Dat de Wiener Philharmoniker een van de meest prestigieuze orkesten ter wereld is, is geen geheim. Vorige week kreeg het talrijk opgekomen publiek in de Brusselse Bozar een unieke kans om deze stelling aan de realiteit te toetsen. Onder leiding van de Italiaanse dirigent Daniele Gatti werd een volledig Weens programma gebracht: Ludwig van Beethoven, Alban Berg en Johannes Brahms.

Temperamentvolle Beethoven, kleurrijke Berg

Daniele Gatti en de Wiener begonnen hun concert met de Coriolan-ouverture van Ludwig van Beethoven (1770-1827). Beethoven schreef deze toneelouverture – geïnspireerd op Heinrich von Collins gelijknamige toneelstuk – in 1807. In Beethovens ouverture overheerst de dramatische kracht ten opzichte van échte lyriek. De herhaalde fortissimo-akkoorden die de figuur van Coriolan typeren en waarmee de ouverture opent hadden wat meer precisie kunnen gebruiken, maar laat dat dan ook het enige minpunt zijn aan deze stralende uitvoering. Gatti vond het perfecte evenwicht tussen dramatische zeggingskracht en ritmische transparantie. Deze temperamentvolle uitvoering – vol innerlijke drive, maar zonder ook maar één moment gehaast te klinken – demonstreerde al een eerste maal de Weense klankenrijkdom die dit concert zo indrukwekkend zou maken. Die rijkdom kwam nog meer tot uiting in de drie zelden gehoorde orkeststukken opus 6 van Alban Berg (1885-1935). Van bij de eerste noten van dit complexe werk toonde Gatti dat hij deze partituur meesterlijk beheerste. Schijnbaar zonder moeite loodste hij de Wiener doorheen Bergs vrije structuren, daarbij beklemmende spanningsbogen creërend en tegelijk aandacht behoudend voor de rijke middenstemmen. Het muisstille begin van het 'Praeludium' was een meesterstukje van subtiliteit, de klaaglijke melodie in de 'Marsch' een toonbeeld van beheerste lyriek.

Daniele Gatti
Daniele Gatti

Eenzame klasse...

Na de pauze volgde de hoofdbrok van het programma: de eerste symfonie van Johannes Brahms (1833-1897). Ook in deze compositie, die ontegensprekelijk de schaduw van Brahms' grote voorbeeld Ludwig van Beethoven over zich heeft hangen, betoverden Gatti en de Wiener door de rijkdom van de orkestklank en de weidse, nooit overhaaste natuurlijkheid waarmee ze de muziek voor zich lieten spreken. Bij weinig andere orkesten kunnen de strijkers zo heerlijk zingen, bij weinig andere orkesten hoor je zo'n warme, doorleefde kopers of doordringende houtsolo's. De meeslepende opbouw van de finale leidde deze uitvoering naar een indrukwekkende climax, die aan het publiek een zelden gehoorde ovatie ontlokte. Als toemaatje brachten de Wiener en hun chef een zwierige versie van Brahms' 'Hongaarse Dans' – waarvan de eerste maten bij het publiek voor een lachwekkende zucht van herkenning zorgden – en een bruisende polka van Johann Strauss, die uitblonk door de virtuositeit van de solo's. Met dit aanstekelijke slot bewezen de Weners eens te meer dat niemand dit repertoire speelt zoals zij dat kunnen. Een heerlijke avond!

Meer over Wiener Philharmoniker olv. Daniele Gatti


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.