De sleutel tot Mahlers symfonische oeuvre, en dan zeker het vroege gedeelte ervan, bevindt zich in Mahlers liederen en liedcyclussen. Voor Gustav Mahler aan symfonieën begon te werken, profileerde hij zich in de eerste plaats als liedcomponist, in de Duits-romantische traditie van Schubert, Schumann en Brahms. Uit dat vocale oeuvre stelt mezzosopraan Bernarda Fink hier een selectie voor.

Het unieke aan deze uitgave is dat hij niet alleen enkele liederen met piano en orkestliederen bevat, maar ook enkele van de bewerkingen voor klein kamermuziekensemble die in het begin van de twintigste eeuw door Arnold Schönberg gemaakt werden. Zo worden de ‘Kindertotenlieder’ en de ‘Rückert Lieder’ begeleid door het Tonkünstler-Orchester Niederösterreich maar worden de ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’ gepresenteerd in een versie voor negen muzikanten, vergelijkbaar met de kamermuziekversie die Schönberg van Mahlers vierde symfonie maakte. Die kleine bezetting werkt ontzettend goed: in de lichtheid waarmee de figuraties en vogelimitaties in ‘Wenn mein Schat Hochzeit macht’ weergegeven worden of de directheid waarmee ‘Ich hab’ein glühend Messer’ overkomt. Het is een voorbeeld van hoe het klankvolume van het origineel ingeruild wordt voor precisie en snedigheid en het geheel wint er veel bij!

Over de kwaliteiten van Bernarda Finks uitvoering hoeft men weinig extra’s te schrijven: met een uitstekende tekstplaatsing en een krachtige maar nooit overdonderende stem, doet ze de liederen met piano passend intiem en kamermuzikaal klinken. De orkestliederen zijn dan weer meer expansief gedacht, niet alleen wat zuiver volume betreft maar ook wat interpretatie betreft, zoals blijkt uit het heerlijk breed uitgesmeerde ‘Wenn mein Schatz Hochzeit macht’ uit de ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’.

Bijzonder leuk is alvast dat deze plaat opent met enkele minder bekende liederen van Mahler, in plaats van de gewoonlijke selectie uit ‘des Knaben Wunderhorn’. Zo begint Bernarda Fink met het aanstekelijke ‘Im Lenz’ uit 1880, op een tekst die door Mahler zelf geschreven is. De thematiek van de seizoenen vormt overigens een rode draad doorheen de opname, met Mahlers andere vroege lied ‘Im Winter’ eventjes verder op de cd. Het is een lied dat zonder schroom nog tot de vroegromantische wereld van Schubert en Schumann behoort en waar nog geen sporen van de vooruitstrevende, fin-de-siècle Mahler in terug te vinden zijn. Ook vermeldenswaard is het frisse ‘Im Frühlingsmorgen’

Dat wil niet zeggen dat bekendere vroege liederen hier geen plaats krijgen. Pianist Anthony Spiri zorgt bijvoorbeeld voor een ingehouden, afgemeten begeleiding in ‘Ablösung im Sommer’, met muziek die later zijn weg zou vinden naar Mahlers tweede symfonie. Het bekendere deel van de cd, voorop de ‘Kindertotenlieder’ en de ‘Ruckert Lieder’ krijgen bovendien ook een uiterst smaakvolle begeleiding mee van het (nochtans niet zo bekende) Tonkünstler-Orchester Niederösterreich. Beide liedcylci markeerden een kantelpunt in Mahlers componistenbestaan, weg van grootse monumentale orkestraties en naar een solistische textuur toe die aan kamermuziek doet denken. De sterke en muzikaal uitgevoerde soli, op hoorn, hobo, althobo of fluit in beide liedcycli vormen dan ook een bijzonder sterke kant van deze opname. Ze ronden een boeiende cd af, waarin bekend met onbekend werk afgewisseld wordt en alle facetten van Mahlers liedrepertoire aan bod komen. 

 

Meer over Gustav Mahler


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.