Het Engelse label Chandos geeft een hele reeks opnames van orkestmuziek van Sergey Prokofiev (opnieuw) uit, grotendeels maar niet altijd ingespeeld door het Scottish National Orchestra onder leiding van haar (toenmalige) chef-dirigent, de Est Neeme Järvi. De Schotten zijn ook op deze opnames, uit 1985 en 1989 van de partij met uitvoeringen van Prokofievs twee vioolconcerti en Prokofievs eerste vioolsonate met violiste Lydia Mordkovich als soliste en pianist Gerhard Oppitz.

Prokofiev is als modernist erg in zijn element in het eerste concerto. Waar dit betoverende werkje doorgaans uitgevoerd wordt als een briljante, opgewekte parel uit de vioolliteratuur, een twintigste-eeuwse tegenhanger van Mendelssohns elegante concerti, kiest violiste Lydia Mordkovich resoluut voor een avant-gardistische, bijna schokkende interpretatie. De lichtheid in haar vioolspel is zeker daar, vooral in het muisstille begin van het concerto, dat Mordkovich met een zijdezachte klank speelt en in Prokofievs snelle loopjes, die een vloeiende en schijnbaar moeiteloze uitvoering meekrijgen. Maar in het centrale scherzo (en op talloze andere plaatsen, ook in het tweede concerto) speelt Mordkovich met een veel meer robuuste, assertieve klank, met vinnige glissandi die duidelijk omwille van hun effectwaarde uitgebuit worden.

Dat wil niet zeggen dat er geen authentiek gevoel voor melodie in deze concerti zit, noch in het eerste noch in het tweede. Prokofiev de lyricus is aanwezig maar op minder verwachte plaatsen, zoals in opgewonden passages in het eerste deel van het tweede concerto of in het ingetogen, waardig uitgevoerde tweede deel. Vooral de zachte, strak onder controle gehouden manier van spelen waarmee veel van Prokofievs stille passages uitgevoerd worden, mag lof oogsten.

De eerste vioolsonate werd uitgegeven in 1946, na een ontstaansproces dat bijna tien jaar had geduurd,. Prokofiev schreef het werk voor David Oistrakh, die van de gelegenheid gebruik maakte om de componist te overtuigen zijn eerdere sonate voor fluit en piano tot de tweede vioolsonate om te vormen. Vergeleken met het lyrische tweede vioolconcerto of het lichtvoetige eerste is dit een opvallend ernstig werk. Beide uitvoerders laten het gevoel van latende dreiging dat over het eerste deel hangt nooit wegglippen maar het turbulente middendeel wordt passend zwaar (in de piano) en agressief (in de viool) uitgevoerd. Ook weer mooi zijn de gefluisterd stille snelle passages in het eerste en derde deel van de sonate.

Dit zijn drie vrij bekende werken van Prokofiev dit nochtans een uitvoering meekrijgen die aanzienlijk verschilt van wat men gewoon is om te horen. Lydia Mordkovich presenteert een Prokofiev vol dubbele bodems en opvallend veel diepgang, kenmerken die meermaals aan Shostakovich' muziek doen denken.

Meer over Sergey Prokofiev


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.