Twee kwintetten van Johannes Brahms staan er op deze cd en het zijn kamermuziekwerken uit twee verschillende periodes van Brahms' leven. Het zijn beide, wat bezetting betreft, unieke werken binnen het oeuvre van de componist.  Het kwintet voor piano en strijkkwartet opus 34 in b klein ontstond in 1862, in de periode dat een jonge Brahms aan het worstelen was met de eerste schetsen van wat zijn eerste symfonie zou worden. Hij voorzag het stuk eerst als een strijkkwintet met twee cello's, herschreef het nadien tot een sonate voor twee piano's en opteerde uiteindelijk voor een bezetting die klavier en strijkers combineert. Het kwintet opus 115 voor klarinet en strijkkwartet daarentegen is het werk van een oudere componist, die zeker van zijn stuk was en met zelfvertrouwen voor klarinettist Richard Mühlfeld kon componeren. Het kwintet staat in mineurtoonaard maar klinkt berustend, vol diepe wijsheid en gecomponeerd met een opmerkelijke spaarzaamheid van middelen.

Het klarinetkwintet is een prachtig werk, zij het niet steeds het gemakkelijkste om te beluisteren. Weinig uitvoeringen geven echter een zo duidelijke richting aan dit stuk als Jon Manasse en het Tokyo String Quartet hier doen. Het kwintet wordt voorgesteld als een vriendelijke, kalme compositie, met niet de minste bravoure of opschepperij in zijn interpretatie. Dat is voornamelijk de verdienste van de klarinetsolo: er zit niets scherps in Jon Manasse’s klarinettoon, die op talloze plaatsen verleidelijk zoet mag klinken. Zelfs op de quasi cadenza passages in het langzame deel, waar de klarinet zijn volledige register ten gehore brengt, komt zijn hoogte afgerond en verzorgd over. Manasse wordt meesterlijk bijgestaan door het Tokyo String Quartet, zelfs al is het hij die ontegenzeggelijk in het middelpunt van de belangstelling staat in het klarinetkwintet. De manier waarop het kwartet van het trage deel een gelaten beeld schept, als van een mistige herfstdag, is zonder meer uniek. Ook het scherzo voelt aan als een verre herinnering, ondanks de vederlichte frases en het ingewikkelde samenspel tussen klarinet en strijkers en tussen de strijkers onderling.

Het contrast met het pianokwintet is dan ook groot. Het openingsdeel combineert eek romantische lyriek met een rusteloze gedrevenheid, die zich aankondigt in de toonaard van het werk (f mineur), een toonaard vol met onrust en bezorgdheid. Een langzaam deel dat toch niet al te traag klinkt, houdt de Duitse volksmuziek waar Brahms zo van hield in gedachten. Een jeugdige onstuimigheid heerst in het scherzo, met zachte passages waarin de melodielijnen toch opvallend lyrisch genomen worden en 'tutti' passages die meer speels en licht dan grandioos overkomen. Het blijft echter pianist Jon Nakamatsu die voor de meeste gewichtsloosheid zorgt: het Tokyo String Quartet komt hier graag wat breder uit de hoek, zoals ze in het eerder langzaam en grondig van vibrato voorziene trio laten horen.

Noch het Tokyo String Quartet, noch Jon Nakamatsu of Jon Manasse zijn onbekenden bij Harmonia Mundi. Eerdere opnames, onder meer van Brahms' klarinetsonates bewezen al wat zulke muzikanten waard waren en deze uitvoering bevestigt dat. Het knap verzorgde cd-boekje vormt een charmante inleiding tot een pracht van een uitvoering van twee van Brahms' bekendere kamermuziekwerken.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.