De lijst met Bachs religieuze cantates is bijzonder lang en dus lijkt er geen eind te komen aan de cantate-cd’s die Masaaki Suzuki met het Bach Collegium Japen uitgeeft. Gezien het algemeen hoge niveau van de opnamen is dat allerminst een slechte zaak. Dit achtenveertigste volume omvat vier cantates, namelijk de cantates BWV 34, 117, 98 en 120.
Cantata 34 werd voor de eerste pinksterdagdag geschreven in 1726 en vormde voor Bach dus een gelegenheid om feestelijke muziek voor groot orkest te schrijven. Drie trompetten, hobo’s, traverso en strijkers zorgen voor een machtig openingskoor dat bij Masaaki Suzuki keurig en met overgave gespeeld wordt. Echt loskomen doen de trompetpassages op deze cd toch niet echt. Ook het koor ‘Jauchzet, ihr erfreuten Stimmen’, beter bekend in de gedaante van het ‘Et Expecto’ uit de h-moll Messe heeft al meer opwindend geklonken. Dat is dan echter voornamelijk te wijten aan de vele andere schitterende opnames die van deze muziek bestaan en die het moeilijk maken voor een nieuwe opname om dezelfde impact te hebben als bestaande uitvoeringen, die net dat beetje extra muzikaal vuurwerk leveren.
Het samenspel tussen de blazers, zoals het kwartet van twee fluiten en twee hobo’s dat in het openingsdeel van BWV117 gevormd wordt, is echter een fijn voorbeeld van transparant, flexibel samenspel. Even knap is de zuiver en gecontroleerde vioolsolo die sopraan Hana Blazikova bijstaat in de aria ‘Auf!, du geliebte Lindenstadt’ uit cantate 120. Een speciale vermelding mag ook gaan naar het koor van het Bach Collegium Bach Japan, dat in de grootse koordelen vol overgave zingt. De zestienstemmige bezetting, met vier zangers per koorstem, is klein genoeg om deze Bach transparant te houden maar uitgebreid genoeg om de muziek een gevoel van breedte en spankracht te verlenen.
De vier zangers zijn zonder meer een pluspunt: bij Suzuki stellen de solisten zelden teleur en ook hier is het een plezier om naar de zachte en genuanceerde stem van altus Robin Blaze te luisteren, bijvoorbeeld wanneer hij de aria ‘Wohl euch, ihr auserwählten Seelen’ uit cantate 34 zingt. Hana Blazikova is evenmin een onbekende voor wie deze opnamereeks wat volgt. Haar lezing benadrukt tekst en uitspraak sterk, wat goed werkt in combinatie met haar zuivere, strak gespannen barokstem. Even vertrouwd en degelijk is bas Peter Kooij, die een sappige, aangename interpretatie voorstelt van de basarias in cantate 117 en 98. De Japanse tenor Satoshi Mizukoshi is dan weer een relatieve nieuweling maar met een stem die jeugdig en fris aandoet zorgt hij voor een aangenaam klinkende interpretatie van zijn (weliswaar kleine) rol op deze cd.
Dit is een nieuwe en prachtige toevoeging aan een cantatecyclus die al meer dan genoeg mooie momenten gekend heeft. Over de uitvoering van individuele cantates kan men discussiëren en aangezien de ensembles van Herreweghe, Koopman, Gardiner of Kuijken veel van deze cantates ook al eens op cd gezet hebben, is er keuze te over voor wie de ene opname boven de andere verkiest. Als geheel is dit echter een cd die weinigen kan teleur stellen.
