Brad Mehldau heeft iets met het live-gebeuren. Zijn laatste trio-album dat in de studio tot stand kwam, is inmiddels al zeven jaar oud. Sedertdien bewezen twee met live-cd’s echter dat de pianist de knepen van het vak nog steeds goed verstaat. Toch was het concert dat het Brad Mehldau Trio in een afgeladen vol Paleis voor Schone Kunsten speelde, geen schot in de roos. Aan het begin van een langere Europese tournee lijken de drie musici helaas nog niet helemaal op scherp te staan.

De kans dat iemand die de laatste jaren slechts af en toe met jazz in aanraking kwam, zich toch een mening heeft gevormd over de muziek van Brad Mehldau, is reëel. Dit relatief jonge pianowonder – hoewel inmiddels de veertig voorbij, struinde Mehldau na het concert als een piepjonge vader met zijn fiere dochter richting hotel – liet zich de voorbije jaren in diverse formaties opmerken, hetzij aan de zijde van soms verhuisde collega’s zoals Joshua Redman, hetzij samen met de allergrootsten, waaronder Lee Konitz, Charlie Haden en wijlen Paul Motian. Ook is er solo-pianomuziek van Mehldau op de markt, naast filmmuziek en lied-cd’s met Renée Fleming en Anne Sofie von Otter. Niemand kan kortom om een figuur met de uitstraling van Mehldau heen en dat zag het PSK weerspiegeld in de massale opkomst die zijn trio had veroorzaakt. Des te meer leken Mehldau en de zijnen dan ook in een hachelijk parket te zitten: met een groot aandeel van jazzminnend België als getuige, toonden de drie muzikanten dat hun nieuwe repertoire nog niet perfect in de vingers zat.

Brad Mehldau
Brad Mehldau
Onlangs bracht Nonesuch Records de vijf vroegste trio-albums van Melhdau opnieuw uit, in een verzamelbox met dezelfde naam als de originele opnames: ‘The Art of the Trio’. Dat het trio-format een heel belangrijke rol heeft gespeeld in Mehldau’s doorbraak als gerespecteerd pianist staat buiten kijf, en zijn vaste kompanen Larry Grenadier en Jeff Ballard (op de albums in kwestie nog Jorge Rossy) hebben daar in belangrijke mate toe bijgedragen. Met deze twee muzikale reisgenoten heeft Mehldau inmiddels een nieuwe opname klaar: ‘Ode’, een plaat die volgende maand verschijnt en een aantal composities bevat van de frontman, bedoeld als eerbetoon aan zijn grote voorbeelden. Tijdens het concert werd er niet over deze odes gesproken, en de reeds vrijgegeven tracklist stemt in niets overeen met de nummers die Mehldau op het concert speelde. Verklaring daarvoor kan zijn dat het grootste deel van dit “nieuwe” album in november 2008 reeds werd opgenomen, waardoor de muzikanten inmiddels niet echt meer met dit repertoire bezig zijn. Hoe dan ook leek het drietal amper vertrouwd met de muziek die ze zelf hadden uitgekozen voor de avond. Grenadier maakte zelfs fouten in de thema’s en de synergie tussen ritme en melodie leek soms in een potpourri te verzanden. Naar transparantie was het soms ver zoeken, maar Mehldau speelde dan ook beduidend avontuurlijker en gevaarlijker dan men van hem gewoon is op cd. Vooral het expliciet opschuiven richting atonaliteit en het steeds weer opzoeken van dissonanten, doet vermoeden dat Mehldau zichzelf opnieuw wil uitvinden. Er waren weliswaar flarden van de oude muzikant te horen, maar de pianist leek zichzelf tegen te houden en vaak opnieuw met complexe, dwarrelende partijen naar voor te willen treden. Dat het concert daardoor wel interessant, maar ook te eenzijdig gefixeerd op het intellectuele was, bleek een spijtig nevenverschijnsel.

Nochtans opende de set niet slecht. Het trio had voor dit concert een behoorlijk stil gemixte sound geprepareerd, die een grote muzikale intimiteit toeliet. Ballards drums leek amper versterkt en Mehldau sprong niet boven zijn kompanen uit. Helaas verdronk Grenadier soms in de hele brij, die vanuit de verte leek te klinken. Dit noopte de luisteraar uiteraard tot een grote concentratie en dat niemand zijn oordoppen hoefde tevoorschijn te halen, was een goede zaak. Anderzijds had een meer heldere mix de luisterervaring allicht iets comfortabeler gemaakt. In opener ‘Great Day’ (naar het origineel van Paul McCartney) liep alles echter nog van een leien dakje en vormde de mixage geen probleem. Mehldau benadrukte meteen het belang van de ritmesectie in zijn trio, door Grenadier als eerste vrij het speelveld te laten verkennen. Zelf ontroerde de pianist vervolgens nog een pak meer, door meteen met de hem typerende circulaire bewegingen in de linkerhand uit te pakken, waar hij rechts hoekige, afgekapte frasen over heen plaatste. Dit tot ze intensiveerden en niet langer houdbaar bleken, waarna het nummer werd afgebroken.

Brad Mehldau Trio (foto: Michael Wilson)
Brad Mehldau Trio (foto: Michael Wilson)
Ballards humoristische einde van ’T Waltz’, een nummer met relatief weinig indrukwekkend samenspel binnen de groep, zette zich verder in het driedelige maatkarakter van Charlie Parkers ‘Cheryl’, waarin Grenadier vindingrijk verwees naar de jazztraditie, zonder zijn eigen verhaal uit het oog te verliezen. Mehldau brouwde echter een onbegrijpelijk verhaal uit de bebop-restanten van het thema, die hij niet gestroomlijnd wist over te brengen. Ballard besloot deze compositie echter met zijn heerlijke tegendraadsheid, die dan weer in het niets verbleekt bij wat Mehldau in ‘Ten Tune’ presenteerde. Dit stuk opende met een solo pianopassage, waarin de toetsenist principes van de dodekafonische Weense school uit het begin van de 20e eeuw leek af te tasten. Ballard plaatste even later subtiel adrenalinestoten onder Mehldau’s driftmatigheden, waarna een tortelduifjesthema zich ontplooide dat later in het gebruikelijke soleerwerk uitmondde. Mehldau scheerde vaardig over het klavier, maar het nummer zat toch niet helemaal pluis. De karakteristieke vibe, de goesting ontbrak, en ook de intellectuele epiloog van de pianist bood wat dat betreft geen tegengewicht. Hoewel hier des te meer opviel dat de frontman nog steeds met gemak de linker- en de rechterhand met elkaar kan laten dialogeren, steeg geen grensoverschrijdende schoonheid uit deze hersenspinsels op.

Met de slepende ballade ‘Lollipops and Roses’ van Tony Velona bood Mehldau zijn publiek vervolgens waar het al langer op wachtte: een rustpunt. De pianist soleerde behendig met de rechterhand, maar durfde niet genoeg voicings plaatsen, waardoor zijn solo, hoe mooi en uitgebalanceerd ook, diepte miste. Via ‘Vanishing Act’, alweer een bopbewerking, kwam het trio tot slot uit bij de heerlijke ballad ‘I Cover the Waterfront’, wat meteen het hoogtepunt van het concert werd. Mehldau kwam helemaal los van zijn zoektocht naar een intrigerende stijl en musiceerde eindelijk ontspannen, in een stijl die hij door en door beheerst. In alweer een solo-epiloog wilde Mehldau hier opnieuw de atonaliteit opzoeken, deze keer echter met betekenis: het thematisch materiaal onderging een subtiele metamorfose, die een nieuwe, onverwachte emotionele toets aan het geheel toevoegde.

Mehldau en de zijnen mochten nadien nog drie keer terugkeren, hoewel hun verhaal reeds verteld leek. In de bisnummers scheen de machine echter ineens beter geolied te zijn: Mehldau kreeg er zin in en klonk over de hele lijn evenwichtiger. Ballard en Grenadier hadden hun strijd echter al gestreden en lieten zich niet continu van hun meest boeiende kant zien, maar in de solo’s, waarbij Mehldau in kleermakerszit als een Boeddha op zijn kruk plaatsnam, bewezen ze alsnog vol vuur wat ze waard waren. Het concert van Mehldau, Grenadier en Ballard was er kortom een van magische momenten, die al te vaak werden afgewisseld met minutenlang gewauwel waarin het zoeken was naar samenhang of verhaal. Dat sommigen er intens van genoten was duidelijk; anderen vroegen zich nadien dan weer luidop af of het aan henzelf of aan de muzikanten lag. Zeker is dat het concert minder avontuurlijk had mogen opgevat worden: de swingende, toegankelijke kant van Mehldau kwam immers zelden naar voor. De schoonheidsfouten in het nieuwe repertoire plus de soms weinig zeggende solo’s deden bovendien vermoeden dat de musici Brussel als een soort opwarming zagen voor hun Europese tournee. Weinig crowd pleasers en veel geëxperimenteer: 27 februari 2012 was de avond waarop het verzamelde jazzvolk een groot muzikant work in progress zag ontwikkelen. Niet mis, maar mag het de volgende keer toch juister, strakker en met meer enthousiasme?

Meer over Brad Mehldau Trio


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.