Mahler-liefhebbers worden verwend dezer dagen. Niet alleen wordt de componist op alle podia uitvoerig gevierd omwille van zijn dubbele verjaardag, er zijn ook een aantal excellente Mahler-cycli lopende, waaronder die van Mariss Jansons met het Concertgebouworkest Amsterdam. De nieuwste telg hierin is een schitterende derde symfonie. Wie Mahler een beetje volgt, heeft met grote belangstelling naar de opnames van Valery Gergiev met het LSO en van Simon Rattle met de Berliner Philharmoniker geluisterd. Na de bejubelde integrale Mahlercyclus van Riccardo Chailly met het RCO is het nu ook de beurt aan hun nieuwe chefdirigent Mariss Jansons om de monumentale meesterwerken op te nemen met ditzelfde toporkest. Tot nu toe zijn de eerste twee symfonieën verschenen, samen met de louter instrumentale vijfde en zesde. De huidige live-opname van de derde symfonie werd gemaakt tijdens de chronologische uitvoering van alle Mahler-symfonieën tijdens de vorige twee concertseizoenen, van 2009-2011. Hiervoor werden verschillende dirigenten aangesproken om het RCO te dirigeren en nam Jansons zelf de 2e, 3e en 8e symfonie voor zijn rekening.

De derde is met zijn anderhalf uur muziek de langste van Mahlers symfonieën en bestaat uit zes delen. Een zevende deel dat er oorspronkelijk nog toe behoorde, zou Mahler zelf later inlijven bij zijn vierde symfonie. De groots opgezette compositie heeft zowel de filosofie als de natuur als programmatische basis. Schopenhauer en vooral Nietzsche zijn op een hoger plan als inspiratiebron aan te geven, waarvan getuige de toonzetting van het middernachtslied uit ‘Also sprach Zarathustra’ als vierde deel en de overkoepelende naam van de symfonie ‘Die fröhliche Wissenschaft’. De wereld in zijn organische hiërarchie van soorten dient als meer concreet programma: kosmos-flora-fauna-mens. De teksten van ‘Des Knaben Wunderhorn’ spelen hierbij nog een belangrijke rol, zoals manifest gemaakt wordt in het vijfde deel en het motto voor het laatste. Het is deze woordeloze finale, een weergaloos ‘Adagio’, dat de werkelijke apotheose van deze symfonie vormt.

De enorme Mahlertraditie van het RCO, startend bij Mahlers vriend Willem Mengelberg, is iets dat elke versie van diens symfonieën door dit orkest op insidieuze wijze een speciale glans verleent. Zonder twijfel spelen deze uitvoeringen van Mahlers muziek erin mee dat het belangrijke muziektijdschrift Grammophone het RCO uitriep tot beste orkest van Europa. Op de huidige cd bewijst het orkest in topvorm te zijn en het idioom van Mahlers muziek als de beste te kunnen overbrengen. Op geen enkele sectie is iets aan te merken en alle solo’s klinken gewoonweg prachtig. De live-opnames in het akoestisch ideale Concertgebouw van Amsterdam (die kunnen tippen aan de meest gunstige studio-opnames) brengen de magnifieke orkestklank perfect naar voor.

Jansons varieert in kleur, orkestbalans, frasering en volbrengt op natuurlijke wijze elke overgang binnen het monumentale eerste deel. Hij houdt de spanning echter vol in de gevoelsmatige tegenpool van deel twee en drie. Bernarda Fink, iemand die voornamelijk geassocieerd wordt met Barokmuziek, brengt een ingetogen interpretatie van Nietzsches gedicht en kan hierin gerust op een lijn met uitvoerders als Jessye Norman in Abbado’s versie met de Berliner geplaatst worden. Ook in het ‘Bimm bamm’ toont ze, samen met vrouwen- en knapenkoor haar meesterschap, ondersteund door Jansons wonderlijke gevoel voor detail. Bij het horen van Jansons verpletterend ‘Adagio’, met al het sublieme voorgaande in gedachten, kan er alleen besloten worden dat dit een van de beste derde symfonieën is die er op cd te krijgen zijn.

Meer over Gustav Mahler


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.