Met de weergaloze eerste symfonie van Johannes Brahms toonden de Sächsische Staatskapelle Dresden en Christoph Eschenbach zich de meest gespierde en poëtische uitvoerders denkbaar. BOZAR werd in beider betekenissen van het woord overrompeld door wat men gerust het beste symfonische concert van dit voorjaar in ons land kunnen noemen.

De eerste symfonie van Brahms is een dankbaar werk in zijn genialiteit qua structuur en orkestratie. De muzikale eenheid van het werk weerspiegelt zich in de densiteit en warmte van het klankspectrum. Tegelijk worden de meest uiteenlopende gevoelsuitingen gereflecteerd, van tragisch over melancholisch en elegant tot triomfantelijk. Een groot dirigent dient de touwtjes strak in handen te houden in het spel met texturen, op- en afbouwen van spanning, het creëren van een organisch symfonisch geheel, ... Eschenbach, wiens uitvoering traditioneel kon genoemd worden in vergelijking met wat Herreweghe of Gardiner doen, liet zich hierin kennen als een fenomenale Brahmsdirigent.

Christoph Eschenbach (foto: Eric Brissaud)
Christoph Eschenbach (foto: Eric Brissaud)
Het orkest ondersteunde op ongelofelijke wijze de persoonlijkheid van de dirigent. Een enorme inzet van elke pupiter ten aanzien van het geheel zorgde voor een ongekende klankintensiteit. Timing, intonatie, samenspel en solo's vielen samen met de ideeënrijkdom van Eschenbach en deden Brahms partituur gloedvol tot zijn recht komen. De blazers klonken samen als een orgel en hun solo's kenmerkten zich door warmte en een grote affiniteit met Brahms lyriek. In de tutti's viel de energie op waarmee het orkest van binnenuit gestalte gaf aan de muziek. Op die manier kregen we een gespierd poëtische lezing van een werk dat inherent ook nog zoveel contrasten veruitwendigt.

In het eerste deel van het concert kreeg men muziek van Robert Schumann te horen. Kwaliteit van dirigent en orkest kwamen al tot uiting in de minder uitgevoerde, doch niet te onderschatten ouverture 'Die Braut von Messina', dat als het ware een voorstudie op de 'Manfred'-ouverture kan genoemd worden. Dit werk werd gevolgd door het wat als curiosum bestempelde vioolconcerto van dezelfde componist. Nadat Joseph Joachim, aan wie het werk was opgedragen, het als minderwaardig had afgedaan en associeerde met Schumanns ziekte, raakte het in vergetelheid. Het was pas in de jaren dertig van vorige eeuw dat het concerto hernieuwde aandacht kreeg.

Gidon Kremer
Gidon Kremer
Violist van dienst was Gidon Kremer die eerder dit jaar al te horen was in BOZAR met het vioolconcerto van Tchaikovsky. De belangrijkste elementen van Schumanns concerto liggen in het eerste deel en Kremer slaagde erin de contrasten en viooltechnische effecten samen met het orkest tot een mooi geheel te boetseren. Virtuositeit en lyriek stonden ten dienste van de overkoepelende vorm. De tweede beweging kreeg een heel mysterieuze sfeer mee die in Kremers handen bijna twintigste-eeuws aandeed. Jammer genoeg kon het derde deel minder overtuigen en miste het wat spanning. Misschien lag het tempo hier wat te laag en werd teveel de kaart van het charmeren getrokken.

De vergelijking met de grote Austro-Germaanse vioolconcerti zoals van Beethoven of Brahms doorstaat dat van Schumann niet. Als opmaat in een concert dat draaide rond de eerste symfonie van Brahms was het echter een evenwichtige keuze. Men zal zich dus vooral dit laatste werk herinneren in een krachtige, gewortelde uitvoering met Duitse allure.

Meer over Christoph Eschenbach, Gidon Kremer, Sächsische Staatskapelle Dresden


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.