Maurice Ravel schreef twee opera's, 'L'heure Espagnole' en 'L'Enfant et les Sortilèges' maar men kan ze geen van beiden echt vaak terugvinden op programa's van operahuizen. In het geval van 'L'Enfant et les Sortilèges' is dat niet zo verwonderlijk: niet alleen duurt de opera maar een klein uurtje (zodat het op een avond samen met een andere opera gespeeld moet worden) maar de lijst van personages in dit hedendaagse sprookje is schijnbaar eindeloos lang. Ravels verhaal over de droom of nachtmerrie van een nukkig kind, dat zich inbeeldt dat de objecten en het speelgoed in zijn kamer en de dieren en planten in de tuin tot leven komen vraagt maar liefst achttien verschillende personages, al kunnen vele rollen door dezelfde zangers gezongen worden.

Ma Mère L'Oye dateert uit 1912 en volgt dezelfde lijn als Debussy's 'Children's Corner': het is een reeks korte pianowerken die Ravel later orkestreerde rond kinderlijke thema's. Het allerbekendst is het laatste 'Le Jardin Féerique' maar Ravels talent voor klankschildering en delicate melodieën is ook duidelijk in delen als het oosterse 'Laideronnette, Impératrice des Pagodes' of de 'Pavane de la Belle au Bois dormant'.

Zoals in veel twintigste-eeuwse opera, is het ook in 'L'Enfant et les Sortilèges' eerder dialoog dan poëzie die belangrijk is. De luisteraar moet dus het verhaal moeiteloos kunnen volgen en Rattles cast, die grotendeels maar lang niet volledig uit Franse zangers bestaat zingt in uitstekend verstaanbaar Frans. Bijzonder grappig is de tekst van de theepot (tenor Jean-Paul Fouchécourt), origineel ook in het Engels en hier met een onwaarschijnlijk dik Frans accent uitgesproken – denk terug aan 'allo 'allo om een idee te krijgen. Fouchécourt zorgt ook voor een net niet overdreven lezing van zijn groteske 'Petit Veillard' die het stoute kind, dat zijn huiswerk niet wilde maken, bestookt met een lawine aan wiskundige vraagstukken.

Simon Rattle is een man van levendige uitvoeringen vol muzikale effecten en met beide Ravels kan hij zijn hart ophalen. Voorbeelden van hoe theatraal en gevarieerd hij deze muziek neerzet zijn er genoeg: scheurende, sarcastische trombonegeluiden in de theepotscène, een krakende contrafagot wanneer de droom van het kind begint of het klagende kattenduet halverwege de opera. François le Roux en Sophie Koch zijn hilarisch als kat en kattin – een situatie waar mooi zingen geenszins meer maar van toepassing is.

Sopraan Annick Massis klinkt nog erg jeugdig en dat is wat nodig is voor de ongrijpbaar vluchtige 'vuuraria' in 'L'enfant'. Haar korte maar bijzonder moeilijke aria krijgt een strak gecontroleerde uitvoering mee, met coloraturen die scherp in toom gehouden worden en met machinale precisie neergezet worden. Wanneer ze in de huid van 'La Princesse' kruipt, kan ze suikerzoet klinken, met een bewonderenswaardig zachte stemkleur.

De Berliner Philharmoniker is bovendien een ideaal orkest om Ravels klankwereld op poten te zetten, zowel in de dunne, kamermuzikale texturen van 'L'enfant et les Sortilèges', die haast solistisch voor elk instrument geschreven zijn, als in de meer rijkelijke, impressionistische klanken van 'Ma Mère l'Oye'.

'Ma Mère l'Oye' vindt men relatief gemakkelijk op cd maar een goede, recente uitvoering van 'L'Enfant et les Sortilèges' is een andere zaak. Met een uitstekende uitvoering als deze is het echter moeilijk meer leven, meer theater en meer humor in Ravels bedrieglijk kinderlijke verhaal te steken.

Meer over Maurice Ravel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.