Wat vreemd: het Nederlandse droom-elektronicalabel Sending Orbs brengt zijn negende langspeler uit zonder een mooie, futuristische fantasy-hoes die alle andere releases meekregen. De erg abstracte vormgeving, die een stuk minder aantrekkelijk overkomt, blijkt echter nog steeds het werk van huisillustrator Jeroen Advocaat. Het gaat hier echter om muzikaal werk van enfant-terrible en laptopbeest van het eerste uur, Reimer Eising ofte Kettel. De internationaal befaamde artiest die abstracte ritmecollages hoog in het vaandel schrijft, waagt zich aan een 'My Am James'-experiment. Met nu al het uitzicht op een tweede langspeler van dit project in het najaar, gaat Eising voor "maximale elektronische muziek". Hierbij koppelt hij moderne technieken aan de sfeer van Warp-releases uit de jaren '90. Het opzet mag misschien vreemd klinken, maar het resultaat klinkt wel weer op en top Sending Orbs.

Kettel lijkt zelfs de juiste formule voor harmonie te hebben gevonden. De soms onrustige, verknipte ritmen uit zijn vorige platen worden heerlijk gesust door dromerige, feeërieke ambientgolven waardoor een broeierig geheel ontstaat. Zo groeien de hiphopritmen uit 'Kroost Kids' (niet op de titels letten!) mooi samen met de warme ondertonen en het kerkorgelspel die dit erg uitgebalanceerd nummer ondersteunen. Even refereren naar namen uit de Warp-stal als Black Dog, B12 of Autechre is toegestaan, maar toch niet geheel correct. Wat Kettel hier doet klinkt erg spontaan en organisch en weinig artificieel, hoewel het hier om pure futuristische elektronica gaat. Uitzondering hierop is misschien het nogal feestelijk ingestelde 'Twinkle Twinkle', dat vertrekt vanuit een akoestische gitaar en met windbellen en blazers een veelgelaagd, feestelijk karakter meekrijgt.

Een prima melodie als vertrekbasis blijkt voor deze klanktovenaar belangrijk, net als het niet al te kwistig spelen met toegevoegde effectjes. Een lichte potsierlijkheid met elfengeluidjes, droomnevels of engelenkoortjes is zeker tolerabel, maar wordt dankzij onder meer de dominante ritmische omkadering toch mooi in de hand gehouden. 'Paelle's Popsong' knispert lekker en zweeft in het ijle rond met ontluikende synthesizertunes en ook opener 'The Wombat', met breakbeats en futuristische tunes, lijkt wel op een psychedelische smaakmaker. Het enige minpunt aan deze plaat is dat de toegevoegde remixen van zowel collega en vriend Phoenicia als Secede het mooie melodieus–ritmische evenwicht doorbreken en – de ene mysterieus diep, de andere ondefinieerbaar hoog - nogal inspiratieloos wegkwijnen.

Reimer Eising staat duidelijk op scherp. De ambitie om nieuwe en oude muzikale horizonten te vermengen is hier perfect gelukt. Dat nu al een vervolg in de maak is – overigens net de tiende editie van dit fijne label – mag zeker toegejuicht worden. Laat die remixen achterwege, zorg opnieuw voor een aantrekkelijke lay-out en het wordt zonder twijfel een prachtig jubileumcadeau.

Meer over Kettel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.