Authenticiteit: voor veel muzikanten die vandaag het mooie weer maken, is dat een sleutelwoord. Ook voor René Jacobs is het een kernbegrip binnen zijn muzikale vocabularium, maar hij staart zich niet blind op de hang naar waarheidsgetrouwe reconstructies. Zijn opname van Mozarts minder beroemde opera ‘La Finta Giardiniera’ doet immers het omgekeerde van wat menig collega zou ambiëren: niet het originele manuscript, dat ondubbelzinnig integraal aan Mozart zelf kan toegeschreven worden, werd door Jacobs gebruikt, maar een postuum uitgegeven exemplaar waarin tal van veranderingen zijn aangebracht. Uit Mozarts correspondentie aan zijn moeder kan worden afgeleid dat de première van ‘La Finta Giardiniera’ in München een succes was. Of Mozart, toen nog een tiener, moet geloofd worden, is een andere vraag. Na drie uitvoeringen verdween de productie immers van de affiches en later werd het werk nog een beperkt aantal keer opgerakeld, om tot ver in de 20e eeuw echter als een werk van mineure kwaliteit beschouwd te worden. Kort na Mozarts dood werd in Praag nog een opvoering gepland. Een kopie van de partituur die daar werd opgevoerd, toont ingrijpende verschillen met Mozarts origineel. De aanpassing liggen volledig in de lijn van de latere Mozart: veel meer kleur in de houten, een opgewaardeerde rol voor de altviool, minder klassieke interludia maar veel meer dramatisch gewicht, …

Kruisvaarders van de historisch verantwoorde uitvoeringspraktijk zullen zich dan afvragen: wie heeft deze aanpassingen doorgevoerd, en als dit niet Mozart zelf was, zijn ze door de componist gevalideerd? Zoniet, dan zou deze “bootleg” – volgens fanatici – allicht niet meer mogen opgevoerd worden. Het einde is immers zoek wanneer wordt getolereerd dat wildvreemden aantekeningen beginnen maken op klassieke partituren, of niet soms? René Jacobs is godzijdank helemaal niet bekrompen voor wat dit soort aangelegenheden betreft. Hij bestudeerde de originele versie en legde die naast de postuum uitgegeven Praagse, en stelde vast dat de aanpassingen in die laatste de plot en de rijkdom van het werk alleen maar ten goede kwamen. Hij stelt zich de vraag wie deze arrangeur kan geweest zijn en suggereert Johann-Baptist Kucharz, een begiftigd musicus die contact onderhield met Mozart tijdens diens leven en in het Praagse muziekleven als een van de meer getalenteerde componisten gold. Finaal moet al wie gezond verstand heeft een partituur weliswaar beoordelen op het gevoel dat ze losweekt en de kwaliteit waarmee ze in elkaar is gezet. Wat die twee criteria betreft, was Jacobs meteen verknocht aan de Praagse versie. Het kon dus geen twijfel lijden dat hij met het Freiburger Barockorchester en een reeks superbe zangers deze editie zou opnemen.

Ook de uit Praag overgeleverde kopie benaderde Jacobs echter niet kritiekloos. Zo werden er destijds vermoedelijk een aantal zaken nogal brutaal uit de bewerking geschrapt, zonder oog voor Mozarts compositorisch evenwicht. Jacobs gaat er van uit dat het niet de nobele onbekende bewerker was die deze vaak korte zinnetjes overboord gooide, maar een pion van hogerhand. Waar nodig reconstrueerde de dirigent dan ook de oorspronkelijke bedoelingen van de componisten van het eerste en het tweede uur, wat het samenstellen van deze ‘La Finta Giardiniera’ tot een echt puzzelwerk moet gemaakt hebben. De drie cd’s die samen de opera vormen, klinken echter op geen enkel moment als een samenraapsel uit diverse manuscripten. Het feit dat het theatraal effect van dit libretto zelfs zonder visuele vertolkingen in al zijn tragische en komische dimensies perfect overkomt, vormt het ultieme bewijs dat Jacobs inderdaad een dramatisch redenerend kunstenaar is. Zich slaafs houden aan regels of retoriek proberen opwekken door schools formules te volgen, is nooit aan hem besteed geweest: hij herkneedt het repertoire tot het een volmaakte betekenis krijgt, en op die regel is deze zoveelste Mozart-creatie geen uitzondering. Met een uitzonderlijk onderlegde cast als diegene die Jacobs bijeen kon brengen, waarin overigens geen enkele mindere schakel terug te vinden is, voelt men zich getuige worden van geestige verkleedpartijen, schatert men om obligate misverstanden en glundert men om de royale geestdrift waarmee de dirigent het materiaal aanpakt. Ook het Freiburger Barockorchester laat geen steken vallen en het plezier van de musici kan de luisteraar alleen maar plezier doen. Zodoende brengt deze luxueus uitgegeven en van alle noodzakelijke duiding (een viertalig libretto incluis) voorziene uitgave Mozart met de glimlach hulde.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.