder meer op het explosieve en recent heruitgebrachte ‘The Black Ark’) en zorgde met zijn eigen ‘Alabama Feeling’ in 1978 voor een late klassieker van de freejazzbeweging. Mede dankzij Thurston Moore van Sonic Youth, die dat album als één van zijn favoriete platen aller tijden beschouwt, werd de obscure saxofonist herontdekt en sinds de jaren negentig geeft hij opnieuw wereldwijd, maar in beperkte mate optredens. Zijn performances zorgde de voorbije jaren wel eens voor gemengde gevoelens en dat is tijdens deze ijskoude zondagavond in de Hnita-hoeve niet anders.

Terwijl voorafgaand aan het concert iedereen nog rustig een drankje nuttigt, slentert Arthur Doyle doorheen het café op weg naar het podium. Ondertussen mompelt hij onophoudelijk en onverstaanbaar in zichzelf en tegen enkele bezoekers die hem aanspreken. Wanneer even later het sein wordt gegeven om plaats te nemen in de concertzaal, blijkt dat Doyle al staat te wachten op zijn publiek. Diep voorover gebogen, leunend op de piano die helemaal achter in de hoek van het podium is geduwd, kijkt hij doorheen zijn gele zonnebril minutenlang uitdagend in de zaal. Dan komt drummer Giovanni Barcella binnengewandeld en na een korte aankondiging en een gebrabbeld “Are you ready man?” richting de drummer, beginnen de twee aan het concert.

Beide musici spelen geheel onversterkt en dat zorgt meteen al voor problemen. Barcella vliegt er stevig in terwijl Doyle, gezeten op een stoel, heel wat rustiger van start gaat. De saxofonist wiegt rustig van achter naar voor en speelt trage, melodische lijnen die echter worden overstemd door een ontketende Barcella. Doyle houdt het dan ook al snel voor bekeken en laat de Italiaans-Belgische drummer zijn gang gaan. De keuze om Doyle uitgerekend aan hem te koppelen lijkt op dat moment heel even de verkeerde, maar gelukkig wordt het evenwicht qua volume snel hersteld. Ervaring in deze bezetting heeft de in Gent residerende Barcella natuurlijk met hopen dankzij onder meer een eindeloze reeks duoconcerten met saxofonist Jeroen Van Herzeele in El Negocito. Na het openingsstuk tapt hij dan ook uit een ander vaatje, net als Doyle overigens, want die zal zijn tenorsax aan de kant laten gedurende de rest van de eerste set.

Wat het publiek nog wel van de Amerikaan te horen krijgt is van een zeer bedenkelijk niveau. De ondertussen ritmische en pulserende drumpartijen krijgen van hem een vocaal antwoord. Doyle staat er om bekend gebruik te maken van zijn stem tijdens een concert. Vaak komt dat neer op een soort vrij vocaliseren, beïnvloed door gospel en spirituals, dat niet zozeer muzikaal maar wel expressief wordt aangewend. Hier klinkt het echter meer dan eens als dronkemansgelal (zelfs wanneer ‘Summertime’ van Gershwin even doorschemert) en verschillende mensen in het publiek kunnen een schaterlach niet onderdrukken. Het wordt zowaar nog erger wanneer Doyle de blokfluit ter hand neemt en er amper in slaagt een deftige noot te produceren.  

Een mompelende Doyle bedankt vervolgens zijn compagnon en het publiek en verlaat het podium. Onduidelijkheid troef, want niemand weet of er nog een tweede set volgt. Gelukkig komen Barcella en Peter Anthonissen van de Hnita-hoeve nog even terug om te melden dat het slechts om een korte pauze gaat.

De tweede set begint hoopvol met enkele krachtige stoten van Doyle, die opnieuw de tenorsax ter hand heeft genomen. Hij speelt op een gegeven moment simpele, ritmische figuren die aanvankelijk gelijklopen met de drumpartijen maar na verloop van tijd stilaan gaan afwijken. Dat zorgt voor een mooie spanningsboog, die evenwel net als de andere stukken bruusk wordt afgebroken en stopgezet. Doyle heeft zijn sax dan alweer aan de kant geschoven ten voordele van het vocale werk. In het publiek worden opnieuw wenkbrauwen gefronst terwijl Doyle de ondertussen bekende brabbelende en kreunende geluiden voortbrengt.

Uiteindelijk valt alles toch voor een moment in de plooi. Voor het afsluitende stuk kiest de Amerikaan gelukkig dan toch nog eens voor zijn tenorsax en wat de Hnita-hoeve dan te horen krijgt is Doyle op zijn best. Plots weerklinken ruwe maar simpele melodieën die dankzij een schurende klank en een paar (moedwillige?) uitschuivers zowaar aan Albert Ayler doen denken, waarop het vuur onverwachts aanwakkert. Barcella, gedurende het concert altijd op zijn hoede voor de onverwachte bochten van de saxofonist, probeert vervolgens de knuppel enkele keren in het hoenderhok te gooien en heel even komt het duo los. Maar vooraleer de vonk echt kan overslaan houdt Doyle het definitief voor bekeken.

Met het programmeren van Arthur Doyle namen de organisatoren een zeker risico. Aan zijn status van legendarisch freejazzmuzikant deed de afgeleefde, en voortdurend onverstaanbaar mompelende saxofonist deze avond slechts op een zeldzaam moment herinneren, ondanks de moedige pogingen van Barcella om hem op sleeptouw te nemen. De oninteressante vocale passages en de in verhouding te schaarse momenten op tenorsax maakten van dit concert eentje om stilletjes te vergeten.

Meer over Arthur Doyle & Giovanni Barcella


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.