Voor de laatste twee dagen van het festival, verhuisde Istanbul Ekspres van De Centrale naar Vooruit. Een andere locatie en een ander opzet, met tijdens de eerste Vooruit-avond een Turks-Belgische elektronicasamenwerking, een Nederlands-Turkse zangeres en het gedroomde balorkest.

Wanneer Vooruit (mee) een festival met een geografische insteek organiseert, kan er gif op ingenomen worden: uit- en inheemse muzikanten zullen, al dan niet met enige voorbereiding, samen op het podium belanden. Zo ging het ook voor het Turkse knutselduo Seni Görmem Imkansiz en Jürgen De Blonde, Köhn voor de elektronicafans. Na twee avonden repeteren presenteerden ze in de Theaterzaal het resultaat van hun gezamenlijk doorgebrachte uurtjes.

Vanzelfsprekend hoeft een dergelijk treffen niet te zijn. Wanneer een van de twee partijen de muzikale deur resoluut sluit, zijn er alleen maar verliezers, zoals enige jaren geleden te horen was toen de muzikanten van Baba Zula geen oor hadden naar de inbreng van accordeonist Tuur Florizoone. Gelukkig voelden de twee vriendinnen Gaye Su Akyol en Tuğçe Şenoğul en De Blonde elkaar wel aan, zelfs in die mate dat er al aan een herneming van het project in Istanbul gedacht wordt.

Seni Görmem Imkansiz
Seni Görmem Imkansiz
Ver gingen de drie het niet zoeken. De set, opgebouwd als een grote trip, wisselde tussen nummers van Seni Görmem Imkansiz en kosmologische tussenstukken die duidelijk de handtekening van de recente Köhn droegen. Opvallend was dat de Belg meer op het materiaal van zijn collega’s leek te wegen dan omgekeerd. De Blonde voorzag de sympathieke synthesizer- en melodicamelodietjes van zijn collega’s van effecten en beats die net niet mooi in de pas liepen, maar nooit de vermoorde knutselonschuld de nek om wrongen. Het resultaat werd de soundtrack voor een hallucinante droomwereld die door de unisono samenzang van Akyol en Şenoğul een magisch laagje kreeg. In de passages tussen de songs kon De Blonde zich dan uitleven met allerhande geflipper en Star Trek-achtig gezoem waarbij de kleine melodietjes in het luchtledige rond hun eigen as leken te tollen.

Voor de laatste nummers had De Blonde nog iets anders in petto. ‘Tarçin Gezegeni’ en vooral ‘çok Mutlusun’ werden van een iets zwaardere en stabielere beat voorzien, waardoor De Blonde de songs zwarte combats aantrok. Hij hield het echter bij een kindermaat, want ook nu weer liet hij echter het fragiele DIY-karakter van de muziek van zijn Turkse collega’s intact. Galanterie zonder kruiperig te worden: de muzikale gentleman is nog niet uitgestorven.

Hetzelfde geldt voor de zingende vlam, want de setting waarin de uit Nederland afkomstige Turkse zangeres Karsu (voluit Karsu Dönmez) aantrad, liet weinig aan de verbeelding over. Tussen de lampenkappen, luster en rode theelichtjes, omgeven door een lichte walm van koude rook en zelf strak in een glitterjurk gestoken, zou ze niet misstaan hebben als Tina Carlyle in ‘The Mask’. Muzikaal wordt Karsu wel eens de Turkse (of Amsterdamse?) Norah Jones genoemd, een titel die ze alle eer aandeed, zowel in positieve als in negatieve zin.

Een vlakke kopie werd ze echter niet. Door haar zoete songs af te wisselen met Turkse nummers liet ze horen andere wortels te hebben, al klonk ze helaas wel vaak even gelikt als haar Amerikaanse collega. Dat viel meteen op bij de funky poprock van het openingsnummer. Met drums, saxofoon (afgewisseld met dwarsfluit) en een dominante rol voor de elektrische gitaar en de vijfsnarige basgitaar werd het geluid poppy opgedirkt, tot over de grens waar make-up plamuren wordt. De hese kaval zorgde later in de set even voor een andere touch, maar meer kon de weinig beklijvende partij ook niet bewerkstelligen. De tocht langs jazz, pop, Turkse volksmuziek, fusion, blues, reggae en latin was dan ook meer gevarieerd dan boeiend.

Karsu
Karsu
Karsu’s eigen pianospel ontsnapte niet aan de gladheid en bleef beperkt tot de te verwachten clichés, waarbij ze zich tijdens het spelen vaak over haar ontblote schouder naar het publiek richtte. Het mocht snel duidelijk zijn: het amusementsniveau van haar show zou minstens even belangrijk worden als het muzikale.

Als zangeres stond Karsu steviger in haar schoenen, al miste ze, voornamelijk in de Turkse songs, nog de kracht om echt te “pakken”. Wat beklijvende uithalen moesten worden, bleef steken in een wat onmachtig stemgeluid en bij momenten miste haar lage register fond. Desalniettemin waren er enkele mooie momenten, die niet in het minst te danken waren aan het charmante songmateriaal. Het schattige en jazzy ‘I Might Be’ (voer voor de fans van Sarah Ferri), enkele momenten waarop de Turkse nummers de groovende dansambiance opzochten of de ritmiek aangescherpt werd, lieten horen dat Karsu meer te bieden had dan louter vermaak. Alleen komen die kwaliteiten blijkbaar beter naar voor in de meer akoestische setting van haar cd ‘Confessions’ dan met een middle of the road backingband.

Dat de eerste avond Istanbul Ekspres voor het slotconcert naar de balzaal verhuisde, was een voor de hand liggende keuze. Met Luxus stond er namelijk een band op het podium waarbij het moeilijk stilstaan was en vanaf de rituele opener ‘Havva’m’ was het meteen raak. Als een eersteklas balorkest trok de zevenkoppige bende langs Balkanhoempa, reggae, tango, ska, boogie-woogie blues, rock en kronkelende Anatolische melodieën.

Luxus
Luxus
Het opmerkelijker was dat het er allemaal even natuurlijk en vanzelfsprekend uitkwam. Daarvoor heeft Luxus dan ook de gevarieerde traditioneel-moderne bezetting in huis: drums, elektrische gitaar en basgitaar vonden een tegengewicht in traditionele percussie, trombone, bugel, accordeon, klarinet en viool, wat de band in staat stelde heel kleurrijk tevoorschijn te komen. Dat de arrangementen daarbij niet altijd even goed uitgewerkt waren (een melodie unisono door bugel, trombone en viool is voor de muzikanten geen bezwaar) en dat de fris- en helderheid van het studiogeluid in Vooruit wat ondergesneeuwd geraakten, kon de pret niet drukken. De energie en de overgave waarmee de zevenkoppige band op het podium stond, maakte veel goed.

Bovendien kon de groep met songs als ‘Romantizma’ en het Midden-Oosters gekleurde ‘Ada Sahilleri’ putten uit een reservoir composities die meteen vertrouwd aanvoelden, zonder clichématig over te komen. Een zeldzame combinatie die de cover van Manu Chao’s ‘Clandestino’ misschien niet overbodig, maar toch niet noodzakelijk maakte.

Meer over Istanbul Ekspres 2013 - Seni Görmem Imkansiz & Jürgen De Blonde, Karsu, Luxus


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.