Begin dit jaar kwam Ali Farka Touré (soms met, soms zonder accent aigu) langs in Bozar voor zijn eerste – en unaniem lovend onthaalde – Europese concert in vijf jaar tijd. De Malinese gitarist had als special guest z'n landgenoot Toumani Diabaté meegebracht, die algemeen wordt beschouwd als de beste koraspeler ter wereld. Beide muzikanten deelden al eerder het podium: eind jaren tachtig begeleidde Diabaté Touré op de calabash tijdens diens eerste buitenlandse optredens. Waarom nam Diabaté toentertijd genoegen met een ondersteunende rol op dit eenvoudige percussie-instrument, en hield hij zijn expertise van de kora (Afrikaanse harp) voor zichzelf? Het antwoord ligt verscholen in de verschillende muziektradities waaruit de twee heren hun inspiratie putten.

Touré (° 1939) werd geboren in de noordelijke woestijnregio Tombouctou, als telg van de Sonraï-volksstam. In de loop der tijd bekwaamde hij zich op verschillende Afrikaanse instrumenten, en liet hij zich beïnvloeden door Amerikaanse en Europese muziekstijlen. Vanaf de seventies ontwikkelde Touré een origineel oeuvre op de westerse steel string-gitaar, dat later zou worden omschreven als 'Afrikaanse blues': John Lee Hooker à la façon malienne. Diabaté (° 1965) komt uit het meer verstedelijkte zuiden van Mali – en in een land dat veertig keer groter is dan België, zijn culturele scheidingslijnen tussen 'noord' en 'zuid' wel degelijk relevant. Hij behoort tot een 'kaste' van griots: traditionele verhalenzangers en koraspelers, die een belangrijke rol vervullen als 'collectief geheugen' van de samenleving. Diabaté zou naar verluidt de 71ste in lijn zijn die eeuwenoude verhalen en melodieën van vader op zoon heeft overgeërfd. Noch tekstueel, noch muziektechnisch heeft het oeuvre van de griots iets te maken met Touré's blues: Diabaté's authentieke korarepertoire is bijvoorbeeld heptatonisch, terwijl Touré's muziek volgens de eenvoudigere pentatonische toonladder is opgebouwd. Toen platenlabel World Circuit in 2004 voorstelde om de twee oude vrienden samen te brengen voor een cd met gitaar-koraduetten, vreesde Diabaté dan ook dat er eerst uitgebreid moest worden gerepeteerd. Volgens Touré was dat echter onnodig: Diabaté mocht op de kora spelen wat hij wou, hijzelf zou wel volgen op gitaar.

Zo gezegd, zo gedaan – en na zes uur opnemen in een Malinese hotelkamer, was 'In the Heart of the Moon' een feit. Alle twaalf tracks zijn spontane first takes, maar dat betekent niet dat Touré en Diabaté er gratuit op losimproviseren: ze volgen immers melodielijnen uit zowel de Noord- als de Zuid-Malinese traditie. De cd opent bijvoorbeeld met het zevenhonderd jaar oude griot-nummer 'Débé', waarop duidelijk te horen is dat beide muzikanten een strikte taakverdeling hebben afgesproken. Touré begint met een ongecompliceerde gitaarriff, waarna Diabaté even later op de kora invalt met dezelfde riff. Vervolgens slaat Diabaté aan het soleren – waarbij hij zijn fenomenale vingervlugheid uitgebreid demonstreert – terwijl Touré zelden afwijkt van de basisriff. Deze werkwijze keert op alle nummers weer: de gitaar legt steeds een solide, ritmisch fundament waarover de kora lustig kan soleren – en ook alle aandacht kan opeisen. Enkele duetten worden begeleid door contrabas, basgitaar of percussie, en Ry Cooder overdubde ook enkele streepjes gitaar en piano. Cooders pseudo-aanwezigheid op de plaat lijkt vooral een marketingtruc te zijn: zijn eentonige pianobijdragen op 'Mamadou Boutiquier' en 'Ai Ga Bani' voegen (artistiek gezien) helemaal niets toe aan het spel van Diabaté en Touré.

Het Britse popmagazine Mojo bestempelde 'In the Heart of the Moon' als "the most beautiful music on earth", een lofprijzing die World Circuit gretig heeft overgenomen op het cd-hoesje. Zeker, Touré's en Diabaté's duetten zijn heel mooi: wie houdt van relaxte, optimistische Afrikaanse klanken is met deze cd aan het juiste adres. Maar als het om 'politiek correcte' wereldmuziek gaat, durft de pers weleens elke vorm van kritische nuance opzijschuiven – alsof traditionele geluiden per definitie volmaakt zijn. En dat is uiteraard niet het geval: de twaalf nummers van de plaat zijn qua klankkleur iets te weinig gevarieerd, waardoor het hoge kora- en gitaargerinkel na enige tijd wat begint te vervelen. 'In the Heart of the Moon' is dus zeer genietbaar, maar niet echt geschikt om in één rit uit te zitten.

Meer over Ali Farka Touré & Toumani Diabaté


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.