Het vierenveertigste volume in een integrale opname van Bachs religieuze cantates met het Bach Collegium Japan en haar dirigent Masaaki Suzuki presenteert drie cantates die Bach hoogstwaarschijnlijk in de lente van 1726 in Leipzig componeerde. Het zijn drie overwegend zonnige werken voor belangrijke feestdagen als Jubilate zondag (de derde zondag na pasen – BWV 146) of Hemelvaart (BWV 43). Cantate 88 ('Siehe ich werde viel Fischer aussenden') maakt het rijtje af.

De cd opent indrukwekkend met een van de meer grootschalige cantates van Bach, nummer 146 'Wir müssen durch viel Trübsal in das Reich Gottes eingehen'. Het is een cantate met een flinke orgelpartij, een instrument dat niet als traditioneel continuo-instrument wordt gebruikt maar een echte solorol toebedeeld krijgt, in de aria 'Ich will nach dem Himmel zu' of in de openingssinfonia. Die sinfonia is het eerste deel van een (verloren gegaan) vioolconcerto en Bach herbruikte de muziek ook in zijn klavecimbelconcerto BWV 1052. De luisteraar wordt meteen getroffen door de manier waarop Suzuki Bachs muziek grandioos en dramatisch in kaart brengt. Organist Masato Suzuki zelf zorgt voor een turbulente en prachtig gefraseerde uitvoering, terwijl het zeker op orgel niet altijd gemakkelijk is om een dergelijke mate van expressiviteit uit het instrument te halen. Het tweede deel, waar het koor binnenkomt, vormt het trage deel van hetzelfde oorspronkelijke vioolconcerto maar de muziek past deze cantate als gegoten en zorgt voor een klagende, aan de twee passies verwante muzikale architectuur.

Cantate 88 is inhoudelijk gebaseerd op de parabel van Simon Petrus' vruchteloze pogingen om te vissen op het meer van Galilea tot Jezus hem aanmaant nog een laatste maal zijn netten uit te slaan. De allusies naar visvangst en jacht in de openingsaria geven Bach de kans om een jachttafereel, met obligate hoorns en hobo's af te schilderen. Het Bach Collegium Japan beschikt over prachtige instrumentale solisten. De combinatie van traverso met twee oboe d'amore werkt bijvoorbeeld erg goed in cantate 146. De trompetten die cantate 43 aankondigen klinken niet opvallend luid of frappant maar verlenen een feestelijke glans aan het openingskoor. De trompetsolo in de aria 'er ists der ganz allein' wordt precies en muzikaal uitgevoerd door trompettist Toshio Shimada.

Altus Robin Blaze is goed in vorm en maakt indruk met zijn heldere maar warme en expressieve lezing van onder meer de aria 'Ich will nach dem Himmel zu' uit cantate 146. Sopraan Rachel Nicholls klinkt in contrast eerder vlak van klank maar verzorgt haar uitvoering eveneens uitstekend. Gerd Türk neemt de tenorrol op zich met een lichte, melodieuze stem die voor een prachtig duo met oboe d'amore zorgt in de aria 'nein, Gott ist allezeit geflissen' uit cantate 88. Peter Kooij tot slot toont een indrukwekkende beheersing van zijn snelle coloraturen in het recitatief 'es kommt den Helden Held' in BWV 43. Mooi is ook zijn soepele, zachte hoog register zoals hij ten gehore kan brengen in cantate 88.

Het koor van het Bach Collegium Japan is niet erg groot, met slechts drie zangers (inclusief de solisten) per stem en dat vertaalt zich in een strakke, transparante uitvoering van de koorpassages. Zo blijft dit op alle vlakken een prachtige opname met sterke, overtuigende vocale en instrumentale solisten die op dit vierenveertigste volume nogmaals getuigen van de grote artistieke kwaliteit van Masaaki Suzukis Bach Collegium Japan.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.