Een ontroerend moment. Jean Paul Van Bendegem komt na een spitsvondig-grappige epistemologische uiteenzetting uit bij de foto van een man. Het is de getormenteerde kop van Ludwig Wittgenstein. In zijn later werk moet deze filosoof op een bepaald moment op het einde gekomen zijn van een diepgaande analyse, waarop hij als besluit een vier maten tellende muzikale frase neerpende. Vangen in muziek, wat niet met woorden gezegd kan worden.

Of nog: kunst als antwoord op vragen waar de kennisleer en wiskundige bewijsvoering falen. Een romantische gedachte. Het moet dezelfde Wittgenstein geweest zijn die beweerde dat de schoonheid van het andante uit Brahms' derde strijkkwartet hem ervan weerhield om zelfmoord te plegen. Tot zover Van Bendegems lezing "in de geest van George Antheil". Met de overweldigende macht van muziek had het concertprogramma van Ictus in de Handelsbeurs immers niets te maken.

Ictus (foto: Evy Ottermans)
Ictus (foto: Evy Ottermans)
Een begenadigd en enthousiasmerend spreker, dat is filosoof en wiskundige Jean Paul Van Bendegem. In zijn lezing kwam hij grappig-intellectueel over. Het minst vrijblijvende van wat hij te vertellen had, was dat we niet de fout mogen maken terug in wetenschap en wiskunde te gieten wat ons raakt als mens. Ook al lijken sommige vormen van Yves Tanguy op grafische voorstellingen van integraalvergelijkingen, ook al is de akoestiek een formidabele wetenschap die een aangeslagen pianotoets perfect met een formule kan beschrijven, het zijn steeds pijnlijke reducties die niets te maken hebben met de menselijke gevoelswereld. "Iedereen houdt van wiskunde" is de stelling die Van Bendegem afleidt uit het feit "dat onze hersenen continu bezig zijn met de meest complexe berekeningen, weliswaar onderbewust". Het woord "berekening" is echter hopeloos ontoereikend wanneer het gaat om de geestelijke processen die in het bewustzijn tot een complexe, emotionele ervaring leiden. Dat aspect, het schoonheidsaspect of belevingsaspect van kunst, laat zich – zelfs niet door een begenadigd filosoof – verbaal vangen.

Ictus bracht George Antheils 'Ballet Mécanique', een werk uit 1925. In alles een contextgebonden creatie, representatief voor een tijd waarin machines en DADA welig tierden. Ontstaan vanuit futuristische impulsen, als soundtrack bij een filmmontage van Fernand Léger. Harmonie lijkt niet te zijn opgenomen als parameter, ten voordele van ritme en nieuwe geluiden zoals het steken van een stok in een draaiende vliegtuigpropeller en het simultaan laten klinken van zestien pianola's. Net zoals de toiletpot van Marcel Duchamp kreunt deze muziek onder de zwaarte van zijn concept. Hoort ze niet eerder thuis in een museum dan in een concertzaal? In een museale omgeving kan men immers de zaal verlaten wanneer men vindt genoeg gehoord te hebben – een gevoel dat zich nogal snel meester durft maken van de toehoorder, ondanks Ictus' uiterst zorgvuldige uitvoering. De film van Léger valt overigens te herleiden tot een brok associatief geknutsel, Freudiaans gekleurd met fallische symbolen, vulva's en lachende vrouwenlippen – bijna een eeuw later dus ook niets bijzonders meer. Als het 'Ballet Mécanique' kort samengevat van iets getuigt, dan moet het wel van een (hernieuwde) belangstelling zijn in een draaikolk van stijlen, in die turbulente artistieke mallemolen van het interbellum.

Ictus (foto: Evy Ottermans)
Ictus (foto: Evy Ottermans)
Voor de lezing van Jean Paul Van Bendegem stonden overigens enkele werken geprogrammeerd voor twee piano's en de beruchte 'Poème symphonique voor honderd metronomen' van Ligeti. Dit laatste werk werd helaas in gang gezet terwijl het publiek de zaal betrad, waardoor het effect van dit stuk quasi volledig verloren ging. Waarom een publiek niet geconcentreerd laten luisteren naar deze zeventien minuten durende, honderstemmige fuga voor evenveel metronomen? Een artistieke keuze van Ictus om het publiek te ontzien? Steve Reichs 'Piano Phase' exploreerde het thema van de machine vervolgens door kleine verschuivingen van een zeer eenvoudig motief te laten plaatsvinden, waardoor de luisteraar op slechts een paar minuten tijd doordrongen werd van de indrukwekkende potentie aan muziek die in slechts een handvol noten verscholen zit. Ligeti's 'Monument' werd aansluitend nogal grotesk gebracht, wat afleidde van de essentie van de partituur. Daarop volgden echter nog tien minuten magistrale Bartók en de grappig-jazzy klinkende Nancarrow, met name een werk voor pianola's dat door Thomas Adès werd gearrangeerd voor twee piano's. Dat was vermoedelijk het enige sprankeltje menselijkheid in deze mechanische concertavond. Vergeet schoonheid, leve de machine? Toch niet. De cd-speler in de wagen is misschien een fantastische uitvinding, maar ze is ondergeschikt aan de schoonheid die ze potentialiseert: een Mozart-symfonie op weg naar huis, zou een mens zonder kunnen?

Meer over Ictus & Jean Paul Van Bendegem


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.