Donderdag 9 juni schotelde het CHK Netwerk het publiek twee zeer interessante Brits-Amerikaanse trio's voor: John Butcher, John Edwards en Gino Robair zijn veteranen uit het improvmilieu terwijl de twee jonge honden van Talibam! het op het podium mochten uitvechten met de Britse saxofonist Alan Wilkinson.

Voor vele mensen wordt vrije improvisatie geproduceerd door muzikanten die maar wat door mekaar zitten te spelen en hun gebrek aan instrumentbeheersing camoufleren door er op de andere dan de geijkte manieren klanken uit te halen. Zulke mensen zouden aan hun oren moeten worden meegesleurd naar een concert zoals dat van het trio John Butcher, John Edwards en Gino Robair (foto) op 9 juni in het CHK Netwerk.

De drie heren slaagden er in om een set te presenteren die misschien wel heel abstract klonk, maar fascinerend genoeg heel toegankelijk bleef voor iedereen die ten minste de moeite deed om te luisteren. Dat dit een vrij gemakkelijk te verteren brok was die ook niet-kenners wist te boeien, heeft verschillende redenen. Ten eerste beschikken de drie heren over een enorme ervaring binnenin het improvisatiegebeuren en beheersen ze hun instrumenten tot in de perfectie. Decennialang musiceren, proberen en verkennen heeft er voor gezorgd dat ze inmiddels over automatismen beschikken waardoor ze on-the-spot speeltechnieken kunnen selecteren uit een zeer brede interne catalogus die hen toelaten om net de juiste klank tevoorschijn te toveren die het beste past bij een aanzet van een medespeler. Het feit dat Butcher, Edwards en Robair in diverse combinaties al een gezamenlijke concert- en opnameverleden hebben is uiteraard ook een groot voordeel, ook al speelden ze voordien nog maar één keer als trio. 

Bovendien benaderen ze hun instrumenten met een totale open geest. Men kan instrumenten bespelen op de wijze zoals dat traditioneel wordt aangeleerd maar daarnaast bestaan er zoveel meer mogelijkheden om geluid uit een instrument te halen. Gebruik maken van die extra opties levert een heel breed klankenpallet op en het is visueel al een plezier om te ontdekken hoe de muzikanten al die fascinerende geluiden aan hun instrumentarium weten te ontlokken.

En last but not least: de heren luisteren naar mekaar en weten wanneer ze moeten zwijgen. Dit alles leverde een heel intense, zeer verzorgde set op die heel organisch golfde van het ijle, nauwelijks hoorbare - een geboeid, respectvol publiek hield gelukkig muisstil de adem in - tot het volumineuze, chaotischere. 

Saxofonist (tenor en sopraan) John Butcher heeft met de jaren een heel persoonlijk geluid ontwikkeld, dat vaak doorspekt is met intens zuivere, trillende klanken, klep- of subtiel klokkende geluiden, met veel lucht geblazen ruis en wanneer hij voller klinkt, produceert hij lange slieren nootsequenties aan de hand van circulaire ademtechnieken waardoor hij in de buurt komt van die andere Britse grootmeester Evan Parker.

John Edwards is een zeer veelzijdige speler: er werd aan snaren geplukt, strijkstokken werden over de bassnaren gewreven of zelfs tussen de snaren gestoken, op de bashals werd getokkeld en de snaren werden gekieteld en betast. Wat Edwards bovendien nog een stapje hoger op de ladder der improvisatoren doet belanden is het schijnbare gemak om plots een abstracte geluidsexcursie te voorzien van een heel subtiel melodieus basloopje. Enkele zachte plukjes zorgen ineens voor een parfum van melodie. Een melodie die hij wat later dan ook nog eens mooi uitwerkte met strijkstok. Hij speelt als het ware zodanig out-of-the-box dat hij pardoes in-the-box belandt; improvisatie betekent inderdaad niet dat er geen melodie of ritme spontaan zou mogen opborrelen (een fenomeen dat zich helaas al eens in deze muziekscène durft voor te doen). 

Gino Robair (onder meer Tom Waits maakte gebruik van 's mans kunnen) is ook een fenomeen en een plezier om live bezig te zien. Hem een drummer noemen is in feite de man tekortdoen. Hoewel hij percussietechnieken volledig beheerst en nu en dan deze ook demonstreert, is hij toch ook constant op zoek naar ongewone geluiden, Cimbalen worden met ijzerstaven of strijkstokken bewerkt, drumvellen worden omgebogen, ingedrukt, trillende apparaatjes worden op onderdelen geplaatst om dreuneffecten te genereren en op één moment blies hij zelfs op de rand van de snare. 

Het resultaat van het treffen van Butcher, Edwards en Robair was een concert dat geen minuut te veel duurde en dat geen enkele dip kende en dat in zijn volledigheid meteen mocht worden uitgebracht. 

Achter Talibam! schuilen twee Amerikanen die op een nogal anarchistische, chaotische wijze omspringen met het jazzgebeuren. Alles kan en alles mag lijkt wel het motto van drummer Kevin Shea en keyboardspeler Matt Mottel. Kevin Shea is misschien wel het best bekend. Naast Talibam! speelt hij ook in het beruchte Mostly Other People Do The Killing-kwartet en jamt hij bijvoorbeeld ook met Mick Barr (Orthrelm) en Tim Dahl (The Hub, Child Abuse). Vorig jaar verscheen een samenwerking van Talibam! met de Britse saxofonist Alan Wilkinson en in deze constellatie traden ze hier aan.

Er werd heel heftig afgetrapt. Een heel wild drummende Shea spoorde zijn metgezellen aan tot heel drukke keyboardlijnen en krachtig blaaswerk. De heftigheid maakte oorspronkelijk indruk maar verzandde echter gaandeweg in een richtingloze, inspiratieloze brij en verveling stak de kop op. De motor sputterde, Matt Mottel leek geen interessante spielereien uit zijn keyboards te kunnen halen om het aanvalswerk van Shea passend te beantwoorden, ook al trappelde hij ter plaatse vrolijke danspasjes en leek hij zich van geen kwaad bewust. Alan Wilkinson zocht vergeefs naar een manier om de improvisatie van grond te tillen maar beperkte zich tot een nogal beperkt vocabularium van korte scheurende zinnen die te voor de hand liggend klonken.  

Gelukkig leek Motel gaandeweg dan toch wat inspiratie te vinden en zijn eerst té freewheelend geneuzel leek meer steek te houden. Thema's werden langer aangehouden of herhaald en leken daardoor bruikbaarder materiaal waar zijn tegenspelers meer mee konden doen. Daardoor bewoog het groepsgeluid zich meer naar mekaar toe en ontstond het gevoel dat er naar mekaar werd geluisterd en dat de som eindelijk meer was dan de drie afzonderlijke delen. Een veelbelovend begin, een lange dip en gelukkig een interessant finale. Zo kon de set van Talibam! en Wilkinson in één zin worden omschreven.


 

Meer over John Butcher, John Edwards & Gino Robair en Talibam! & Alan Wilkinson


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.