Vorig jaar onder een stralende hemel, nu in de gietende regen: de organisatoren van Couleur Café hebben het al beter geweten. Ideaal waren de omstandigheden dus niet en al helemaal niet voor de liefhebbers van zuiderse klanken waar het festival zo’n traditie in heeft.

Niets is wat het geweest is en dat geldt zeker voor de Wanted!-artiesten op Couleur Café. Waar via deze wedstrijd de vorige jaren hoofdzakelijk beloftevolle live-bands geselecteerd werden, ligt het overwicht nu bij de dj’s. Jammer, want in het verleden bleken acts als Puggy, Delv!s, of Los Callejeros meer dan de moeite waard. Voor de editie van 2014 blijft de inbreng van live spelend, Belgisch talent beperkt tot vier groepen, met op de openingsdag alleen de reggaeband Iron Ites: reeds vier jaar actief en bestaande uit muzikanten samengeraapt uit groepen als Wahwahsda en Bottle of Moonshine.

Het was al weer even geleden dat ze nog eens samen op het podium gestaan hadden en dus biechtte zangeres Benoitte Kiangana Mupatshi maar meteen op dat ze best wel wat nerveus was. Was het daarom dat opener ‘Babylon Must Fall’ niet het beste van de band liet horen? In elk geval klonken vooral de drie blazers opvallend mak en geraakte de trompetsolo niet weg uit het ronddobberen. De ritmesectie daarentegen zat wel meteen lekker, met oor voor kleine effectjes en details, zonder daar zwaar op in te zetten.

Met het optrekken van het tempo leek de band aan zelfvertrouwen te winnen. Gitaar, bas, drums en keyboards lieten een lekker soepele begeleiding horen. Die klonk alleen iets te wollig om echt hout te snijden toen de heren in ‘True Blood’ bewust wat scherper uit de hoek wilden komen. Op meer stabiel reggaeterrein was er echter geen speld tussen te krijgen. Al even knap was de samenzang van Benoitte Kiangana Mupatshi (een vrouw die gigantische oorbellen kan dragen zonder er meteen als een wandelend reclamebord uit te zien) en achtergrondzangeres Nele Van den Berg die elkaar, op een enkele uitschuiver na, mooi wisten te vinden in de soms niet zo evidente harmonieën.

Naar het einde van het concert was Mupatshi duidelijk helemaal over haar zenuwen heen. Zocht ze aanvankelijk nog wat oogcontact met en steun bij haar bandleden, gaandeweg kon ze zich helemaal op het publiek richten met als resultaat twee indrukwekkende songs die ook als composities indruk wisten te maken. Vooral ‘Power of Creation’ kende een indrukwekkende spanningsboog, waarbij de verschillende tempoveranderingen het nummer iets extra gaven zonder dat die meteen de kern van de zaak werden. In afsluiter ‘Skanking Vibes’ mocht het tempo dan nog even skagewijs de hoogte in voor een kleine, maar efficiënte apotheose. Dat de band tegen het einde wel wat volk in de Univers-tent gelokt had, zal ook wel iets te maken hebben gehad met de losbarstende regenbui, maar in elk geval had Iron Ites het publiek ook zelf wel verdiend.

Skip & Die (foto: Leen Van Laethem)
Skip & Die (foto: Leen Van Laethem)
Minder comfort was er voor Skip & Die, de band rond de Zuid-Afrikaanse zangeres Catha.Pirata en de Nederlandse producer Jori Collignon. Deze laatste, nochtans het muzikale hart van het project, nestelde zich met elektronica en percussie in de achterste gelederen en liet de voorste linies aan Catha.Pirata, een extra percussionist en een gitarist-bassist.

Skip & Die is een band waarvan de muziek haar natuurlijk habitat vindt op Couleur Café. De mix van cumbia, dubstep, electro, dub en reggae verenigt heel wat stijlen die het in de tabellen van het Brusselse grootstadsfestival goed doen. Toch is Skip & Die meer dan zomaar een zomerse muzikale cocktail. Dat de band naast een vrolijke sound ook knappe nummers in huis heeft, werd meteen duidelijk met een treintje songs van het album ‘Riots in the Jungle’. ‘Jungle Riot’, ‘La Cumbia Dictatura’ en ‘Killing Aid’ klonken nog steeds fris en aanstekelijk, niet in het minst omdat de band er niet voor terugschrok om de originele versies op het podium uit te bouwen en bij te sturen. Zo werden de kronkelende klarinetpartijen van ‘Love Jihad’ op Couleur Café uitbesteed aan de gitaren en legde de live percussie een extra laag over de opgenomen muziek.

Toch was er meer dan eens reden om te twijfelen of Skip & Die een echte band, dan wel een performance act was. Zeker op de momenten waar het vooraf opgenomen geluid het voortouw nam, klonken de live partijen als een toch wat gemakkelijke soundmix. Gecombineerd met een beweeglijke zangeres wiens prioriteiten soms meer leken te liggen in het bekoren van het mannelijke deel van het publiek (ze zat dan ook niet voor niets strak in het nauw sluitende, zomerse pakje), had het optreden soms meer van een aerobic-sessie met een stevige zuiderse inbreng.

Het publiek kon het duidelijk niet schelen, want ondanks de opkomende en afdruipende motregen, bleef het aantal kijk- en luisterlustigen groeien. Niet ten onrechte, want op de beste momenten liet Skip & Die horen enkele ferme producties in huis te hebben. Zo zorgde het afsluitende ‘Senorita’ voor een geslaagd samengaan van bouzoukiachtige luit, darboeka en dubstep-waardige subbassen.  Niet het meest voor de hand liggende huwelijk, maar in de wereld van Skip & Die bleek het geen probleem.

Bijna aansluitend op Skip & Die volgde het optreden van Girls in Hawaii. Van alle dance en zuiderse klanken bleef weinig over tijdens de set van een van de weinige Brussels-Waalse bands die in Vlaanderen vaste voet aan de grond gekregen hebben. Waarom uitgerekend zij die eer genieten, lieten ze in de Univers-tent gedurende bijna een uur overtuigend horen. Nochtans had het best anders kunnen lopen, want met het Beateleske ‘Sun of the Sons’ uit hun vorige album ‘Plan Your Escape’ en het epische, haast postrock-achtige ‘We Are The Living’, dé knaller uit hun vorig jaar verschenen album ‘Everest’, gooiden de zes heren meteen hun kaarten op tafel. Een verschroeiende start dus, al bleef de gelaagdheid van de keyboards even in het geluid steken.

Girls in Hawaii (foto: Leen Van Laethem)
Girls in Hawaii (foto: Leen Van Laethem)
Aan echt gas terugnemen bleken de muzikanten echter niet te denken. Wat volgde was een trektocht langs hun ondertussen drie cd’s rijke repertoire in ware no nonsense-stijl. Daarbij veranderde de band geregeld van gedaante, zonder dat de set een bont allegaartje werd. ‘Misses’ genereerde het grootse geluid zonder dat het alleen luid werd, ‘Switzerland’ werd laag voor laag zorgvuldig opgebouwd, ‘Rorschach’ liet een meer donker 80s sound horen en in het nog niet officieel verschenen ‘Connections’ flirtte de band zelfs ongestraft met de dweperige romantiek van Radiohead.

Al dat muzikale fraais speelde zich af in een flitsende belichting, maar vooral tegen een backdrop waarin kleine lichtjes nu eens een sterrenhemel, dan weer het bergsilhouet van de cover van ‘Everst’ lieten zien. Het bleek een prima decor voor de zoemende, harmonisch brede gitaren, de daarop gedrapeerde en erin verweven keyboardlijnen en de samenzang van niet minder dan vier van de groepsleden: nu eens in harmonieën, dan weer in eenvoudige octaven, maar steeds met een indrukwekkend effect.

Voor de afsluiter ‘Flavor’, een nummer uit hun debuutalbum ‘From Here to There’, liet de band de wijd uitwaaierende  harmonieën even voor wat ze waren, om terug te keren naar een roterende riff. Was de baslijn op cd al geen excuus om in dezelfde dynamiek te blijven hangen, op Couleur Café ging de groep nog een stapje verder. In eerste instantie trokken ze de song open richting noise om die uiteindelijk te laten exploderen in punky energierock die stond als een blok graniet. Net als de rest van het optreden.

Dat graniet mocht een bezoeker ook verwachten van Seun Kuti, de jongste zoon van afro-legende Fela Kuti, die zeventien jaar geleden de leiding overnam van vaders band Egypt 80. Met het indrukwekkende ‘A Long Way to the Beginning’ had Kuti junior immers een indrukwekkende album afgeleverd, waarvan de tracklist zowat de setlist van het concert zou blijken. Alleen vaders ‘V.I.P.’ (Vagabonds in Power) wrong zich er tussen.

Seun Kuti & Egypt 80 (foto: Benjamin Struelens)
Seun Kuti & Egypt 80 (foto: Benjamin Struelens)
Het begon allemaal vrij onschuldig met het feestelijke ‘Ohun Aiye’, zonder Kuti zelf, maar toch al met bijna vijftien muzikanten op het podium. Probleemloos bleken de afmetingen van de band niet te zijn, want feedback en een rommelig geluid reduceerden de muziek tot een schim van wat die op plaat is. Fela Kuti’s ‘V.I.P.’, nu met zoonlief als frontman, klonk wat onmachtig, iets wat pas beterde toen ‘I.M.F.’, de knallende opener van de recentste cd, op de spreekwoordelijke muziekstaanders geplaatst werd. De band speelde plots veel scherper, en dat was geen overbodige luxe voor de springerige ritmes en de complexe songstructuren.

Tot volle wasdom kwam de muziek echter niet, al had dat niet helemaal te maken met wat er zich op het podium afspeelde. Of beter: het had ook te maken met wat er op een ander, tegenoverliggende podium gebeurde. De installatie van de Move waar Kuti speelde, kon onmogelijk op tegen het geluid dat Puggy genereerde op de scène van de Titan. Wie bij de regietoren postvatte hoorde minstens evenveel van de andere kant als van het podium waar hij naar stond te kijken, een feit dat goed illustreert waar de prioriteiten van het vroeger meer world gerichte Couleur Café nu liggen.

Het op voorhand door de techniek al verloren gevecht met Puggy duurde niet minder dan een half uur, maar ook toen de Brusselse band het voor bekeken hield, kwam Kuti niet helemaal tot zijn recht. ‘Black Woman’ klonk te tam om echt broeierig te zijn. Dat ging iets beter bij ‘African Smoke’, waar de complexe ritmiek en het uitgekiende samenspel boven kwamen drijven. De balans in het geluid bleef echter een probleem, zodat door het te zwak doorkomen van bepaalde blazerpartijen, gitaar en keyboards, de harmonieën meer dan eens scheef getrokken werden. Hetzelfde euvel ontdeed ‘Higher Conciousness’ van de zo kenmerkende hoge backings die voor een stevig shot adrenaline hadden kunnen zorgen.

Echt zwak kon de prestatie van Kuti en Egypt 80 niet zomaar genoemd worden, al was het maar omdat de groep de omstandigheden iets te veel tegen had. Dat het in het tweede deel van het optreden allemaal wat beter ging, nam niet weg dat de songs niet de mokerslagen werden die ze op cd vaak wel zijn. Een reden temeer om bands van deze afmetingen en traditie in de toekomst toch maar een podium te geven dat hen waardig is?

Meer over Couleur Café 2014 - Dag 1


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.