De vespers maken deel uit van de ‘officie’, een van de gebeden van de Katholieke kerk die op vastgelegde momenten van de dag gebeden worden. In het geval van de vespers viel dat moment in de vroege avond. Vanaf het begin van de renaissance ontstond de gewoonte om meer en meer van de Latijnse liturgie op uitgebreide wijze op muziek te zetten en de vespers waren geen uitzondering. De gewoonte om de vespers van (vaak virtuoos geschreven en spectaculair klinkende) muziek te voorzien bleek dan ook uitzonderlijk populair tussen het midden van de zestiende en het midden van de zeventiende eeuw.

De bekendste set van vespercomposities is die van Monteverdi uit 1610 maar de praktijk begon al in de voorgaande eeuw. Een van de meest prestigieuze, vroege zettingen van de vespers is die van de uit Roeselare afkomstige Adriaen Willaert. Willaert had als kapelmeester aan de San Marcobasiliek in Venetië enkele van de beste muzikanten uit Europa tot zijn beschikking en het is hij die in niet geringe mate bijdroeg tot de ontwikkeling van de spectaculaire en weelderige Venetiaanse muziektraditie. De ‘Vespro della Beata Vergine’, die ergens in rond 1550 geschreven moeten zijn, maken dan ook afwisselend gebruik van een vierstemmige en een comfortabele achtstemmige (maar volledig vocale) zetting.

De Capilla Flamenca en haar artistiek leider Dirk Snellings eren Willaert, die vijfhonderdvijftig jaar geleden stierf, met deze nieuwe opname, waar naast de vijf vaststaande psalmen, een ‘deus in adiutorium’, een ‘ave maris stella’ en een ‘magnificat’, die samen de ‘Vespro della Beata Vergine’ vormen, omvat deze opname ook losse motetten van Willaert en toccata’s voor orgel. Technisch gesproken zijn deze vespers echter niet volledig het werk van Willaert. Hij bundelde zijn krachten met de in Frankrijk geboren Jacques Colebault, beter bekend als Jachet de Mantua. Zo komt het dat zelfs binnen dezelfde psalm bepaalde passages afwisselend door Willaert en Jachet geschreven zijn.

De vierstemmige composities, zoals het ‘Laetatus Sum’ of het ‘Nisi Dominus’ komen fijnzinnig over: de uitdunning van de textuur heeft geen vermindering van klankvolume tot gevolg maar wel een grotere transparantie. De grote zorg die hoorbaar ging naar het gelijkmatig neerleggen van frases en het afronden van melodielijnen is daar ook niet vreemd aan. Het is bovendien een plezier om de natuurlijke lyriek van de zangers van de Capilla Flamenca te beluisteren, een lyriek die de door elkaar windende melodielijnen in Willaerts muziek ongedwongen doet klinken, zonder dat de vaak complexe meerstemmigheid daardoor aan precisie inboet. Ook de – bij sommige andere ensembles – tamelijk droge Gregoriaanse passages klinken hier alsof elke noot muziek uitademt.

De opname wint verder bij het gebruik van het instrumentarium van de San Petronio basiliek in Bologna, waar de instrumentale stukken voor orgel door Joris Verdin uitgevoerd en opgenomen werden. De heldere maar zoete klank van het orgel van de basiliek kan ook op andere opnames beluisterd worden (zoals op een opname met canzone en sonata’s van Giovanni Gabrieli -  HMA1951688) maar het blijft een plezier om Willaerts orgelmuziek zo uitgevoerd te horen dat die machtig maar genuanceerd en nergens overdonderend gaat klinken. De rijkelijke akoestiek van de basiliek komt bovendien goed tot zijn recht in de orgelstukken. De lange nagalm in de ruimte geeft deze polyfone muziek een schijnbaar tijdloos, eeuwig karakter maar werkt nooit storend: de galm van één noot zorgt voor een rijke, harmonieuze achtergrond, zonder dat die de volgende noot overstemt. Het maakt van deze cd een prachtig eerbetoon aan een van de belangrijkste componisten uit de Frans/Vlaamse school.

Meer over Adriaen Willaert


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.