In 1986 formeerde de Nederlandse pianist Michiel Braam, zelf midden de twintig, de eerste versie van zijn Bik Bent Braam. Vijfentwintig jaar en zeven releases later neemt de band afscheid met een laatste programma, ‘Exit’, dat op 21 januari in première ging in de Plusetage in Baarle-Nassau.

Wie de bezetting van de Bik Bent Braam op de eerste cd ‘Howdy’ vergeleek met die op het podium van de Plusetage kon vaststellen dat Braam er aardig in slaagt muzikanten aan zich te binden. Saxofonist Bart van der Putten, trompettist Eric Boeren, trombonist Wolter Wierbos, tubaspeler Peter Haex en natuurlijk Braam zelf zijn over de laatste twintig jaar vaste waarden gebleken.

Vertrouwde gezichten zijn geen overbodige luxe voor de spelconcepten die Braam in zijn muziek hanteert. Het louter spelen van of improviseren op composities is voor hem niet uitdagend genoeg en dus zoekt hij riskantere domeinen op, waarbij de richting die de muziek uitgaat mee bepaald wordt door de muzikanten: niet veilig in de kleedkamer, maar op het podium.

Voor ‘Exit’ was het niet anders. Vooraf was aangekondigd dat het eerste deel van het programma zou bestaan uit stukken die alleen een begin hadden en waarbij de muzikanten ter plekke een slot zouden moeten zoeken. Voor de tweede set werden de rollen omgedraaid en leverde Braam een telkens een slot aan. Op zich al een reden om goed uitgeslapen aan de start te verschijnen, maar tijdens het concert bleken de zaken nog iets complexer te liggen.

Het begon eigenlijk al met de composities op zich: nu eens niet meer dan schetsen, dan weer exact uitgewerkt in verschillende lagen die een ritmisch en metrisch complex geheel vormden. De overgang naar of van de improvisatie werd op een even afwisselende manier gerealiseerd. Soms was het overduidelijk wanneer de band van het louter uitvoeren naar instant composing overging, terwijl op andere momenten de grens erg flou werd. (Als ze al echt bestond.)

Zo werd het concert een doolhof van ideeën en ideetjes, maar daar hield het niet bij op. Bovenop kwamen signalen, gebaren en gelaatsuitdrukkingen die van links naar rechts vlogen. Suggesties werden met abstracte armgebaren of opgestoken vingers opgeworpen, aanvaard, genegeerd of doorgegeven. Het was duidelijk dat de grote keuzes die op het podium gemaakt werden minstens evenveel bij de muzikanten lagen als bij de te spelen composities.

Tijdens het spelen werd bovendien naarstig in de partituren gebladerd, wat de indruk wekte dat de gespeelde stukken eigenlijk reeksen composities waren. Hoe de vork precies aan de steel zat, kwam het publiek niet te weten. Zeker niet wanneer Braam zelf een stuk inzette met een reeks imposante glissandi en na elke schuiver een blad omdraaide, alsof hij de relativiteit van zijn eigen gecomponeerde muziek wilde onderstrepen.

Voor de improvisaties werd vertrokken vanuit kleinere bezettingen, waarbij de verschillende kleuren in het ensemble goed tot hun recht kwamen: de lage koperblazers, de fagot van Jan Willem van der Ham of de cello van Jörg Brinkmann. Zo kreeg de muziek ook een boeiende flexibiliteit, zeker wanneer links en rechts muzikanten begonnen in te haken of te becommentariëren.

Vooral de bastuba van Carl Lüdwig Hübsch viel daarbij op. Van het logge waarmee dat instrument vaak geassocieerd wordt, was (zoals wel vaker bij deze technisch begaafde muzikant) niets te merken. Lichtvoetig en speels kon hij in het fijnste werk mee. De triopassage die hij met Peter Haex (tuba) en Frank Gratkowki in ‘Such Wild Larch Bug’ realiseerde was er eentje om in te kaderen. Met zachte, korte en afgeknepen klanken trokken de drie een minimalistisch decorum op, vol met (net niet) geslaagde gelijktijdigheid. Plots werd het even geinige als delicate klankbeeld door Brinkmann met een knoert van een arpeggio aan flarden gereten, waarbij het resultaat van zijn tussenkomst nog geaccentueerd werd door het gezicht van de vermoorde onschuld dat die na zijn oekaze opzetten.

Brinkmann liet zich ook op andere momenten opmerken, maar dan als een improvisator die in alle omgevingen mee kon. Andere sterkhouders waren Hübsch en Gratkowski, terwijl de anders erg actieve Wolter Wierbos (trombone) zich gedurende het hele concert bescheiden opstelde. Al was het maar omdat hij geregeld bij zijn buurmannen te raden ging om te weten welk stuk er aan zat te komen.

Voor het beleven van de muzikale communicatie en intriges bleek het podium van de Plusetage in Baarle-Nassau een ideale omgeving. Weinig zalen bieden de kans om zo dicht bij de muzikanten te zitten. Jammer genoeg hing er aan de intimiteit ook een prijskaartje vast. Door de afwezigheid van noemenswaardige versterking (met uitzondering van Brinkmann) liepen bepaalde klanken verloren in de gezamenlijke passages. Slachtoffers hierbij waren vooral Brinkmann, van der Ham en de bandleider zelf. Het opengooien van de kast van de buffetpiano waarop hij speelde was zondermeer een goede zaak, maar kon niet voorkomen dat Braam in de tutti passages niet kon wegen op het geluid van de groep. 

Het leek wel alsof de muzikanten hier zelf ook een antwoord op zochten, want aanvankelijk kwam het optreden wat traag op gang. Opener ‘On Rice-Beer’ liet niet meteen het sterkste van de avond horen, maar daarna begon de motor aan te slaan. Vage knipogen naar de klankwerking van Duke Ellington (een constante doorheen het oeuvre van de Bik Bent Braam) schemerden door de vaak erg grillig vormgegeven frases.

Braam kondigde alle composities steevast aan als “stukjes”, maar van gezellig vingerknippen was geen sprake. Toch viel ook nu weer op uit hoeveel invloeden Braam voor zijn stukken kan putten. Vooral in het tweede deel gingen de meer abstracte kronkels vergezeld van herkenbare echo’s, zoals die van oude zwart-wit filmmuziek in ‘Red Smut’ of de tango van ‘Cuba, North Rhine-Whestphalia’ (uit het repertoire van Braams nieuwste band, het Hybrid 10tet). Dat het ook erg verfijnd kon, was te horen in ‘Instable Scar’ waar een statige koraalmelodie vanonder aangevallen werd door nerveuze oprispingen. Het meest delicaat werd het weefsel echter in ‘No Extras’: gelaagd en bijna verstild creëerde de Bik Bent Braam mooi in harmonie vormgegeven klankwolken.

Na bijna twee uur muziek trokken Braam en zijn Bik Bent de spreekwoordelijke stekker er uit. Toch voor de Plusetage, want in de volgende weken zijn het orkest en het ‘Exit’ programma nog elders in Nederland te horen. Ook daarna moet er niet gewanhoopt worden. Braam heeft de plannen voor een nieuwe band met de omvang van zijn “oude” al klaar liggen. Dat hij ook daarvoor weer heel anders denkt dan de gemiddelde bandleider zal ondertussen niemand meer verbazen.

Meer over Bik Bent Braam – Exit


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.