Jazzmuzikanten die klassieke muziek interpreteren, loopt dat goed af ? Als Lionel Belmondo de verkoopcijfers van zijn in 2003 opgenomen 'Hymne au Soleil' bekijkt, mag hij geloven van wel. Voor dat project trommelde de Franse rietblazer een aantal muzikanten op uit het Orchestre National de France en samen namen ze klassieke, voornamelijk 20e-eeuwse klassieke muziek onder de jazzy loep, van Franse componisten bovendien. In eigen land werd het album een succes, zowel naar verkoop toe als voor wat de kritieken betreft. Met 'Clair Obscur' breidde Belmondo zes jaar later een vervolg aan het verhaal, door opnieuw klassieke musici uit te nodigen, maar deze keer ook rasechte jazz van onder meer Bill Evans en Michel Petrucciani te interpreteren. Dat klinkt avontuurlijk, maar de inmiddels verschenen plaat laat voornamelijk jazz van de braafste soort horen. Centraal staat het warmbloedige geluid van het blazerscollectief, maar wanneer het improviseren aankomt, zijn het toch voornamelijk de broertjes Lionel en Stéphane Belmondo die het voortouw nemen.

Vertrekken van klassieke muziek blijkt trouwens in dit geval een excuus om clichéjazz bij elkaar te spelen, die meteen naar de gezelligheid van een huiskamer met brandend haardvuur doet verlangen. Of er nu jazzstandards gespeeld worden, of toch muziek van Fauré, Satie of Schönberg: een idiomatisch verschil levert dat amper op. Gelukkig verstaan de Belmondo's hun vak: in hun solo's zit duidelijk richting, ze hebben een afgeronde, propere klank en ze weten hoe ze swingend materiaal in elkaar kunnen steken. Ook de arrangementen getuigen van keurig vakmanschap: de klassieke muzikanten mogen tijdens de improvisaties mooi bijkleuren met akkoordnoten en in het voorstellen van de thema's spelen ze niet zelden een voorname rol. Op die manier rolt dit jazzalbum toch voorbij aan het alledaagse, ondanks dat er qua improvisatie altijd heel punctueel binnen de lijntjes wordt gekleurd.

Met drummer Dré Pallemaerts aan boord heeft Lionel Belmondo overigens een uitstekende ritmische basis voor het improviserend kwartet dat zich dikwijls uit de groep afsplitst. Contrabassist Sylvain Romano kan de spanning gaande houden en vooral pianist Laurent Fickelson laat zich opmerken als begaafd improvisator, zoals in het opzwepende 'Nocturne', waarin ook de frontman schittert. Samen met Stéphane Belmondo (op zijn best in Saties 'Prière pour le salut de mon âme'), die soms voor een extra klankkleur naar de bugel grijpt, tekent hij voor de meest verkwikkende solo's van de plaat, die in zijn geheel nergens vervelend wordt. Toch blijft de formule erg doorzichtig en kan men moeilijk beweren dat deze "herwerkingen" van groot inzichtelijk of experimenteel vernuft getuigen. 'Clair Obscur' is gewoon een degelijke plaat, en dat is op zich ook niet min.

Meer over Lionel Belmondo


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.