Bruckner heeft tijdens zijn leven niet altijd op onverdeeld succes kunnen rekenen. Zijn derde symfonie, opgedragen aan Wagner maar slecht ingestudeerd en uitgevoerd, werd een fiasco tijdens zijn première in 1878. Bruckners volgende symfonie, deze vierde, sloeg echter meteen aan, en blijft tot op de dag van vandaag een van zijn favoriete werken. Het poëtische, overwegend zonnige en pastorale karakter gaf de symfonie zijn bijnaam 'romantische'. Deze opname is het resultaat van twee concerten in de Philharmonie van Berlijn in oktober van vorig jaar. De Berliner Philharmoniker speelt, zoals steeds op deze reeks, onder leiding van chef-dirigent Simon Rattle.

Rattles interpretatie is heel poëtisch en hij legt vooral nadruk op het romantische karakter van deze muziek. De Berliner Philharmoniker rondt zijn 'fortes' mooi af, waardoor die een zachter timbre krijgen en minder agressief over komen. Hetzelfde romantische karakter vertaalt zich in een heerlijk warme klank in het tweede deel en een hoornsolo, het openingsmotief van de symfonie, die warm maar teder klinkt en van mijlenver lijkt te komen.

Rattle behoudt natuurlijk in elk deel hetzelfde tempo, maar wekt knap de illusie van contrasterende tempi binnen elk deel. Dit doet hij door bijvoorbeeld breed uit te pakken met lyrische passages in het scherzo of met zware, liggende akkoorden in het eerste en laatste deel. Of door enkele stillere, dun georkestreerde passages in het eerste deel wat aarzelend te brengen. De meer bombastische momenten, zoals het ritmische hoofdmotief in het eerste deel, in duolen en triolen geschreven, krijgen dan weer een vlotter tempo mee. Dit helpt om Bruckners weliswaar epische werk toch niet nodeloos zwaar en langdradig te maken.

Zoals bij eerdere live-opnames van de Berliner Philharmoniker op dit label, liggen de dynamische verschillen op deze plaat bijzonder ver uit elkaar. Om de 'piano' nuance te horen waarmee de symfonie opent, moet je je stereo bijna op maximum zetten – iets wat je tijdens climaxen dan weer beter laat... Rattle houdt de dynamiek trouwens ook goed onder controle en voorkomt zo veel bombast. In passages waarin naar een overweldigende 'tutti' wordt toegewerkt, valt op hoe gelaagd (luid, ietsje meer, nog wat meer, luidst) elke climax is opgebouwd.

Alleen jammer dat het trio in het derde deel niet echt het niveau van de rest van de cd bereikt. Rattle neemt het tempo bijzonder langzaam, en dat werkt goed genoeg. Maar die volkse charme, de lieflijke eenvoud die moet contrasteren met het opgewondene in het scherzo zelf, ontbreekt. Ook de hobo klinkt erg vlak en weinig geïnspireerd, iets wat je bij een toporkest als de Berliner Philharmoniker, waar de prestaties in ieder geval erg hoog liggen, nog eens te meer opvalt. Maar dat zijn geen onoverkomelijke struikelblokken in de beoordeling van deze cd, die een vierde symfonie van Bruckner presenteert die wijds maar bewogen klinkt en van de eerste tot de laatste noot boeit.

Meer over Anton Bruckner


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.