Al enige tijd zijn de jaarlijkse cd en dvd van de Europese brassbandkampioenschappen iets waar door de gemiddelde liefhebber van koperblazers reikhalzend naar wordt uitgekeken. De editie van 2011in het Zwitserse Montreux zal de geschiedenis ingaan als deze waar de bijna gedoodverfde winnaar, de Welshe Cory Band, de duimen moest leggen voor de Noren van Manger Musikklag. Kenners beschouwden dit orkest wel degelijk als een gevaarlijke outsider, maar dat de Welshe hegemonie net nu zou doorbroken worden, viel allesbehalve te voorzien. Het deelnemersveld leek bovendien uitgedund: uit België kwamen de “amateurs” van de Noord-Limburgse Brassband, publiekslievelingen Brassband Oberösterreich ontbraken wegens een tournee en met Schoonhoven en Fairey hadden Nederland en Engeland toch ook niet hun meest gereputeerde orkesten gestuurd. Neen, de thuisspelers van 13 Etoiles maakten naast Cory misschien nog de grootste kans. Dacht men.

Het plichtwerk zou doorslaggevend blijken en uitgerekend in dat mooie ‘Audivi Media Nocte’ blonken Manger en de Europese debutanten van Noord-Limburg uit. Liefhebbers van vergelijkende uitvoeringspraktijk vinden beide versies op deze dvd, maar zullen waarschijnlijk enkel kunnen besluiten dat hier twee indrukwekkende versies werden gebracht. De jonge Zwitser Oliver Waespi baseerde zich voor dit plichtwerk op een koraal van Thomas Tallis. De sleutelmotieven, contrapunten en ritmes dienden als bouwstenen voor deze contrastrijke maar toch coherente compositie. Laat nu precies Peter Szilvay, een dirigent die niet uit het brassbandmilieu komt, erin slagen om met Manger een kloof van vijf procent te slaan met de Cory Band. Cory had met David Thornton als extra euphonium en Les Neish (interim op bas) twee meestersolisten aangetrokken, maar dat mocht dus niet baten. Noord-Limburg heeft met Ivan Meylemans (o.a. Symfonieorkest van Vlaanderen) een van de meest charismatische dirigenten in huis die zowel met professionelen als met liefhebbers, jong of minder jong, uitstekende resultaten kan neerzetten.

De volgende dag stelde Cory orde op zaken door 98% te halen op het keuzewerk ‘From Ancient Times’ van Jan van der Roost (het plichtwerk van twee jaar eerder in Oostende), maar Manger begaf niet en strandde op een zucht (97%) met het keuzewerk ‘Old Licks Bluesed Up’. Cory (en België) kreeg toch een trofee met sopraancornettist Bert Van Thienen, indrukwekkend zoals gewoonlijk, als beste solist. Van der Roosts belangrijkste compositie tot nu blijkt een vaste waarde geworden in het wedstrijdrepertoire voor brassbands. Manger koos met ‘Old Licks Bluesed Up’ iets dat al even uitdagend was als het opgelegde onderdeel. Ondanks de virtuoze passages is het bijzonder trage en lang uitgesponnen trage middendeel, dat de titel het beste benadert, het meest overtuigende. Ook het beluisteren waard was het plichtwerk van de B-sectie, ‘Vertex’ van ene Stefan Hodel, gewonnen door het Zwitserse Ensemble de Cuivres Euphonia.

Al een paar jaar wordt het repertoire van de wedstrijd en dat van allerhande concerten in het kader van deze wedstrijd netjes gescheiden gehouden op dvd en dat is voorwaar geen slecht idee. Dvd 2 omvat traditioneel een selectie van diverse concerten rondom de EBBC, waarin een toegankelijker of solistisch repertoire thuishoort en zoals de andere jaren is dat niet altijd evenveel de moeite, zelfs al zijn de orkesten en solisten stuk voor stuk raspaarden in het genre. Het galaconcert kreeg de stempel ‘Swissness’ opgedrukt en dat wil niet altijd goed aflopen. Diep graven of vermengen met de lokale traditie, zoals het elfkoppige Swiss Brass Consort hier doet, is ontspannend op de avond zelf maar of er iemand deze dvd zal kopen precies daarom valt sterk te betwijfelen. Solist Heinz Della Torre mag zijn kunnen tonen op koeienhoorn, alpenhoorn en de zgn. Büchel, een kleinere versie van de vorige, maar die dingen klinken van geen kanten even verfijnd als de kopers van de begeleiders. Ook al is een alpenhoorn ontzettend moeilijk te bespelen en heeft Della Torre een ongelooflijk flexibele embouchure, in het derde deel van ‘Greetings From Switzerland’, ‘Johannisnacht’ (met de rockdrums erbij) wordt het weerzinwekkend. Vervolgens mag Franziska Wigger ‘Muotathaler’ en ‘Old Box’ komen zingen en jodelen. Vakkundig is het allemaal wel, maar het heeft allemaal tevens een lange baard. Geen beeld- en klankvoer om de brassbandliefhebber telkens opnieuw mee te boeien. Ten slotte mag trompettist Heinz Saurer een variant op ‘Carnival Of Venice’ komen blazen, maar de nieuwe titel ‘Es Burebuebli Goes Strange’ doet erger vermoeden: het beroemde werk krijgt een swingarrangement aangemeten, dat professioneel wordt verkracht door alweer een rockdrum. Een eerbetoon van Brassband Bürgermusik Luzern aan ex-gastdirigenten Major Peter Parkes en James Watson(allebei kort daarvoor overleden) daarentegen haalde vreemd genoeg de dvd niet ten voordele van het bovenstaande.

Cory Band mocht het galaconcert vervolledigen en greep ook even naar de lokale traditie. ‘Hackbrett Meets Cory’, waarbij Nicolas Senn de dulcimer bespeelt, haalt gelukkiger een hoger niveau. Karl Jenkins (jawel, die van Soft Machine) zijn ‘Stabat Mater’ maakt zelfs veel goed. De imposante opening van het eerste deel ‘Sancta Mater’, het melancholische ‘Cantus Lacrimosus’ (met de bugel, cornet, alto en euphonium die voor de vierstemmige inleiding zorgen), een uitstekende David Childs in ‘Lament’ en het slot ‘Paradisi Gloria’. Kers op de taart is het euphoniumduet van de twee Superdavids, Thornton (ex-Black Dyke) en Childs. Alle moeilijke details van Peter Grahams ‘Brillante’ worden moeiteloos gepareerd, al valt toch op dat David Childs meer body in zijn spel krijgt.

Vergeleken met het gesneden brood van het galaconcert was het farewell concert toch heel andere koek. De European Youth Brass Band o.l.v. Philippe Bach, met daarin onze landgenoot Gertjan Seynaeve (bastrombone) straalt jeugdig enthousiasme uit. ‘B Of The Bang’ van Peter Meechan straalt heel wat jong dynamisme uit, de trombones breken de tent af in Turnages ‘Set To’ en Simon Dobsons up-tempo acid jazzwerk voor brassband ‘The Dreaded Groove And Hook’ is verplichte kost voor elk blaasorkest dat pretendeert een modern repertoire te willen uitbouwen. Grootste verrassing is echter de wereldpremière ‘Toccata For Brass Band’ van de toen amper 19-jarige Jean-Selim Abdelmoula. Deze jonge Zwitserse pianist is een van de grote beloftes van de vrije improvisatie en zijn tintelfrisse compositie voor brassband is misschien nog meer dan de drie voornoemde een voorbeeld van moderne en toch toegankelijke muziek waar het hafabragenre zo naar smacht.

Het farewell concert bood echter meer fraais, waaronder Duo Synthesis, ofwel Thomas Rüedi (euphonium) en Raphael Christen (marimba). Het ingetogen ‘Benediction’ en de jachtige traditional ‘Gankino Horo’ waren misschien een rustmoment qua volume, maar muzikaal was deze zachte streling niet minder intens.  Ook het optreden van Brassband Bürgermusik Luzern was de moeite waard. Naast hun al vermelde eerbetoon zorgde dirigent Michael Bach (de jongere broer van Philippe) voor een keuze die van de platgetreden paden afweek: het lichte ‘Fanfare & Funk’ en Tobias Langs aartsmoeilijke trombonesolo in Jacques Casterèdes ‘Sonatine For Trombone’.

Alle pro’s en contra’s in acht genomen, bruutweg gezegd de uitstekend gebrachte composities versus de boereleute, valt de balans van deze dubbel-dvd toch positief uit. Toch zat er meer in. Hopelijk haalt menig Belgisch (en ander) blaasorkest hier ook inspiratie uit om het repertoire mee te helpen evolueren zodat het (al jaren onterechte) hardnekkig oubollige imago definitief verdwijnt.

Meer over V/A


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.