Kwadratuur interview

Een interessant verschijnsel in de muziekjournalistiek is dat er de laatste jaren steeds vaker genrebenamingen worden uitgevonden voor "subgenres" (of beter: onoriginele herinterpretaties) die bijzonder weinig tot niets nieuws te bieden hebben. Letterlijk elke muzikale act moet kunnen gecategoriseerd worden, en daarom bedenkt men aan de lopende band de meest ridicule stijlbenamingen. Als het dan gebeurt dat er eens een groep opstaat die écht iets vernieuwends doet en weigert daar zomaar even een gemakkelijk te definiëren etiketje op te plakken, dan wordt het pas echt leuk. Ofwel beginnen journalisten stilletjes te panikeren, ofwel (als de nood het hoogst is) schrikt men er niet voor terug op eigen houtje even termen te gaan bedenken.

Het briljante Amerikaanse kwartet Battles heeft al meer dan eens zijn ongenoegen geuit over deze al bij al compleet irrelevante benamingsdrang. Zo worden ze bijvoorbeeld aangekondigd als zijnde 'postrock' (qué?), steeds hollere woorden als 'avant-garde', 'artrock', 'indie' en 'new-prog' vieren hoogtij, de meesten doen hen nog altijd snel af als 'mathrock' en sommigen (sta hen bij) noemen het zonder morren zelfs 'nerdrock'. Dit alles terwijl Battles gewoon "geuie meziek" speelt die niet voor een gat te vangen is, groeiend uit de combinatie van vier compleet verschillende individuen en hun ondertussen verregaande muzikale bagage.

Het verhaaltje van Battles begon in 2001, toen ex-Don Caballero-gitarist Ian Williams besloot om met Lynx-bassist Dave Konopka en experimentele soloartiest Tyondai Braxton (zoon van jazzcomponist Anthony) onder de naam Press Conference een bijna conceptueel project met talloze achtergrondzangeressen te starten. Na enkele mislukte pogingen liep het trio ex-Helmet-drummonster John Stanier tegen het kloeke lijf: een man die zijn drums al twee jaar had omgeruild voor een draaitafel, omdat hij simpelweg geen groep kon vinden die hem als drummer ook maar ietwat aansprak. Na het uitbrengen van twee nogal twijfelachtige ep's in 2004 liet Battles enkele maanden geleden het revolutionaire 'Mirrored' op de wereld los: een meesterlijke mallemolen van ondefinieerbare stemmanipulaties, swingende elektronicaspelletjes, mechanische gitaareffecten en loeiers van hoekige grooves. Origineel, en dus des te riskanter.

(foto: Jef Leyssens)
(foto: Jef Leyssens)

12 oktober 2007: John Stanier is doodmoe. Hij is na een belangrijk optreden in Londen en een lange dag in de tourbus te laat aangekomen in het Leuvense Depot, heeft te snel moeten soundchecken en werd voor dit alles nog eens beloond met zowel een kleedkamer op de bovenste verdieping als een interview. Dave Konopka ziet er goedgeluimd uit en Ian Williams is all smiles, backstage al grappend een banaan verorberend. Wanneer ik Stanier daarentegen vraag hoe hij zich voelt, antwoordt hij kort "Terrible" en strompelt hij afwezig de trap op. Eén gemeend compliment over zijn laatste muzikale triomf is echter voldoende om meteen het ijs te breken.

Wiskundige ingenieurs

John, jullie nieuweling 'Mirrored' klinkt in mijn oren zowel organisch als onpersoonlijk. Was dat ook de bedoeling?

Zeker. Battles is eigenlijk gewoon een simpele rockband, maar wel één die het organische met het elektronische wil combineren. Ons doel was om dat te doen op een manier zodat wij niet zomaar machines bespelen, en dat machines ons niet zomaar bespelen. Dat is misschien een rare mengeling, maar het mocht niet té organisch worden.

Ik heb ergens gelezen dat 'Mirrored' zowel de voeten als het hoofd zou inspireren: je kan er nauwelijks op blijven stilstaan, maar de muziek is eveneens een must voor analytici. Ga je daarmee akkoord?

(lacht even) Ja, ik snap wat je bedoelt. Dit is een vaag antwoord, maar het komt erop neer dat onze stijl gewoon tot stand komt doordat vier radicaal verschillende mensen met elkaar zijn beginnen samenwerken. Het is bijna een freak accident dat het zo gegaan is: alles is begonnen als een zeer onschuldig en ambitieloos project. Je kan het bekijken als een erg rare blank slate die door een toevallig geslaagde combinatie Battles is geworden. We beseffen ook wel dat we geluk hebben dat het zo goed is uitgedraaid. Als één van ons gevieren er bijvoorbeeld mee zou ophouden, kan deze groep onmogelijk blijven voortbestaan.

Hoewel de muziek van Battles erg precies is, zit er toch ook een zekere spontaniteit in. Schrijven jullie muziek door samen te jammen?

Absoluut niet, wij zijn echt De Anti Jam Band. Elk elementje van onze muziek wordt op voorhand geconstrueerd, er is bijna geen sprake van improvisatie. Eén iemand komt steeds met een melodie en dan schrijven we met z'n vieren verder. Het is trouwens ook niet zo dat Dave bijvoorbeeld enkel de baslijnen schrijft en ik enkel de grooves bedenk. Iedereen schrijft ongeveer vijfentwintig percent van de melodieën, it's very like... all the way around.

Dave zei ook al dat je je nooit te comfortabel mag voelen tijdens het schrijfproces, omdat je dan het risico loopt oninteressante muziek te gaan maken.

Dat klopt, wij werken op een nogal ontraditionele manier. Aan de muren van onze repetitieruimte hangen enorme papieren waar we letterlijk élk idee op schrijven. Dat is soms wel extreem verwarrend, maar soit. Elk muzikaal deeltje geven we dan een bepaalde naam, en daarna beginnen we die personages met elkaar te combineren, in hetzelfde of verschillende nummers. Je kan het bijna zien als een menuet of een toneelstuk van songdeeltjes: we springen er echt op een wiskundige wijze mee om, als een stelletje ingenieurs.

Als ik het gitarentrio in 'Race:Out' hoor, denk ik bijvoorbeeld meteen dat zoiets wel uit een improvisatie zal zijn voortgevloeid.

Nee, iemand is op voorhand op het idee gekomen om een triangel van gitaren over een beat in vier te laten lopen. That's totally thought out, definitely.

(foto: Jef Leyssens)
(foto: Jef Leyssens)

Het opvallendste element van 'Mirrored' zit in Tyondai's stemmanipulaties. Is hij toevallig op dat idee gestoten, of is ook daar een hele redenering aan vooraf gegaan?

Wij zijn begonnen als een instrumentale band, en ik snapte toen al niet waarom Ty niet zong. Als instrumentale groep ben je in mijn ogen steeds beperkt: aangezien een gebrek aan zang meteen zo veel mensen afschrikt just because, kan je maar tot op een bepaalde hoogte komen, denk ik. Ik wilde alleszins zeker niet in een instrumentale band spelen en als ik Ty zijn solo-optredens zag, dacht ik steeds: die gast moét gewoon zingen, hij is te goed om zijn mond te houden. Langs de andere kant wilden we ook niet gewoon hetzelfde doen als tevoren plus wat traditionele zang erbovenop. Okay, here's Battles! Featuring vocals now! – dat zou iets te gemakkelijk zijn geweest. Het moest iets extra hebben, en daarom is de zang zo gemanipuleerd en fragmentarisch. 'Mirrored' is eigenlijk slechts een introductie op wat een groep als Battles met zang kan aanvangen. Wij benaderen Ty's stem in de eerste plaats ook als een instrument op zich, dus het kan in de toekomst nog alle kanten opgaan.

Het leuke van de zaak is dat jullie daardoor één van de zeldzame groepen zijn die het lef hebben om zijn tweede plaat helemaal anders te laten klinken dan zijn eerste.

(enthousiast) Oh, totally, yeah yeah yeah. Dat was trouwens een compleet natuurlijke evolutie, aangezien wij sowieso niet zomaar in herhaling willen vallen. We hebben die ep's echt al lang geleden opgenomen, toen we maar net samen waren, eigenlijk slechts als een reden om te kunnen toeren. Daardoor hebben we alle nummers in honderden verschillende studio's opgenomen – soms zelfs 's nachts tegen een gratis tarief – waardoor alles ook erg rauw klonk. 'Mirrored' is echt net het tegenovergestelde: dat album is het resultaat van twee jaar non-stop toeren, een hele zomer lang schrijven en opnemen in één geweldige studio.

Ook op het podium is Battles duidelijk een kind van oud en nieuw. Vroeger was er enkel live muziek, daarna ontstond de samplingcultuur en vandaag spelen jullie elektronica live op het podium: "de cirkel is rond", zei jij al.

Klopt. Ons enige echte doel qua optredens is om werkelijk àlles op het podium live te spelen, zonder samples, triggers of voorgeprogrammeerde loops. Daar staan we echt op: zoals je zelf al zei, dat is één van onze organische aspecten. Alles wat je bijvoorbeeld uit een apparaat hoort komen, zijn dingen die wij er eerst zelf hebben ingestoken. We proberen dus de elektronische mogelijkheden op de puurste manier te gebruiken.

Ik las ooit een interview met Tyondai waarin hij sprak over een Belgisch festival waar jullie duidelijk niet welkom waren. Dat vond ik wel erg opvallend: je moest eens weten hoeveel lof jullie in de Belgische pers hebben gekregen na jullie passages op Domino de voorbije jaren.

Tyondai had het over Ten Days Off, twee of drie jaar geleden. Dat voorval had gewoon te maken met een erg bizar programma: ze wisten toen gewoon duidelijk niet waar of wanneer ze ons moesten plaatsen. We moesten spelen in een zaal waar de hele dag enkel DJ's stonden en toen we begonnen op te stellen in een hoekje, viel de muziek plots weg. Iedereen stond erbij en keek ernaar tijdens onze set en daarna was de algemene reactie iets à la: Okay, that's great. Can we have a DJ now? Domino kan ik me daarentegen wel helderder herinneren, dat was echt geweldig.

(foto: Jef Leyssens)
(foto: Jef Leyssens)

The Cookie Different Men

Iets helemaal anders: wat is dat nu toch met die rare groepsnaam 'Battles'?

(lacht even) Ian heeft de naam bedacht en hij wist meteen dat het echt iets generisch moest worden. We hebben alle vier al in indiegroepjes met super whacky long names gespeeld, en dit keer moest de naam echt het tegenovergestelde zijn van bijvoorbeeld Well Here's The Cookie Different Men, ofzo. 'Battles' is één simpel woord, het ziet er geweldig uit op papier en vooral: het kan echt àlles zijn. Als je de cover van onze eerste ep bekijkt, moet je toch toegeven dat je niet weet of je nu een metal- of een hiphopalbum in handen hebt, hé? Vele mensen vinden de naam ook verwarrend, en laat dat nu net zijn wat wij leuk vinden.

Maar je kan 'Bttls' wel zonder klinkers herkennen.

(glimlacht) Zie je wel dat het een goeie naam is?

Je staat nu al bekend omwille van je opvallende gele drumstel met het wel erg hoge crashcimbaal. Ga je daar ook vanavond op spelen?

Nee, want dankzij een deal met Tama moet ik nooit zelf mijn drums meesleuren. Op elke niet-Amerikaanse tournee zorgt Tama ervoor dat ik een drumstel ter beschikking heb, en dat is dus steeds een andere set. In Amerika gebruik ik de gele kit, en dat is ook mijn main drumset. Het is een Art Star II, een uniek custom drumstel dat ik zo'n twaalf jaar geleden heb mogen kiezen. Tegenwoordig maken ze die sets niet meer, en ook de kleur zal je nergens meer vinden. Mijn crash staat daarentegen wel steeds zo hoog. Op die manier gebruik ik 'm alleen als het écht moet, zodat ik nooit ga overspelen.

Je hebt vroeger veel in marching bands gespeeld: hoe groot is die invloed nu nog op jouw drumspel?

Het is net omwille van die marching bands dat mijn drumspel veel meer op mijn handen dan op mijn voeten is gebaseerd. Ik kan bijvoorbeeld simpelweg geen hi-hat met mijn linkervoet door een groove spelen, en jazz spelen kan ik ook totaal niet. Ik baseer me dus vooral op m'n handen. Daarom speel ik bijvoorbeeld ook regelmatig met de achterkant van mijn stokken, om extra kracht te hebben.

Jij speelt naast Battles ook nog met Mike Patton en Duane Denison in Tomahawk, en je vervolledigt de gebroeders Scott in The Mark of Cain. Beschouw je Battles tegenwoordig als je hoofdgroep?

(snel) Ja, absoluut.

Je hebt ook al de eer gehad om samen op het podium te staan met Danny Carey van Tool...

(enthousiast) Ah, amazing! Amaaazing. He's... man, he's good!

Oké, vertel.

Aangezien we enkele jaren geleden met Tomahawk het voorprogramma van Tool verzorgden, mocht ik steeds met Danny mee drummen tijdens hun nummer 'Triad'. Dan trokken ze een hele set roto toms op het podium en mocht ik lekker loos gaan. Dat waren trouwens ook enorm grote zalen: er kon elke avond met gemak vijfentwintigduizend man binnen. Pretty crazy, echt.

Jij bent uiteraard een radicaal andere drummer dan Danny Carey, maar ik vind dat jij net zoals hem soms bijna op een conceptuele manier drumt: bepaalde ideeën zo lang mogelijk aanhouden, tot het geheel volledig anders gaat klinken. Kan je je daarin vinden?

Ergens wel, ja. Ik heb nooit les gehad, maar in mijn jeugd heb ik vooral naar progdrummers zoals Neil Peart en Bill Bruford geluisterd. Hoewel ik tegenwoordig helemaal anders speel dan pakweg tien jaar geleden, zit die invloed er ongetwijfeld nog in. Maar je kan daarnaast nog heel wat andere dingen in mijn spel ontdekken. A little Zeppelin in there, of course...

Nu je er toch zelf over begint: het gerucht doet de ronde dat jullie de nieuwe video voor 'Tonto' hebben opgenomen in het gebergte in Wales waar Led Zeppelin ook de foto's voor...

... 'Houses of the Holy' heeft getrokken.

Dus het is nog waar ook?

Ja, alleen weet ik niet wàt ze daar nu exact hebben gedaan. Het zou de foto van de voorkant kunnen zijn, of de binnenkant van de plaat, maar het zou ook kunnen dat ze daar een videoclip ter promotie van 'Houses of the Holy' hebben opgenomen, of zoiets... In elk geval is er ons verteld dat Led Zeppelin de enige groep is die die locatie ooit al had gebruikt.

Geen slechte voorganger, lijkt mij.

(jongensachtig glimlachend) Yeah, it's awesome.

Tot slot: je hebt al vaker uitgedrukt dat je een hekel hebt aan het feit dat iedereen probeert om Battles in dit of dat hokje te proppen. Wat dacht je van een term als 'nerdrock'?

(lacht) Right... Kijk, we doen het echt niet met opzet, maar inderdaad: onze muziek heeft iets erg neutraals in zich. Aangezien er zoveel verschillende elementen in onze muziek zitten, kàn je het gewoon niet categoriseren, maar ik begrijp wel dat mensen dat toch altijd zullen doen. Ik probeer me daar gewoon niet op te focussen.

(foto: Jef Leyssens)
(foto: Jef Leyssens)

Hoewel het New Yorkse voorprogramma Parts & Labor sterke songs op zijn palmares heeft staan en over een eigen geluid beschikt, kwam hun set die avond niet echt helemaal over. De gloednieuwe drummer Joe Wong is een geschikte opvolger voor de recent vertrokken Christopher Weingarten (hoewel hij er maniakaal veel seutiger uitziet), bassist BJ Warshaw liet zich volledig gaan en Dan Friel bediende zowel zijn synth als zijn gitaar met verve. Het geluid was daarentegen allesbehalve en de zang van Warshaw was nauwelijks hoorbaar. Het sfeervolle 'The Long Way Down' en vooral de geweldige afsluiter 'Fractured Skies' waren zonder meer de hoogtepunten, maar de rest van de set verzoop jammer genoeg in de chaotische geluidsmix. Ook bij Battles was het geluid verre van perfect, maar het kwartet wist dankzij een intense performance toch nog te overtuigen. Ironisch genoeg werd er geopend met de heerlijke nieuwe albumafsluiter 'Race:Out', maar tijdens het oudje 'SZ2' ging het al meteen mis: Braxton liet een snaar springen, waardoor Stanier zijn groove tot vervelens toe moest laten doorgaan. Toen de technische mankementen uiteindelijk opgelost waren, werkte het viertal dan ook direct naar een uitgebreid hoogtepunt toe: de duidelijk erg geliefde hits 'Tonto' en 'Atlas' volgden elkaar netjes op, waarna het organische 'TRAS' slechts de inleiding vormde voor 'Leyendecker' en een alom meegezongen 'Race:In'. Afsluiten werd gedaan met 'DANCE' (waarin Braxton bewees dat hij verdomd goed kan beatboxen) en de rustigere toegift 'Bad Trails'. En toch: hoewel beide nummers live zonder meer nog beter klinken dan op schijf, bleef het een ietwat magere kers op de taart. Ook werden songs als 'HI/LO' en 'Ddiamondd' nogal gemist. Uiteraard is Battles een geweldige liveband: Stanier verzette zoals steeds liters zweet, Braxton jutte het publiek danig op met zijn excentrieke danspasjes en vooral Konopka imponeerde met zijn verfijnde pedalengebruik. Williams speelde echter opvallend slordig (wat misschien iets te maken had met die kauwgom waar hij non-stop bellen mee blies) en bovendien was de piek van het optreden veel te vroeg voorbij. Verre van slecht, maar het had nog fantastischer gekund.

Meer over Battles


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.