Trio New York symboliseert Ellery Eskelins hernieuwde fascinatie voor de jazztraditie. De keuze zich voor dit project uitsluitend op het standaard jazzrepertoire te beroepen bleek controversieel, gezien de soms negatieve reacties die volgden op de twee reeds verschenen albums van het ensemble. Met zijn concert in De Singer gaf Eskelin critici die het project niet uitdagend genoeg vinden echter lik op stuk.

foto: Arne De Crom
foto: Arne De Crom
"Weet er eigenlijk iemand wat we zonet allemaal hebben gespeeld?" Het leek een wat opschepperige vraag die Eskelin aan het talrijk opgekomen publiek stelde na afloop van de eerste set. Algauw bleek dat de tenorsaxofonist het oprecht meende. Het was namelijk de allereerste keer dat de groep, die voorts bestaat uit Gary Versace (Hammondorgel) en Gerald Cleaver (drums), een set had afgewerkt zonder te stoppen. Er waren daarin heel wat standards gepasseerd, sommigen werden lichtjes aangeraakt door één of meerdere muzikanten, terwijl anderen thematisch volledig werden uitgewerkt. Het was bijgevolg niet makkelijk om de puzzel die tijdens de lange improvisatie werd gemaakt achteraf te reconstrueren.

Wat alleszins met zekerheid werd gespeeld was 'We See' van Thelonious Monk, een stuk dat ook op het tweede album van Trio New York wordt aangepakt nadat het eerder al opdook in het repertoire van Eskelins trio met Andrea Parkins en Jim Black. Het vormde het einde van de indrukwekkende eerste set, die heel geduldig werd opgebouwd en waarin vooral de uitwisselingen tussen Versace en Cleaver voor gensters zorgden.

In tegenstelling tot de wat donkere en weemoedige sfeer op de albums, sprak het trio tijdens hun concert een heel spectrum aan emoties aan. Zo werd de eerste set ingezet met een lage puls van het Hammondorgel en een simpel ritme, van waaruit de improvisatie gedurende drie kwartier heel verschillende richtingen uitging, van ritmisch cerebraal tot suikerzoet melodisch. Eskelin blies vaak robuuste lijnen, wat vooral een gevolg was van het stevig doormeppen van Cleaver en de pompende baslijnen van Versace. Powerplay was het nog zeker niet, maar toch straalde de interactie heel wat kracht en karakter uit dankzij drie zelfzekere muzikale  persoonlijkheden.

foto: Arne De Crom
foto: Arne De Crom
Terwijl er af en toe een vleugje 'East of the Sun' door De Singer waaide, gingen Versace en Cleaver op een magnifieke manier met elkaar in de clinch. Ze probeerden elkaar de loef af te steken door steeds op een andere manier weg te lopen van de geankerde baslijn en het daaraan gekoppelde ritme. Een maat verdubbelen of vertragen, het metrum omgooien of plots een grote omweg maken en net op tijd terug bij het beginpunt aankomen, Versace en Cleaver amuseerden zich er kostelijk mee. De plagerige uitwisselingen zorgden ook voor animo bij het publiek, dat zichtbaar genoot van wat er zich op het podium afspeelde.

In de tweede set daalde de intensiteit aanvankelijk. De referenties naar de songs werden ook explicieter. De eerste tien minuten werden volgemaakt met een heel vrije bewerking van 'After You've Gone', dat steeds opnieuw aan energie won doordat Eskelin een zweem van het thema liet rondtollen en Versace handig gebruik maakte van de dynamische mogelijkheden van zijn Hammond. De groep wist daarmee opnieuw een gave spanningsboog in de set te brengen, die uitmondde in het zinnenprikkelende 'Midnight Sun'.

De toegift die onder aanvoering van Eskelin "straight" werd gespeeld, had nog weinig vandoen met de geïmproviseerde aaneenschakeling van standards waarmee het publiek op een subtiele manier werd plat gespeeld. Het was misschien ook een beetje overbodig. Eskelin had het grote gelijk immers al lang aan zijn zijde.

 

Meer over Ellery Eskelin Trio New York


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.