De Engelse dirigent Benjamin Zander neemt, na opnames bij het label Telarc met symfonieën van Beethoven en Mahler, hier Bruckners vijfde symfonie onder de loep. Die wordt in Engeland vrij zelden gespeeld maar Bruckners muziek opnemen is een logische stap, komende de grote symfonieën van Bruckners student Gustav Mahler. Bovendien is Zander via zijn Duits-joodse ouders beter vertrouwd met Bruckners monumentale symfonieën dan de meeste Engelse dirigenten en dat vertaalt zich in een doorleefde en structureel erg overzichtelijke lezing.

De cd maakt bewust een enorm verschil tussen Bruckners grote dynamische contrasten. 'Piano' is haast onhoorbaar zacht, zoals het begin van de symfonie laat horen maar een overweldigende 'tutti' klinkt luid en machtig. Daarbij wordt Zander geholpen door de robuuste kopersectie van het Philharmonia Orchestra, dat als een blok als het grootste kerkorgel kan klinken maar niet zelden een raspende, scherpe kant aan haar 'forte' passages verleent. Zo komt deze vijfde symfonie van Bruckner op vele plekken wat onnodig ruw over.

'Ik neem steeds een grote pauze wanneer ik iets belangrijks te vertellen heb' zei Bruckner, vermoedelijk ook over zijn eigen muziek en Zander werkt die pauzes meesterlijk in. Dat schept een bevredigend gevoel voor proportie, zoals in de monumentale finale die zich zo toch wat gemakkelijker, overzichtelijker laat beluisteren. In het 'Adagio' of het 'Scherzo' zorgt dat voor een zeldzaam theatraal kantje aan Bruckners strenge muziek, wanneer Zander na een geweldige opbouw de muziek onverwachts een totaal andere kant opstuurt.

De coda van het eerste deel klinkt bijzonder snel en opgewonden zodat Zander met schwung en zelfs net niet haastig het eerste deel van de symfonie kan afronden. In het tweede deel neemt hij echter alle tijd om Bruckners 'adagio' breed uit te smeren. Het eerste thema, een klagende melodie die door hobo en fagot in mineur wordt gespeeld, wordt vlot genoeg gehouden maar het tweede thema wordt breed opgevuld in de strijkers en Zander kan voor monumentale hoogtepunten zorgen in dit deel. Vele, maar niet alle luide passages, laat hij vrij snel uitvoeren, zodat Bruckners symfonie geen bombastische karikatuur van zichzelf wordt en de hoogtepunten die hij echt in de verf wil zetten des te belangrijker worden. Bruckner toont zich van zijn menselijkste kant in het langzame tweede deel en Zander maakt er het hart van de hele symfonie van. Weinig dirigenten of orkesten slagen erin om de stille tragiek in de muziek wanneer het openingsthema voor een derde en laatste keer terugkeert zo geloofwaardig over te brengen als Zander dat hier met het Philharmonia Orchestra doet.

De tweede cd in het doosje bevat een lang interview met Benjamin Zander waarin die de ontstaansgeschiedenis en de structuur van Bruckners vijfde symfonie schetst en tegelijkertijd vertelt hoe hij via zijn vader met het zelden gespeelde werk in contact kwam. Zander doet dit op een heldere manier en houdt het opstapje bewust laag, zodat ook muzikale leken zijn uitleg vlekkeloos kunnen volgen. Hij vergelijkt de vierdelige structuur van Bruckners vijfde met het grondplan van een kathedraal, waarin de vier delen respectievelijk het schip, de noordelijke en zuidelijke zijbeuk en het altaar voorstellen, wat op zich geen slechte manier is om Bruckners abstracte muziek verstaanbaar te maken voor wie er niet mee vertrouwd is.

Zijn heldere kijk op Bruckners muziek vertaalt zich bij Benjamin Zander in een uitvoering die misschien geen grote verrassingen inhoudt voor doorwinterde Bruckner-liefhebbers maar die wel zorgt voor een majestueuze, expressieve en overzichtelijke lezing van een van Bruckners meest complexe symfonieën.

Meer over Anton Bruckner


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.