Het nieuwjaarsconcert (of beter oudejaarsconcert – deze cd werd live op 29 en 31 december 2007 opgenomen) van de Berliner Philharmoniker richtte zich eens niet op het Weense repertoire maar zocht haar inspiratie enkele honderden kilometer verder naar het oosten. Mussogskys schilderijententoonstelling werd oorspronkelijk enkel voor piano geschreven maar werd een symfonische klassieker door Ravels orkestratie ervan. Borodins drie symfonieën zijn nauwelijks gekend. De tweede symfonie werd samen het de opera 'Prins Igor' gecomponeerd en de Russische volksmuziek uit die opera vindt ook zijn weg naar de symfonie. Als afsluiter van de cd werden de 'Polovtsiaanse dansen' uit deze 'Prins Igor' gekozen, een orkestrale suite (in de opera zingt het koor mee) van wat voor een negentiende-eeuwse publiek als bijzonder exotische muziek geklonken moet hebben.
De onvoorspelbaarheid en de vrije, beweeglijke tempi die Rattle al aanwendde in zijn opname van muziek van Ravels collega Debussy maken ook hier weer hun opwachting. Zo neemt hij de verschillende 'promenades' niet te traag, tegen een gemakkelijk staptempo. In het korte 'Tuileries' wordt het tempo dan weer naar beneden getrokken, totdat het hele deeltje een gereserveerde elegantie krijgt en aristocratisch en Frans gaat klinken. Borodins symfonie komt gepast Russisch en volks over. Het eerste deel is als een lang uitgewerkt volksliedje, terwijl scherzo en finale energiek en haast hyperactief gespeeld worden. Mooie soli, eerlijk verdeeld onder zowat elk blaasinstrument, zorgen in het trage derde deel voor een welkom rustpunt. Enig klein minpuntje is een kleine ontsporing in de 'Polovtsiaanse dansen' tussen snelle klarinetsolo en begeleiding maar omdat dit een live-opname is nemen we dat er met de glimlach bij.
De helderheid en nauwgezetheid van de Berliner Philharmoniker komen deze werken sterk ten goede. Terwijl zowel Ravel als Mussorgsky of Borodin componisten zijn waarmee regionale orkesten een gat hopen te vinden in de verzadigde cd markt, tonen Rattles muzikanten hoeveel deze muziek wint bij een topuitvoering. Een slanke, heldere klank primeert bij de strijkers, zelf op brede passages zoals 'Bydlo' uit de schilderijententoonstelling of het derde deel van Borodins symfonie. De bijgevraagde instrumentalisten (altsaxofoon en euphonium, twee instrumenten die niet tot een standaard orkestbezetting behoren) mengen alleszins erg goed. Geen overdreven vibrato – anders een acuut gevaar – noch in 'Bydlo', noch in 'Het oude kasteel' hier en een erg mooie balans waarbij zeker de altsax soms overtuigend als vijfde houtblazer kan gezien worden. Een robuuste maar beschaafde kopersectie geeft de hoekdelen van Borodins tweede symfonie trouwens de nodige plechtstatigheid mee. Kleine kantjes van Ravels orkestratie, de stille glissandi van de strijkers in 'Gnomus' bijvoorbeeld, die op een minder fijngevoelig opgenomen cd verdwijnen, zijn hier subtiel maar duidelijk hoorbaar.
Dit blijft dus een erg hoogstaande cd, die bewijst wat een gedreven orkest met klassiekers uit het 'ijzeren repertoire' kan aanvangen.
Meer over Modest Mussorgsky, Alexander Borodin
Verder bij Kwadratuur