Simon Rattle werpt zich op Debussy met 'zijn' Berliner Philharmoniker en het resultaat is een uiterst boeiende en spannende cd die geen minuut verveelt. Samen met het grote orkestwerk 'La Mer' en Debussy's bekende 'Prélude à l'après-midi d'un faune' staan op deze cd twee werken die door derden georkestreerd werden. Dit zijn het onafgewerkte 'La Boîte à joujoux', dat georkestreerd werd door Debussy's collega André Caplet, en drie van zijn Préludes, oorspronkelijk voor piano, maar hier in een hedendaagse orkestratie van Colin Matthews.

Rattle houdt zich ver van een zelfgenoegzame, lakse Debussy. Het impressionistische, zwevende gevoel is nog altijd daar, de zwoele arabesken en gladde melodielijnen ook, maar alles klinkt alsof het met een weinig eerder gehoord dynamisme gespeeld wordt. Zoals een eerste beluistering van de 'Prélude' meteen aan het licht brengt, beweegt en zindert het hele orkest alsof er bij Debussy geen maten of vaste ritmische cadansen bestaan. Niet alleen de mooie fluitsolo, gespeeld door Emmanuel Pahud, maar ook de rest van het orkest, zelfs als er tachtig man tegenaan gaat, gedraagt zich wat tempo betreft uiterst flexibel. Op die manier doet dit grote orkest denken aan een kleine kamermuziekgroep, die heel beweeglijk elke kleine handbeweging van Rattle meevolgt. Ook 'La Mer' wordt gekenmerkt door een zelfde gevoel voor beweging. Zoals gewoonlijk schuwt Simon Rattle orkestrale effecten niet, en delicaat georkestreerde passages worden afgewisseld met brutale koperblazers, harde pauken en overdonderende tuttis. Het geheel klinkt zo natuurlijk dat dit grote werk geen seconde verveelt. Rattle slaagt er zelfs wonderlijk goed in een hecht gevoel van eenheid te creëren binnen dit driedelige werk, dat nochtans niet gemakkelijk in een klaar vormschema te gieten valt.

Het ballet 'La Boïte à Joujoux', is dan weer een speels, kinderlijk stukje muziek, waarin lichtheid en humor de bovenhand voeren. Zo citeert Debussy niet zelden zichzelf, of zijn collega's, bijvoorbeeld Gounod. Dit geeft het ballet een beetje het karakter van een pastiche. De lichte, doorzichtige en kleurrijke orkestratie verlenen dit werk, meer dan in een ander, zijn ontspannen karakter. De muziek is steeds onschuldig en beschrijvend gedacht: invloeden uit de jazzmuziek, groteske marsen of militaire trompetsignalen ondersteunen heel grafisch de actie die zich op de scène moet afspelen.

De drie préludes op deze cd: "Ce qu'a vu le vent d'ouest", "Feuilles mortes" en "Feux d'artifice" werden pas in enkele jaren geleden georkestreerd, maar orkestrator Colin Matthews hield zich trouw aan Debussy's klankwereld. Zo trouw zelfs dat deze kleine karakterstukjes op een miniatuurversie van de grote orkestwerken lijken. De drie préludes zijn echter introverter en klinken minder ook sonoor dan zijn orkestwerken. Alleen 'Feux d'artifice' valt op door zijn rijke kleurenpracht en hoogst virtuoze houtblazerpartijen.

Dit is weer zo een cd die alle hooggespannen verwachtingen goedmaakt. Al te veel dramatiek moet de luisteraar noch in dit soort muziek, noch in deze interpretatie verwachten. Maar daar is het hier ook niet om te doen: de Berliner Philharmoniker speelt gevarieerd, boeiend en heel natuurlijk onder Rattle's hand en dat zullen weinig orkesten, of dirigenten hen nadoen.

Meer over Claude Debussy


Verder bij Kwadratuur

Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.