Zoals te verwachten was, zat BOZAR niet afgeladen vol voor Esa-Pekka Salonens Bartok-concert op 14 november. Nog steeds worden heel wat mensen afgeschrtikt door de minder bekende werken die op het programma stonden, omwille van hun ontoegankelijke idioom. Onder de handen van notoire voorvechters van twintigste eeuwse muziek, die deze muziek door hun ontledende maar nooit reductionistische aanpak aannemelijk maken, valt echter heel wat meer te beleven dan tijdens een gemiddeld concert met standaardrepertoire. Dat bewezen Esa-Pekka Salonen en zijn Philharmonia Orchestra opnieuw in twee schitterende orkestwerken van de Hongaarse componist. Helaas kon solist Yefim Bronfman die gespannen lijn niet doortrekken in zijn pianospel.
Een valse start dus van een Bartokavond die het vooral moest hebben van de orkestwerken, op fenomenale wijze gestalte gegeven door Esa-Pekka Salonen. Onder zijn baton klonk het Philharmonia Orchestra tegelijk gloedvol en scherp op de snee. Het kon de valkuilen van Bartoks orkestratie omzeilen en de kwaliteiten met grote overtuigingskracht in de zaal projecteren. Salonens nauwkeurigheid en timing, zijn elegante communicatie met het orkest en zijn doorgedreven kennis van deze muziek werkten verbluffend. Via twee prachtige, doch weinig uitgevoerde orkestwerken (de suite naar 'De houten prins' en de 'Danssuite') overtuigden dirigent en orkest de zaal. Het was hopen op dezelfde inspiratie tijdens het tweede pianoconcerto, maar dat was buiten Bronfman gerekend. Zeker in hoekdelen gebruikte hij veel pedaal en verdoezelde op die manier veel van Bartoks partituur. Het orkest speelde overigens iets minder gepassioneerd en ook in het bloedmooie middendeel ontbrak het mysterie. Wie enkele jaren geleden ditzelfde werk in BOZAR hoorde door Pierre-Laurent Aimard begeleid door de Bamberger Symphoniker onder leiding van Jonathan Nott, zal hetzelfde dissecerende vuur in de hoekdelen en de ijzige stilstand van het middendeel nu gemist hebben.
Het concert vroeg veel van de luisteraar, die mits wat aandacht veel terugkreeg. Met in elk deel een topprestatie kan men zich niet ongelukkig noemen. Jammer genoeg zorgde de notie dat het nog iets meer had kunnen zijn in het concerto en in de 'Contrasten' voor een spijtige nasmaak.