Esperanzah! duurt in 2014 een dag langer en dus was het publiek al vanaf donderdag welkom op de prachtige site van de abdij van Floreffe voor een lange avond vol bluegrass en sociaal bewogen energie.

Openers van deze uitgebreide editie waren de heren van Outernational, een Amerikaanse band die voor haar nieuwste cd de hulp kregen van onder andere Tom Morello. Waarschijnlijk speelt de sympathie van de Rage Against the Machine-gitarist vooral op het tekstuele, want muzikaal woog de groep wel erg licht. Punkrock met een beetje ska (‘The Beginning is Here’) en wat reggae (‘First Among Equals’), waarbij de trompet hier en daar voor een Mexicaanse ambiance zorgde.

Veel tijd had de band echter niet besteed aan het uitwerken van de songs. In rudimentaire arrangementen werden ze op de luisteraars afgevuurd. Ook niet onbegrijpelijk, want het was de groep om de maatschappelijke boodschap te doen. Die werd in de eerste plaats gebracht door zanger Miles Solay die zich, in lichtere kleuren gestoken dan zijn zwart en grijs getooide collega’s, vooral vestimentair wist te onderscheiden. Dat hij het vocaal vooral moest hebben van de half geroepen nummers, genre Heideroosjes en co, werd duidelijk in de zeldzame, tragere passages die melodischer hadden moeten klinken, maar door Solay heel wankel afgewerkt werden. 

Toch had de band enkele nummers in huis die zich snel onder de hersenpan van de luisteraars konden nestelen. ‘First Among Equals’ en ‘Fighting Song’ waren best catchy en liet de band in meer folkachtige gedaante horen: nog geen The Pogues, maar in alle eenvoud wel sterker dan in de andere songs. Ook het beetje funk van ‘Sir No Sir’ deed de set wel goed al was het bij dit nummer opnieuw de boodschap die het werk moest doen, met, toegegeven, een slagzin die qua efficiëntie echt hout sneed.

De in pret verpakte woede van de Amerikanen op de Côté Cour maakte op het Côté Jardin-podium plaats voor Little X Monkeys: geen nieuwe sciencefiction serie op Nickelodeon, maar een band uit Namen die zich op een studie van de Amerikaanse roots-muziek gestort heeft. Het resultaat daarvan is het album ‘Mystic River’ dat de ruggengraat vormde van de setlist waarmee de band verschillende facetten van de country en omstreken aftastte.

Aftastte, want erg diep in de traditie dook de band nog niet. Het sterkst kwam die voor de dag in het lichtere werk, met nummers als ‘Little Creek Fellowhip’ en ‘Black Bird’ waarin de banjo beter in het geluid te horen was. Op andere momenten gingen het geluid van dit instrument en de dobro al eens verloren, waardoor de band haar specifieke karakter dreigde te verliezen. ‘My Louisiana’ werd zo bijvoorbeeld iets steviger aangezet tot rootsrock, maar kreeg daarmee niet de charme van de eerder genoemde nummers, terwijl een cover van ‘Come Together’ dan weer iets te braaf klonk. Beter waren de uptempo line dance van ‘I Wanna Go’ en het vooroorlogs swingende ‘This is the Right Day’.

Dat zangeres Marjorie Piret vocaal aardig uit de voeten kon, liet ze horen in een a capella versie van de gospel ‘This Little Light of Mine’. Niet dat ze meteen de hele Côté Jardin naar huis zong (wat ze daarvoor ook nog niet geprobeerd had), maar to the point en erg stemvast klonk het wel. Al even opmerkelijk was haar taalkundige variatie, waarbij ze haar redneck Engels in de songs afwisselde met Franse bindteksten en in beide gedaantes opmerkelijk geloofwaardig bleef. Een lerares Engels engageren als zangeres heeft blijkbaar echt wel voordelen.

Kenden de shows van Outernational en Little X Monkeys hoogtes en laagtes, tijdens die van La Chiva Gantiva was er voor dipjes geen plaats. Vanaf ‘Vivo’ werd de machine met cumbiafunk op gang getrokken om nooit meer te vertragen. Kolkend en stomende volgden daarna ‘Para Arriba’, ‘La Pecosa’ en ‘Pigeon’: nummers die stuk voor stuk lieten horen dat de bende Colombiaanse Belgen meer is dan een feestbende. Alleen al omdat er op één moment veel meer gaande was dan alleen de energieke act van zanger Rafael Espinel.

Dat die geen enkele moeite had om het publiek te overhalen om T-shirts uit te doen en er Les Lacs du Connemara-gewijs mee rond te zwaaien, was klein bier in vergelijking met wat er zich muzikaal in de band afspeelde. Nummers waarin uiterst behendig allerlei bochten genomen werden of momenten waarop er eenvoudigweg te veel te horen was om in een keer op te nemen, lieten horen dat achter de fun meer dan een strategie schuil ging. 

Bovendien gaf de band in het samenspel geen centimeter toe, waardoor het geluid en de uitvoering ervan in graniet gebeiteld leken, ook in oudere nummers als ‘Apretao’ die nog niets aan frisheid ingeboet hadden. Een opmerkelijk pluspunt vormden opnieuw de twee blazers, waarbij zowel de aanwezigheid van een licht zwevende klarinet als de rol die de twee kregen (meer dan het opvullen van leegtes) de groep een eigen geluid garandeerden.

Dat La Chiva Gantiva af en toe even wat meer rock in het geluid toeliet, veranderde niets aan de eigenheid van de band, zelfs niet toen er in ‘El Valor Tiene Mareo’ enkele stevige, metal-achtige ritmes gehakt werden. Integendeel: het bleek het sein voor een laatste eindspurt, waarbij Espinel de interactie met het publiek helemaal zocht en kreeg. Die werd echter mooi ingewerkt in de nummers, waarbij de groep de volksmennerij van de zanger muzikaal perfect wist te volgen en niet alleen in het van links naar rechts huppelen op het podium.

Zo nam La Chiva Gantiva moeiteloos de maat van alle voorgaande en na hen komende artiesten, zelfs van Manu Chao. Dat die met zijn mestizo, jump up ska, een rugzakje vol hits (bijeengeweven tot een vrolijk meegebrulde potpourri), de onvermijdelijke sirenegeluiden en een onstuitbare energie qua sfeer en publieksbereik gewonnen spel had, daarvoor moest niet naar de afgeladen Côté Cour afgezakt worden. De sfeer was er echter niet minder om en Esperanzah! kreeg dan ook de afsluiter waar de organisatie en de bezoekers van gedroomd hadden: een in een rotvaart doordenderende trein waar afstappen geen optie was en springen op eigen risico gebeurde.

Voor de Franse volksheld het podium op mocht, stond eerst nog The Broken Circle Bluegrass Band op de Côté Jardin: een logische vervolg op Little X Monkeys, maar dan wel een dat zoals te voorspellen was voor heel wat meer bezoekers zorgde. Het muzikale vervolg op de film ‘The Broken Circle Breakdown’ mag dan niet zo internationaal gaan als de film, bandbrein Bjorn Eriksson en zijn collega’s waren de afgelopen maanden al zowat overal te zien en te horen en doen daar in het najaar nog een schepje bovenop.

Blikvangers waren uiteraard filmvedetten Veerle Baetens en Johan Heldenbergh die aangaven hun plaats als leadvocalisten erg goed kennen. Of zoals het Heldenberg bij het begin van het optreden al opmerkte: “Je suis comédien”. De sterkte van de band lag inderdaad in de eerste plaats in de muzikanten achter het filmkoppel. Die stuurden de arrangementen aan, bepaalden met dobro, banjo, viool en lapsteel het geluid en tekende voor de mooie samenzang in songs als ‘Will the Circle Be Unbroken?’.

Hoe essentieel de rol van de begeleidende muzikanten was, werd wel erg duidelijk toen Hendelberg in de jengelende uptempo instrumental ‘Blackberry Blossom’ zijn gitaar even stilhield zonder dat dit echt impact leek te hebben op het geluid. Door de mand vallen was er echter niet bij. Zowel hij als Baetens vervulden met hun even sympathieke als moeizaam uitgebrachte Franstalige bindteksten hun rol van gastheer en gastvrouw en bleven ook als vocalisten op de rails.

Baetens zelfs in ‘Wayfaring Stranger’ en ‘Don’t Think Twice it’s Allright’, nummers die in fragiliteit toch niet het meest voor de hand liggen om in een festivalsetting te brengen. Dat ze niet door merg en been gingen en zelfs wat te “mooi” klonken, zal weinig bezoekers gestoord hebben. Waarschijnlijk is zingen op een podium voor haar immers al evenzeer acteren als op een filmset.

Desalniettemin zorgde The Broken Circle Bluegrass Band op Esperanzah! voor meer dan een uur hoogst genietbaar bluegrass-entertainment. Het mooiste werd echter bewaard voor het einde. Bij de bisnummers zat namelijk een fraaie ‘Oh, Come, Angel Band’ waarin de band zich meerstemmig vocaal liet horen, uitsluitend begeleid door Heldebergh op gitaar. Jammer dat heel wat bezoekers dit fraaie slot moesten missen, want ondertussen was de exodus richting de Côté Cour en Manu Chao al op gang gekomen. Sommige wetmatigheden zijn nu eenmaal zo sterk dat zelfs het publiek van Esperanzah! er niet ongevoelig voor is.

(Foto: Esperanzah!)

Meer over Esperanzah! 2014 - Dag 1


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.