De Hongaarse componist György Ligeti wordt geboren in Dicsőszentmárton (nu Tîrnăveni) op 28 mei 1923. Als 18-jarige begint hij te studeren aan het Klausenburg conservatorium bij Ferenc Farkas, maar twee jaar later staakt hij zijn studies om ze van 1945 tot 1949 verder te zetten aan de Franz Liszt Academie in Budapest waar hij ook weer onder andere bij Farkas terecht komt. Als zoon van Hongaars-Joodse ouders heeft de Tweede Wereldoorlog een diepgaande invloed op zijn verder leven. Niet alleen verliest hij zijn vader en zijn broer in de concentratiekampen, Ligeti zou ook altijd een afkeer blijven hebben van totalitaire systemen, zowel in de politiek als muzikaal. In december 1956, na de Hongaarse Revolutie, ontvlucht Ligeti het communisme en vestigt hij zich in West-Duitsland, waar hij als freelancer werkt voor de radio in Keulen. Van dan af begint een opmars die Ligeti naar een grote status binnen en buiten de klassieke muziek zal brengen. Het eerste succes komt er met 'Artikulation' dat Ligeti schrijft na studie van de muziek van Stockhausen, Boulez en Kagel. Hij houdt het echter niet bij deze invloeden en geleidelijk aan laat hij zich inspireren door zowel modernistische experimenten en elektronica als door onder andere jazz, renaissance-, rock- of mechanische muziek. Door het heel persoonlijk verwerken van deze invloeden ontwikkelt Ligeti een muziektaal die tegelijk herkenbaar en heel eigen is, een balans die door componisten vaak gezocht, maar zelden gevonden wordt. Ook het niet-klassieke concertpubliek leert de muziek van Ligeti kennen, voornamelijk wanneer die gebruikt wordt voor de soundtracks van films. Vooral regisseur Stanley Kubrick speelt daarin een grote rol en gebruikt Ligeti's muziek voor '2001: A Space Odyssey' (1968), 'The Shining' (1980) en 'Eyes Wide Shut' (1999). Ligeti overlijdt op 12 juni 2006.

Over de audio

Wie naar deze zes bagatellen luistert met de bekendere werken van Ligeti in het achterhoofd zal meer dan één verrassing te verwerken krijgen. Deze korte stukjes voor blaaskwintet dateren immers uit 1953 (eerste uitvoering in 1956, het jaar dat hij zijn land ontvlucht) en laten een componist horen die rekening moet houden met de regels van de communistische esthetica. Dit neemt niet weg dat duidelijk hoorbaar is dat de componist de grenzen van die regels aftast. Zelfs in die mate dat Ligeti zelf verkoos om het laatste deel (het 'Molto Vivace. Capriccio') weg te laten bij de eerste uitvoering, omdat hij vreesde dat de dissonanten niet in de smaak zouden vallen bij de communistische critici.
Het vijfde deel – het Adagio. Mesto – werd zo aanvankelijk het laatste deel van de compositie. In het hele werk dwaalt duidelijk de geest van Béla Bartók rond – die andere Hongaarse componist die zijn stempel gedrukt had op de toenmalige muziekwereld en zijn vaderland de rug toekeerde – met ritmische herinneringen aan de volksmuziek van de Balkan. Dit 'Adagio. Mesto' is zelfs opgevat als een in memoriam voor Ligeti's grote voorganger, maar laat weinig volkselementen horen.

Meer over György Ligeti


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.