In 2011 verkoos Downbeat Nasheet Waits nog tot beste opkomend talent, hoewel hij toen al een poos deel uitmaakte van de luidruchtige ritmesectie van Jason Moran (The Bandwagon genaamd) en het sublieme kwartet van Charles Lloyd. Equality is de naam van Waits’ eigen kwartet, hoewel die noemer geen eer kan aangedaan worden zolang niet alle leden even sterk zijn als de drummer zelf.
Nasheet Waits (foto: Jimmy Katz)
Aan Tarus Mateen was het onevenwicht in de band niet gelegen. De elektrische bassist staat immers ook zijn mannetje tegenover Waits binnen Jason Morans trio, hetgeen al vaker tot vonken leidde op Belgische bodem. Logan Richardson op altsax moest zich ogenschijnlijk inzetten om het niveau van zijn compagnons te halen: door de muziek bedachtzame wendingen te geven ondanks het strakke kader waarin de muziek baadde of zijn solo's niet keer op keer via de geijkte paden te laten verlopen, kreeg ook hij het publiek geregeld mee. Velen leken tot slot ook warm te lopen voor pianist James Hurt, hoewel opviel dat deze zich hoe langer hoe meer bediende van standaard
licks, repetitieve formules en ongeïnspireerde vingervlugge loopjes, waardoor zijn aantreden vaak te herleiden viel tot scoren met gemakkelijke effecten. Waits zag dat gebeuren en haalde zelf – als compensatie? – het grote geschut boven. Drumwerk dat zelfs in de begeleiding dikwijls veel interessanter was dan de improvisaties van de pianist, helemaal afgewerkt door een technisch indrukwekkende drumsolo met zijn twee voeten, hield dit concert moeiteloos overeind, hoewel het verhaal na bijna anderhalf uur muziek wel degelijk verteld leek.
Dat de muzikanten er zin in hadden, mocht blijken uit het feit dat Mateen meteen vol ongeduld van wal stak, nog voor het verwelkomend applaus goed en wel was uitgestorven. Voorzichtig tekende Richardson een thema af, waarna hij improviseerde ondersteund door Hurt, die repetitieve klappen uitdeelde aan het klavier. Deze laatste nam vervolgens de scepter over en baande zich fors een weg naar een eerste climax. Het tweede deel van zijn solo ging evenwel geluidstechnisch kopje onder in wat Mateen en Waits uit hun respectievelijke klankkasten haalden. Vervolgens nam Mateen de rol van improvisator over, waarbij hij merkwaardig genoeg bleef flirten met zijn repetitieve begeleidingsschema, waarop hij al solerend een soort variatie ontwikkelde. Uiteraard mocht Waits zelf in dit rondje niet ontbreken: eerst reed hij zijn collega's vast in een zich herhalend motief, waarop hij nadien een ritselende beweging legde dat hij vanuit de voeten volumematig overtrof. Door opnieuw af te dalen in een wat onrustige poel bereikte Andrew Hills 'Tough Love' zijn einde, waarna Richardson spontaan het thema 'Shrine' opdiepte. Het kwartet lijkt een romantisch gezicht te trekken terwijl de meanderende altsax zich een weg doorheen de nacht baande, maar ook hier zat Waits ongedurig te drummen, op elk moment paraat om de boel ritmisch op een zijspoor te trekken. Het tempo wordt echter strak en funky gehouden en na de sax mocht alweer de piano buitelingen maken. Hurt persifleerde de romantiek echter en plaatste haar in een extreem harmonisch kader, terwijl Waits zijn drumstel al schermend te lijf leek te gaan: de intensiteit werd gaandeweg opgevoerd, wat de toetsenist er toe uitnodigde alweer gebruik te maken van cirkels. Met een piepende altsax bereikte dit stuk zijn slot, waarbij de sax als solist nog altijd afgemeten in de maat werd gehouden door bas en drums.
Nasheet Waits (foto: Jos Knaepen)
De set borrelde verder met 'Cush', dat Mateen al mompelend opende en door de sax piepend werd gecontinueerd. Alweer toonde Hurt de snelheid van zijn handen, terwijl hij een zweem ragtime en swing meenam naar zijn enigszins chromatisch gemaakte
licks. De effecten waren er, maar alweer had zijn solo geen eigen gezicht. Uiteindelijk was het Richardson die het nummer met een brede saxlijn tot een einde liet komen. In het slotnummer mocht het dan alweer wat hoekiger, en Waits nam die gelegenheid uiteraard te baat. Een verademing was het om de sax te horen vertrekken zonder piano, maar onder stroom gezet door een uitzinnige ritmesectie. Met een improvisatie die nooit helemaal van de grond kwam, probeerde ook Hurt bij te dragen aan het geheel, maar wanneer Richardson een motief van de gestrande piano opnam en er wel degelijk iets mee deed, werd nog maar eens duidelijk dat Hurt niet in bloedvorm kon geweest zijn. Terwijl Waits en Mateen de gemoederen bleven verhitten, zette de altsax een punt achter de eerste set via een ingewikkeld balanceren tussen tragiek en humor.
Gezeten onder de olijfboom die midden in de Gent Jazz Club ongestoord staat te groeien, vroeg een mens zich af of Hurt zich met een glaasje wat inspiratie zou kunnen indrinken, maar meteen werd duidelijk dat die hoop vergeefs was. Richardson moest zichzelf trouwens wat terugvinden aan het begin, terwijl Waits en Mateen meteen weer de klik konden maken. Een hoekig nummer dat zich in horten en storen leek te ontwikkelen plaveide de weg voor 'Venus'. Deze charmante compositie kreeg door de schijnbaar geeuwende sax een ludieke tint, volledig in de lijn van het vermoeide karakter dat van de noten afdroop. Met een Hammond-achtige intsteek, repetitieve grooves incluis, schakelde Hurt een versnelling hoger, waarna het nummer in een prettig rumoer verzandde.
Nasheet Waits (foto: Antonio Baiano)
Tot slot liet het kwartet nog eens een goeie jam horen, zowel in het voorlaatste als in het bisnummer. Een thema in de sax waarop de piano gevat commentaar gaf en Waits die allerlei merkwaardige geluiden uit zijn drums haalde, zorgden voor een geïnspireerde sfeer waarin de musici gretig
freewheelden. Het leek er op dat dit de meest geliefkoosde gesteldheid is van Equality: zonder veel moeilijkdoenerij tegen de muren op spelen en de energie spontaan naar boven laten komen, zonder al te moeilijk thematisch materiaal. Hoe dan ook brachten Nasheet Waits en zijn spitsbroeders de Gent Jazz Club naar een kookpunt, maar met deze drummer kan er nog veel meer wonderbaarlijks geschieden. Wie met Lloyd en Moran in het achterhoofd naar Gents chiqueste jazzclub was afgezakt, kon dan ook niet volmaakt tevreden huiswaarts keren. Hoewel de aandacht waarmee het publiek de concerten volgt, de sfeervolle setting en de goede live mix al doen verlangen naar wat Bojan Z en het Eric Harland Quintet binnenkort onder diezelfde Gentse hemel zullen presteren...
Meer over Nasheet Waits ‘Equality’
Verder bij Kwadratuur
Interessante links