Met zo’n 12.000 bezoekers was de zaterdagavond van Feest in het Park volledig uitverkocht, maar op het pittoreske terrein naast de Donkvijver viel daar amper iets van te merken. Gezelligheid troef, daar in Oudenaarde: geen zegen voor amateur-zakkenrollers, maar een ware verademing voor de massaschuwe festivalganger na de Limburgse megalomanie van vorig weekend. Dat het weer wat tegenviel, moet een mens er dan maar bij nemen. Als het de artiesten dan ook nog eens een goed gevulde tent oplevert, kan zo’n onweertje af en toe eigenlijk geen kwaad.

De Gentenaren van Absynthe Minded hadden geen regenbui nodig om de Grand Mix te laten vollopen, maar jammer genoeg deed hun optreden die solide reputatie niet veel eer aan. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit voor een groot deel lag aan de ondermaatse geluidsmix. Zo klonk een energiek gespeeld ‘End of the Line’ toch mak doordat de stuwende Rhodes amper hoorbaar was en werden de stevigere rocknummers ontdaan van hun melodieuze laagje, waardoor het karakteristieke timbre van frontman Bert Ostyn extra dun en klagerig overkwam.

Dat de band met die zompige sound koos voor een ietwat gejaagde en gebalde set, maakte de zaak er niet bepaald beter op. Zo passeerde tophit ‘Envoi’ in een redelijk banale en verrassend snelle versie (moest er iemand zijn trein halen?), terwijl ook andere respectabele nummers als ‘Moodswing Baby’ verbleekten bij de studioversie. Wanneer het vijftal het tempo af en toe liet zakken, zoals tijdens een aangenaam kabbelend ‘Space’, kon het zijn kwaliteiten eindelijk etaleren: een genuanceerd gevoel voor melodie, gelaagde arrangementen en een natuurlijk aanvoelende dynamiek. In Oudenaarde ontbraken echter de juiste omstandigheden en maakte Absynthe Minded bijgevolg een teleurstellend lauwe indruk. 

De jonge snaken van Compact Disk Dummies mochten de weergoden wél danken voor de grote opkomst, maar bewezen al bij al dat ze dat ook waard waren. Dat deden ze echter meer met hun overtuigende performance dan met hun muzikale escapades. Zo miste hun aanstekelijke electro-punk soms een eigen smoel (vergelijkingen met Goose zijn stilaan een cliché geworden, maar bevatten wel een grond van waarheid) en ging de al niet bepaald toonvaste falset van frontman Lennert Coorevits bij momenten stevig uit de bocht. Daartegenover staat dat de groep met ‘The Reeling’ al een ontwapenend catchy hit op zak heeft en ook hun nieuwe single ‘Mess With Us’ veelbelovend klinkt.

Toch wisten de gebroeders Coorevits vooral indruk te maken met de stoere en energieke podiumprésence die hen vorig jaar de eerste plaats op Humo’s Rock Rally opleverde. Wanneer Lennert Coorevits zijn gitaar omgordde om covers van ‘Monstertruckdriver’ en ‘Toxic’ van respectievelijk T. Raumschmiere en Britney Spears te spelen, veranderde hij spontaan van een West-Vlaamse adolescent in een doorwinterde rockgod met tonnen charisma, een transformatie die het publiek niet onberoerd liet. Talent genoeg, maar het is met een bang hartje afwachten wat dat op plaat zal opleveren. 

In de categorie "vergane glorie" kreeg Oudenaarde een Tricky op de dool voorgeschoteld. Leek hij dit jaar nog een bescheiden remonte te suggereren met het broeierige ‘False Idols’, dan stampte de triphoplegende die vermoedens weer de grond in met een chaotische en ronduit bizarre show. Een fascinerend schouwspel, dat zeker, maar dan zoals de zinkende Titanic er ook één was. Welke Adrian Thaws stond er eigenlijk op het podium van Feest in het Park? De vernieuwer die met zijn legendarische debuut ‘Maxinquaye’ ooit een nominatie voor de prestigieuze Mercury Prize in de wacht sleepte, of een meelijwekkende junk met een knoert van een Mike Tyson-complex? Geen idee waarom de Brit was afgezakt naar wat hij “Brussels” noemde (tijd voor een bijles aardrijkskunde met Eminem), maar het was alleszins niet om op te treden. Met de rug naar het publiek met zijn spieren rollen en gedesoriënteerd luchtboksen, dat lukte in zijn roes nog net, maar zingen of rappen was op enkele nummers na toch wat te veel gevraagd.

Een kans voor nieuwe aanwinst Francesca Belmonte om zich in de kijker te zingen? Dat was buiten Tricky gerekend, die zich vaak de twee microfoons toe-eigende en ze dan gelaten wegsmeet, waarop Belmonte met een schaapachtige blik een exemplaar probeerde te bemachtigen. Wanneer dat lukte, liep het evenwel niet altijd van een leien dakje. Zo verving ze de melodieuze, kronkelende zanglijn van ‘Overcome’ door geil gefluister, maar slaagde ze er niet in om Martina Topley-Bird te doen vergeten. Tijdens andere nummers kon ze echter wel overtuigen met een krachtig stemgeluid en toonde ze aan dat haar mindere momenten eerder aan betwijfelbare muzikale keuzes dan aan technische onkunde te wijten vielen.

Technische onkunde kon de strak spelende band inderdaad niet verweten worden, maar voor een act van dit formaat was hun optreden absurd chaotisch. ‘Black Steel’ werd zelfs vroegtijdig afgebroken toen Belmonte het publiek in wilde en de band even het noorden kwijt was. Hoe kon het ook anders, met een ostentatief dirigerende Tricky die er schijnbaar op gericht was om zo veel mogelijk verwarring te zaaien bij zijn band. Toen de versterker van de bassiste ook nog eens tegen de grond ging, was dat pijnlijk symbolisch voor het optreden.

Was het dan allemaal kommer en kwel? Natuurlijk niet: de songs van ‘Maxinquaye’ staan na een kleine twintig jaar nog als een huis en ook het nieuwe werk van ‘False Idols’ kwam goed uit de verf. Het repetitieve ‘Nothing’s Changed’ bijvoorbeeld, gedragen door breakbeats en spaarzame strijkers en meegezongen door een geëmotioneerde Tricky die zowaar een traantje liet. Even later stond die echter weer met zijn hoofd te zwaaien alsof hij een hardnekkige zwerm vliegen wilde verjagen. “I lose my head,” zong hij tijdens een ver uitgelopen bisronde. Laat dat het understatement van de dag zijn.

Meer over Feest in het Park 2013 - Zaterdag


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.