Mozart schreef dankbaar voor vele verschillende instrumenten, vaak met een natuurlijkheid die het doet lijken alsof hij het instrument in kwestie zelf speelde. Geen wonder dan dat de orkestwerken en (klavier)concerti van Mozart vol staan met prachtige passages voor verschillende houtblazers. Maar waar Mozart in blazerrepertoire pas echt schitterde, dat is in de serenades die hij in Wenen voor zes, acht of meer blaasinstrumenten schreef. Divertimenti in verschillende delen voor telkens twee hobo's, klarinetten, fagotten en hoorns vormden een populair genre tijdens de late achttiende eeuw. De kleine bezetting was relatief goedkoop om permanent te onderhouden, terwijl blazers zowel binnenskamers als in de open lucht bruikbaar waren. Zowat al Mozarts tijdgenoten waagden zich aan het componeren van 'serenades', 'feldparthien', 'divertimenti' of nocturnes maar Mozarts twee achtstemmige serenades, in Es en c vormen hoogtepunten uit het genre.

De blazers van het Orchestre des Champs Elysées speelden op deze oudere opname de serenade in c in, in combinatie met een werk van een nog meer grootschalige opzet, namelijk de zevendelige serenade in Bes voor dertien muzikanten, KV361 die nadien terecht 'Gran Partita' genoemd werd.

De rijke, compacte klank van deze groep muzikanten valt meteen op. Het authentieke instrumentarium van het Orchestre des Champs Elysées zorgt voor een timbre waarin klarinetten, hobo's, fagotten, hoorns en bassethoorns moeiteloos met elkaar versmelten, zonder dat middenstemmen of tegenmelodieën verloren gaan.

Het ensemble valt, na de statige introductie, het 'Allegro' uit de 'Gran Partita' serenade met een opvallende gretigheid aan. Dezelfde energie beïnvloed het hele werk, van een eerste menuet dat robuust weerklinkt tot finale die ondanks de massieve klank van twaalf blazers en contrabas, toch opzwepend virtuoos klinkt.

Variatie blijkt het sleutelwoord te zijn in deze uitvoering, met een groep muzikanten die overtuigend van atmosfeer kan wisselen tussen en tijdens de delen. Zo bezit het eerste menuet een spitsvondig, bewogen tweede trio in minuertoonaard, komt het langzame deel apollinisch kalm over of wordt het tweede menuet gezien als een gezonde boerendans, met een lichtjes logge cadans erin.

De serenade in c benadert qua compositorisch raffinement Mozarts strijkkwartetten en Philippe Herreweghe, die het geheel leidde, vat het werk dan ook met een hem karakteriserende delicaatheid aan. Dat mag duidelijk zijn in een openingsdeel dat tamelijk snel gespeeld wordt maar niks van zijn theatrale tragiek kwijt raakt. Het menuet, het derde deel van de serenade, is een compositorisch hoogstandje, dat bekroond wordt met een dubbelcanon als trio.

Deze oudere opname werd toen hij voor het eerst uitkwam al goed ontvangen. De kwaliteit van de interpretatie is niets verminderd. De delicaatheid en variatie van de uitvoering, de klank van het authentieke instrumentarium en de beheersing van de muzikanten zijn stuk voor stuk factoren die Mozarts muziek voor blazers moeiteloos eer aan doen. 

 

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.