Nu de SACD een beetje verspreid begint te geraken, worden grote cd-opnames op dit nieuwe medium overgezet. En zo is deze opname uit 1993 van Mahlers vijfde symfonie, met de Berliner Philharmoniker en toenmalig dirigent Claudio Abbado, nu heruitgegeven.
In deze vijfde neemt Mahler wat afstand van zijn eerder symfonisch werk: geen programmamuziek meer met beschrijvende titels voor elk deel, ook geen koor of (vocale) solisten en een vorm die teruggaat naar de klassieke symfonie. En deze vorm is het eerste wat opvalt aan het werk: vijf delen die in drie overkoepelende 'luiken' zijn geordend. Eerste een tweede deel vormen samen een monumentale treurmars en beginnen de symfonie zwaar en donker, afwisselend stormachtig en klagend. Net als het vierde en laatste deel maken zij, onderling, gebruik van dezelfde muzikale ideeën. Zo komt het tweede thema uit het lieflijke 'Adagietto' bijvoorbeeld – waarschijnlijk Mahlers bekendste compositie - later ook terug in het vijfde deel. Deze vier bewegingen omsluiten het centrale scherzo, een deel dat bij momenten straalt van geluk en dan weer desolaat en stormachtig klinkt.
Abbado neemt zijn treurmars niet al te snel - de trompetsolo in de opening is zelfs eerder traag - en houdt zich het hele verdere deel aan dit slepende marsritme. Dit zorgt voor heerlijk melancholische momenten en ingehouden pijn maar daardoor mist de storm die in het tweede deel losbarst wat kracht. En wat ook opvalt, naast de grootste kwaliteit van het orkest natuurlijk, is dat de blazers, op cd alleszins, af en toe wat kracht missen. Dit is geen gebrek op zich, maar het wordt wel duidelijk wanneer de vergelijking met andere platen gemaakt wordt, vooral de versie die Simon Rattle onlangs maakte, ook het de Berliner trouwens. In het derde deel daarentegen toont het orkest zich in al zijn rijkdom: hoornist Gerd Seifert speelt de solopartij met overtuiging en houdt zijn a capella passages lang en met gevoel voor dramatiek aan. Ook het contrast dat hij maakt tussen de scheurend luide passages en de ijle zachte gedeeltes is bewonderenswaardig. Hier maakt de Berliner het scherzo, meer nog dan het volgende deel, tot het kloppend hart van de symfonie. Op SACD nummer twee staat het derde luik: het feeërieke 'Adagietto', en de uitbundige finale van het werk. En jammer genoeg is het weer in de finale dat het – af en toe – wat aan gedrevenheid ontbreekt. Bij passages waar het werkelijk wild moet klinken, volgt het orkest gewillig maar op doorsnee momenten ontbreekt er wat overtuigingskracht. Maar goed, het mag nauwelijks een gebrek heten bij een orkest van dergelijke kwaliteit.
Er zijn erg veel en vooral erg veel goede opnames van Mahlersymfonieën gemaakt (Het is ook zeker niet de eerste die de Berliner deed) en dus is gaat de vergelijking met een nieuwe platen altijd over kleinigheidjes. Het is niet onjuist om te zeggen dat dit een bijzonder knappe opname is, bovendien nog eens live gespeeld. Maar zo zijn er ook vele andere.

Meer over Gustav Mahler


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.