Duivel-doet-al Teun Verbruggen was met RAT records voor het laatst dit seizoen te gast in de Gentse Vooruit. Naast zijn eigen duo-project Chaos of the haunted spire stond ook het Amerikaanse Little Women op het programma, dat momenteel door Europa tourt met een eerste, veelbesproken langspeler onder de arm.
De Vooruit is een van die concerthuizen waar kosten noch moeite gespaard worden om de omstandigheden op het podium zo ideaal mogelijk te maken, dat viel meteen op bij het betreden van de Balzaal. Er stonden op deze druilerige dinsdagavond nochtans twee commercieel totaal oninteressante groepen op het programma, wat zich ook wel vertaalde in de schaarse opkomst. Op veel andere locaties zouden Verbruggen en co het ongetwijfeld met minder accommodatie hebben moeten stellen.
Het duo van Chaos of the haunted spire, zijnde Andrew Claes en Teun Verbruggen, mocht de avond openen, vergezeld van een reeks indrukwekkende visuals die op de achtergrond werden geprojecteerd. Geïmproviseerde elektronica en drums, zo zou men dit project op het eerste gehoor wat makkelijk kunnen omschrijven. Maar er is wel wat meer aan de hand, zo bleek uit het verloop van de set. De stukken (of improvisaties) lijken wel op voorhand gestructureerd, vooral in de lengte. De twee kwamen elkaar namelijk op bepaalde, afgesproken punten tegen, wat zou kunnen verklaren waarom ze hun laptops zo strikt in de gaten hielden. Zelfs een vermoeden van gecomponeerde inhoud stak af en toe de kop op. Hoe het ook in mekaar steekt, het resultaat is weinig toegankelijk en steevast bevreemdend maar tegelijkertijd ook wel muzikaal. De Underground-projecten van Rob Mazurek zijn misschien wel de beste referentie voor het geluid van dit duo.
Andrew Claes hield zich vooral bezig met een waanzinnige draaikolk van elektronica en effecten, die als een constante ruis in de zaal werd gepompt. De overvloedige frequentiemanipulaties en een filterfetisj vielen daarbij op. Wanneer hij zich met zijn tenorsax voor de micro posteerde, werd het heel wat boeiender voor de toehoorder. Want hoe men het ook draait of keert, iemand die wat aan knoppen staat te draaien op een podium gaat al snel vervelen, zeker wanneer ook de muziek een min of meer chaotische indruk wekt. Claes wisselde naar mate het concert vorderde steeds meer af met passages op saxofoon, hoewel de klank hiervan ook werd gemanipuleerd via effectenpedalen. Het was leuk om te zien hoe hij soms tegelijkertijd zijn sax bespeelde (met links), zijn elektronica aanstuurde (met rechts) en daarnaast nog zijn voet op en neer op de pedalen liet gaan. Multitasking zowaar.
Ondertussen worstelde Teun Verbruggen met een hardnekkig wegschuivende basdrum. Telkens moest hij deze terug op zijn plaats zetten, waardoor geluidstechnici regelmatig het podium op moesten om ook de micro terug in positie te brengen. Het verhinderde de drummer niet om de ene verhakkelde partij na de andere bij elkaar te meppen. Het gebruik van allerlei kleine voorwerpen en speelgoed was daarbij slechts een extra. Verbruggen is nog steeds een van de meest veelzijdige en interessantste drummers van ons land, wat hij niet alleen bewees met een paar kleurrijke ritmepatronen, maar ook met een indrukwekende portie free-drummen. Chaos of the haunted spire is zijn zoveelste project op rij en hoewel er een paar erg beklijvende momenten waren, kon het geheel echter nog niet helemaal overtuigen. Op plaat kan daar wel een mouw aan gepast worden door simpelweg een selectie te maken uit de beste stukken. Zeker en vast iets om naar uit te kijken bij het RAT label.
Wanneer na de pauze saxofonist Darius Jones breed lachend, en in zijn kielzog de rest van Little Women op het toneel verschenen, moesten velen hun plaats nog opnieuw innemen. Nochtans wilde niemand een seconde muziek van dit ophefmakende kwartet missen. Hun album ‘Throat’ is nog maar enkele weken uit en is momenteel zonder twijfel de meest besproken release, zowel in de jazz- als in de experimentele rockpers. “Mathrock meets freejazz” is zowat de meest gehoorde beschrijving van het muzikale concept van dit kwartet. Het gaat er inderdaad vaak afgemeten hard aan toe, vooral voor drummer Jason Nazary. Hoe veeleisend zijn partijen zijn werd in deze live-context al snel duidelijk, wanneer het beukende ‘Throat I’ werd ingezet bij aanvang van het concert.
De podiumopstelling van Little Women is wat apart, met de saxofonisten Travis Laplante en Darius Jones die naar elkaar toe spelen. Dat is ook nodig zo blijkt, want de twee staan op vele momenten in constant oogcontact met elkaar. Laplante, op tenorsax, staat bovendien in voor de muzikale leiding. Op zijn aangeven worden improvisaties afgerond en andere passages ingezet. Slechts een zeldzame keer werd dit niet opgemerkt door drummer Nazary, wat de groep feilloos opving door er enkele maten bij te doen.
Het debuutalbum ‘Throat’ werd in zijn geheel en in exact dezelfde volgorde nagespeeld, inclusief de primitieve vocale afsluiter. Een suite zou men kunnen zeggen, hoewel dat begrip tegenwoordig nogal breed wordt gehanteerd. Flauw volgens de ene, een logische keuze volgens de andere. Het lijkt alleszins perfect in het concept van deze groep te passen. Het kwartet gaat namelijk niet zelden voor de extreme uitholling van bepaalde muzikale principes. Oersimpele melodieën, vaak slechts twee of drie herhaalde noten (zijn dit wel melodieën?), worden minutenlang gespeeld van tergend traag tot onwaarschijnlijk snel. Ook het vasthouden van een extreme intensiteit en dito volume komt erg provocerend over. Een stevig paar oordoppen was dan ook geen overbodige luxe.
De rol van gitarist Andrew Smiley was opvallend. Net zoals op de plaat werd hij nochtans wel eens weggedrukt in de algemene sound, hoe hard hij ook inhakte op zijn instrument. Zijn gitaarversterker was van het podium weggedraaid, wat meestal betekent dat deze loeihard staat. Gezeten op een stoel en met zijn blik meestal gericht op de drums van Nazary, leek hij de eerste twintig minuten vast te hangen aan hetzelfde dissonante akkoord. Zijn overstuurde klank kwam nadien veel beter tot zijn recht en hij manifesteerde zich op sommige momenten tot de interessantste stem op het podium, waarbij indrukken van Bill Frisell en Fred Frith ten tijde van Naked City werden gewekt.
Darius Jones en Travis Laplante imponeerden tijdens enkele kalme momenten met grillige harmonieën, gedomineerd door bruisende boventonen. Jones leek er erg relaxed bij te staan terwijl zijn medesaxofonist zich constant schrap leek te moeten zetten om gelijke tred te kunnen houden. Hun vocale afsluiter, waarbij ze kreunden en krijsten in de klankbeker of het gat van het saxofoonmondstuk zou bij velen op de lachspieren kunnen werken, maar de twee deden het met een opvallende sérieux. Ook Smiley en Nazary aanschouwden het allemaal met een sobere en ernstige blik.
Diegenen die niet helemaal overtuigd waren van ‘Throat’ zullen met dit concert niet van mening zijn veranderd. Dat Little Women een fantastische band is kan echter niemand ontkennen want het samenspel was bij momenten intimiderend. Hoe het kwartet hieraan een vervolg zal breien valt nog af te wachten, het concept en de gehanteerde taal is alvast duidelijk voor iedereen die het wil horen.