Toen Gustafsson eind jaren '80 aan het venster van de internationale jazzscène kwam piepen deed hij dat vaak in gezelschap van Raymond Strid en Sten Sandell onder de naam 'Gush'. Dat uitte zich in een half dozijn releases. Zeven jaar na de laatste release - deze opname dateert van 2003 - doken de heren opnieuw de studio in en improviseerden drie lange, knappe brokken muziek bij mekaar.

De evolutie van die improvisaties verloopt heel organisch. In golfbewegingen vloeien minimale klankexploraties en meer tumultueuze energieke passages in mekaar over. Daarbij staan de ijlere improvisaties op zich en hebben ze niet enkel de functie van een verplichte intro die moet leiden naar een volumineuzer hoogtepunt. Integendeel, de heren nemen ruim de tijd en werken deze passages heel zorgvuldig uit. Gustaffson toont zich dan van zijn meest subtiele zijde met zacht geblazen thema's die (soms licht gewijzigd) herhaald worden en lange, ijle, beheerst uitgeblazen noten. Uiteraard bedient hij zich ook van zijn arsenaal indrukwekkende 'extended techniques': door middel van onconventionele blaas- en aanzettechnieken weet hij een breed gamma aan klanken uit zijn instrument te ontlokken. Sandells pianospel klinkt nogal fragiel met vaak kort afgenepen (hoge) pianoklanken terwijl Strid met gevarieerd percussiewerk beide heren perfect ondersteunt. Soms is de ontstane sfeer koude en verstild, andere keren dan weer bedwelmend en broeierig. Wanneer een van de drie beslist om toch enige deining te veroorzaken volgen de andere twee onmiddellijk en verandert de stille poel in een waar golfslagbad. Gustafsson ontplooit dan zijn typische, indrukwekkend gespierde stijl: heerlijk scheurend, dan woest en uitbundig maar even goed klagend en jammerend en altijd boordevol van emotie. Bij het opbouwen van dergelijke geagiteerde passages compenseert Sandell het gebrek aan een bassist in het trio door met zijn linkerhand repetitief, dreigende klanken uit de piano te hameren. Gaandeweg klimt Sandell dan subtiel met linkerhand enkele noten op in het lage register en creëert zo knappe climaxeffecten. Deze hoogtepunten worden onderstut door de drums die voller en heftiger gaan klinken met druk geroffel en geaccentueerde, harde slagen. Dergelijke uitbarstingen worden ofwel eensklaps afgebroken of deinen geleidelijk uit. In de tweede improvisatie ('Sava' ) ontplooit er zich na zo'n climax zelfs een lange vrij melodieuze passage met vloeiend pianospel, warme saxmelodieën en kabbelende percussie. Deze improvisatie kent sowieso al een ongewoon verloop. Deze start met Gustaffson die zeer beheerst lange ijle noten produceert waarop Sandell fragiele, korte pianoklanken plakt. Na vijf minuten doorprikt de pianist plots de opgebouwde, haast filmische spanning en slaat een dwingend, hamerend ritme aan. Hierop laat Gustafsson zijn sax heerlijk scheuren en drijft Strid mee de spanning op waarna dan de knappe bovenvermelde lange finale volgt.

Het Gush-trio leunt meer aan bij de vrije improvisatie dan Gustafssons andere trio's zoals Aaly Trio en The Thing die eerder naar freejazz neigen maar is minstens even indrukwekkend in uitvoering, vakmanschap en speelplezier.

Meer over Gush


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.