'Die Schöpfung' is een van Haydns laatste grote werken en moest het eerste deel gaan uitmaken van een trilogie die respectievelijk de schepping, het leven op aarde en de dag des oordeels uitbeeldde. Tot een trilogie kwam het nooit, al werd 'Die Schöpfung' uit 1798 gevolgd in 1801 door 'Die Jahreszeiten', Haydns laatste oratorium. De tekst voor 'Die Schopfung' kwam van Gottfried van Swieten, een lid van de Habsburgse adel die ook al mecenas voor Mozart was geweest. Van Swieten baseerde zich op (een eigen Duitse vertaling van) het Engelstalige gedicht 'Paradise Lost' van de zeventiende eeuwse dichter John Milton. De publieke première van het werk vond in 1799 plaats met een reusachtig orkest van 120 instrumentalisten en 60 zangers en was een van Haydns grootste successen: tijdens de woorden 'und es ward Licht', wanneer koor en orkest plots losbarsten, raakte het publiek zo in vervoering dat de muzikanten enkele minuten lang geen noot meer konden spelen.

William Christie's uitvoering met zijn orkest Les Arts Florissants bezit zowel erg mooie en wat mindere momenten. Mooie momenten te over in het orkest, te beginnen met de inleiding en het eerste recitatief, die een lege wereld schetsen ("in den beginne...") en relatief traag en heel mysterieus gebracht worden. Het orkest klinkt werkelijk overweldigend op luide passages, met erg prominente trompetten en droge harde pauken die overtuigend de waarde van oude instrumenten, met hun samengebalde klank, bewijzen. Alleen jammer dat niet alle blazers altijd even goed in balans klinken. Sommige soli in de houten komen erg goed door, anderen raken in de balans wat teveel bedekt.

En dat brengt ons bij het grootste gebrek van de uitvoering: de balans tussen koor, orkest en solisten klinkt op elk moment erg artificieel en is ongetwijfeld wat teveel bijgeregeld. Zo overheersen de stemmen van de solisten op elk moment het orkest (stonden de microfoons misschien wat te dichtbij?) dat op zijn beurt het koor domineert. Dat dit veel kracht wegneemt op tutti passages spreekt vanzelf. Het koor van Les Arts Florissants zingt echter wel erg goed en genuanceerd, maakt erg veel kleur, vooral in de stille en delicate passages zoals in het duet 'Von deiner Güt' o Herr und Gott' in het derde deel.

Ook de zangers zijn geen homogeen gezelschap: hoewel Genia Kühmeier vaak mooie dingen doet, laat zij hier en daar enkele grove steken vallen – en dat in een studio-opname waar men desnoods opnieuw kan opnemen tot het perfect zit. Zo lopen haar snelle trekjes in de aria 'Nun beut die Flur das frische Grün' soms onmiskenbaar vooruit op de begeleiding in het orkest. Bas-bariton Dietrich Henschel zingt verzorgd maar erg monochroom en bovendien met een minder-dan-barokke vibrato op zijn stem, iets waar ook Sophie Karthäuser soms wat last van heeft, al stoort het bij haar veel minder. Tenor Toby Spencer geeft een interpretatie ten beste die niet echt verrassend is en enkele clichés (wat plaatsing van noten en versieringen betreft) niet uit de weg gaat. Maar zijn rijke en in sommige passages uiterst fluwelen stem maakt veel goed. Markus Werba tot slot zingt de rol van Adam met een lichte, slanke baritonstem die heel mooi overkomt.

Goede en minder goede klantjes aan deze opname dus, al blijft het geheel wel een bewonderenswaardige prestatie met een karaktervol orkest en koor.

Meer over Joseph Haydn


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.