Ze kennen elkaar natuurlijk maar al te goed, Michel Massot, Tuur Florizoone en Marine Horbaczewski. Als trio brachten ze eerder ‘Cinema Novo’ uit en met een handvol collega’s tekenden ze ook voor de uitvoering van Florizoones muziek bij ‘Aanrijding in Moskou’. Echt verrassend is het dus niet dat de drie elkaar blindelings vinden. Toch blijft de souplesse waarmee ze als een perfect geoliede wielerploeg ronddraaien knap om horen. Net zoals de melodische elegantie van de composities en de gemillimeterde precisie waarmee alles op z’n plaats gezet wordt bij momenten ronduit indrukwekkend wordt.

De groep laveert van Nino Rota-achtige weemoed naar zangerige stukken, kan lichtvoetig walsen en flirt in ‘Roche Colombe’ even met tango. Echt expliciet wordt het echter zelden, waardoor ‘Balades éphémères’ een opvallend homogene plaat geworden is die bovendien heel puur klinkt. Vluchtwegen zijn er immers niet: zelfs in “volle” triobezetting is alles perfect hoorbaar, waardoor de kleinste misstap genadeloos uitvergroot wordt.

Op fouten in het samenspel laten Horbaczewski, Florizoone en Massot zich echter niet betrappen. Dat had echter wel gekund: niet zozeer door gezochte, haakse ritmes, maar door de verzorgde arrangementen, waarbij iedereen elke functie kan opnemen. Dit leidt bij momenten tot een volwaardige polyfonie waarbij iedereen een heel eigen rol krijgt. Deze gelaagdheid zorgt af en toe voor ritmische ontregelingen, maar die blijven eerder speels dan gevaarlijk.

Dat de drie vlot van rol kunnen wisselen is te danken aan de individuele kwaliteiten van de muzikanten. Horbaczewski heeft de lichtheid om zowel melodisch als begeleidend uit de verf te komen, waarbij een zware romantische vibrato in de kast blijft. Een zelfde fijngevoeligheid is te horen bij Massot die op euphonium, trombone en zelfs op tuba niet als een olifant in een porseleinkast klinkt. Zijn controle qua klank, dynamiek en intonatie heeft ondertussen spreekwoordelijke vormen aangenomen en daar kunnen zijn twee collega’s hier maximaal van mee profiteren. Zo kan Massot in ‘Hazardous’ een beweeglijke samenspraak ontwikkelen met het accordeon. Later is het dan weer zijn secuur dempergebruik dat laat horen wat voor een klankgevoeligheid hij in huis heeft.

Florizoone’s accordeonspel klinkt dan weer als een auditieve miniatuur, vol details van vibrato, dynamiek en ritmisch precisiewerk. Eigenlijk is deze man een trio op zich, zoals te horen is in zijn solopassage in ‘Una Volta’ waar hij in zijn uppie drie lagen produceert.

Hoe goed de drie als eenheid functioneren valt op in ‘Hazardous’ en niet alleen door het precieze samenspel goed hoorbaar wordt. Ook de manier waarop de groep het muzikale materiaal laat verdampen tot een abstract geluid en dat daarna stapje voor stapje melodisch en harmonisch opnieuw meer vorm geeft, is fraai om volgen.

Meesterschap, dat laat ‘Balades éphémères’ zeker horen. Alleen is het jammer dat het trio wat veel in het op basis van de bezetting voorspelbare idioom blijft hangen. Alleen in ‘Framboos’, waar de cello ritmisch vrij beweegt en pas later in de metriek van de anderen opgenomen wordt, of in ‘Vero’ waar Florizoone een dissonante accordeonpartij laat horen, rijdt de groep even scheve schaats. Met meer van dit soort gecontroleerde ontsporingen mocht ‘Balades éphémères’ wat vaker haar tanden laten zien. Al zal voor sommigen net deze sober- en bescheidenheid een groot deel van de charme van de plaat uitmaken.

Meer over Massot – Florizoone – Horbaczewski


Verder bij Kwadratuur

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.