Midden 2010 vertoefden vibrafonist Miro Herak en pianist Michal Vaňouček op uitnodiging van JazzCase in het Dommelhof in Neerpelt, waar ze samen met drummer Yonga Sun, bassist Brice Soniano en drie strijkers (Oene van Geel, Jeffrey Bruinsma en Jörg Brinkmann) het album ‘Universal Mind’ inblikten. Hiermee ontstond een nieuwe gedaante van As Guests dat voorheen vooral als vibrafoon-piano duo of als kwartet opereerde.
In 2011 verscheen het resultaat op cd bij het Amerikaanse label Origin. De composities van Vaňouček en de manier waarop ze op het album te horen zijn, liggen in de lijn van wat As Guests in het verleden liet horen. De muziek lijkt ear gliding, maar zit vol gesofisticeerde hoeken en kanten: onverwachte wendingen en haarspeldbochten die zo vanzelfsprekend en vlot uitgevoerd worden dat het gevaar dreigt dat ze als stereotiep kinderspel overkomen. Gelukkig kan schijn bedriegen.
Heel anders klonk ‘Kolovrátok’ waarin een basismelodie de hele tijd bleef rondspoken. Vanuit een mistig duo van cello en bas (met Janos Bruneel, vast lid van het As Guests kwartet in de plaats van Soniano) ontwikkelde de hele groep geleidelijk aan een Balkandramatiek die versterkt werd door de marcherende drums van Sun. De stops die op cd zo haarjuist geplaatst worden, vertoonden tijdens het concert soms kleine aarzelingen. Het bleven echter schoonheidsfoutjes van het soort dat ook elders in het optreden opdook: niet echt storend, maar wel het bewijs dat de muziek van ‘Universal Mind’ niet te spelen is op automatische piloot.
Het repertoire van het concert bestond op een compositie na integraal uit het oeuvre dat de groep op ‘Universal Mind’ laat horen. Toch was het concert meer dan het louter reproduceren van de opnames. Het is niet omdat iets ooit op een bepaalde manier vastgelegd werd, dat het bij As Guests niet kan veranderen. Zo werden sommige stukken van het programma in Neerpelt ook een dag eerder in Brussel gespeeld: zonder de strijkers en dus met aangepaste arrangementen.
Ook in voltallige bezetting bleek de muziek onderhevig aan veranderingen. Opvallend daarbij was de ruimte die Herak en Vaňouček lieten aan hun collega’s. Waar ze op ‘Universal Mind’ duidelijk de voornaamste solisten zijn, kregen op het podium van het Dommelhof vooral de strijkers extra soleerruimte. Tot twee keer toe werd de reeks Bruinsma - van Geel - Brinkmann improvisatorisch afgegaan. Daarbij viel vooral het verschil in sonoriteit tussen de viool van Bruinsma en de altviool van van Geel op. De eerste had een warm, calorierijk geluid en kwam heel zelfzeker en –bewust uit de hoek. Van Geel van zijn kant opteerde voor een lichter en meer dartelende sound, een contrast dat de verdoken rijkdom binnen de groep nog groter maakte.